Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Sportief Nederland en het Europese voorzitterschap in 2016 10 november 2015

door: Loek Jorritsma

Nederland is de eerste helft van 2016 voorzitter van Europa. Het ministerie van VWS heeft de integriteit van de sport waaronder ‘doping’, ‘matchfixing’, ‘goed bestuur’ en ‘transparantie toewijzing sportevenementen’ geagendeerd. Momenteel speelt dat de KNWU bij de organisatie van de Tour de France - de ASO - een claim heeft gelegd van maar liefst € 140.000. Als we eens heel goed kijken naar alles wat er rondom zo’n topsportevenement speelt dan is het duidelijk dat het niet alleen gaat om transparantie bij de toewijzing van het evenement, maar transparantie bij de gehele organisatie en de financiering daarvan. In deze column wordt daartoe een poging gewaagd, met de start van de Tour de France 2015 als voorbeeld. In kaart wordt gebracht hoe wet- en regelgeving rondom een dergelijk sportevenement eruit ziet en wat de mogelijke consequenties daarvan kunnen zijn voor bijvoorbeeld de bijdragen van de overheid. Zo is het zelfs de vraag of de start van de Tour de France wel als een sportevenement kan worden gezien. En of er geen onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun heeft plaatsgevonden. En hoe gedraagt de ASO zich ten opzichte van Utrecht, de markt van de organisatie van wielerevenementen, ten opzicht van de KNWU. En wat nu als de ASO de fee van € 140.000 niet zou betalen en de KNWU stelt dan vast dat het hier dus niet gaat om een spórtevenement. Kan het Ministerie van VWS dan wel een spórtsubsidie geven? De column sluit af met een oproep om, mede aan de hand van de hierin genoemde voorbeelden, te komen tot een zeer algemene oriëntatie op de organisatie, de eigenheid en de daarmee samenhangende financiering van de sport.

In de begroting 2016 van het Ministerie van VWS1 treffen we, bij het onderdeel Sport op pagina 83 onder het kopje beleidswijzigingen, het volgende aan:

‘Tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland in de eerste helft van 2016, wordt integriteit van de sport waaronder doping, matchfixing, goed bestuur en transparantie toewijzing sportevenementen geagendeerd.’

Een terechte prioriteitstelling. Want rondom de integriteit van de sport inzake ‘goed bestuur’ en ‘transparantie toewijzing sportevenementen’ speelt een groot aantal kwesties in Europa. Denk alleen al aan de perikelen bij de FIFA. Maar daar niet alleen. Binnenkort valt van de Europese Commissie een besluit te verwachten over klachten die burgers hebben ingediend inzake staatssteun aan betaald voetbal organisaties (bvo’s) in geheel Europa en die van Mark Tuitert cum suis inzake het mogelijk misbruik maken van haar machtspositie door de International Skating Union (ISU). Het wordt schaatsprofessionals niet toegestaan deel te nemen aan niet door de ISU-erkende wedestrijden op straffe van schorsing.2

Laten we ons nu eens focussen op het onderdeel transparantie toewijzing sportevenementen. Maar dan zou het naïef zijn de blik alleen te richten op de toewijzende instantie, want ook de rol van de overheid (lokaal, regionaal en nationaal), die van de organiserende instantie, die van de betrokken sportbond én haar internationale organisatie is daarbij van belang.

Start Tour de France 2015 te Utrecht - het Grand Départ
Zullen we eens kijken naar bijvoorbeeld de transparantie van de toewijzing, de financiering en de organisatie van de start van de Tour de France 2015 in ons land in Utrecht.

Het mag daarbij als bekend worden verondersteld dat de Tour de France eigendom is van de Amaury Sport Organisation (ASO) een Franse dochteronderneming van de Groupe Amaury van onder meer het Franse blad l’Équipe en de Parisien-Aujourd’hui. Een particuliere commerciële onderneming. De navolgende sportwedstrijden en activiteiten (niet limitatief) maken onderdeel uit van deze onderneming:

‘Avec le Tour de France, monument du sport international, et de prestigieuses classiques telles que Paris-Roubaix, Liège-Bastogne-Liège, la Flèche Wallonne et Paris-Tours auxquelles s’ajoutent Paris-Nice, le Critérium du Dauphiné et la Vuelta a España, ASO s’affirme comme le plus grand opérateur mondial du cyclisme. Plus de 100 jours de compétition sont organisés chaque année au cours desquels ASO apporte aussi sa contribution au cyclisme amateur à travers le Tour de l’Avenir. La mondialisation du cyclisme est l’un des axes majeurs de son développement. Avec les Tours du Qatar, d’Oman, de Beijing et son intervention dans la production et la distribution TV du Tour de Californie, ASO contribue activement à l’essor d’un cyclisme qui se veut aussi un exemple de transport durable pour le cœur des cités.’ 3

"Krachtige toepassing en bestraffing van regels geldt natuurlijk ook voor de instanties die dergelijke regels handhaven"

Waarom is een voorbeeld uit de wielerwereld zo’n goed voorbeeld? Een beeld dat de wielerliefhebbers bij staat is zeker dat van Nibali die in de Vuelta 2015 ten val kwam. Hij werd daarna aan de hand genomen door de ploegleiderswagen, boekte meters terreinwinst die door de val verloren waren en werd daarop bestraft met uitsluiting voor de gehele Vuelta. Een terecht besluit. Maar ja, deze krachtige toepassing en bestraffing van de regels geldt dan natuurlijk ook voor de instanties zelf die dergelijke regels handhaven. Laten we die regels, waaronder wetgeving, er dan maar eens bijhalen.

Wat is er nodig voor een wielerwedstrijd?
Als je een wielerwedstrijd wilt organiseren heb je daarvoor een wielrenorganisatie nodig, een wielrenaccommodatie en toestemming en zelfs medewerking van de betrokken overheid om die wedstrijd te organiseren.

Van de wielerverenigingen in Utrecht bijv. kies je bijvoorbeeld ‘UW&TC de Volharding’ of ‘UWV Het Stadion’, dan wel de jongste van het stel ‘De Utrechtse Wielervereniging CS030’. De wielrenaccommodatie is de openbare weg en om wedstrijden te organiseren vraag je om ontheffing van artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994 bij de betrokken autoriteiten. Want het is nu eenmaal verboden om wedstrijden met voertuigen te organiseren op de openbare weg.4

"Een sportorganisatie levert een zogenaamde vrijgestelde prestatie en hoeft daarom voor een aantal diensten geen 21% maar slechts 6% omzetbelasting te betalen"

Daarbij is het goed te weten dat een sportorganisatie in aanmerking komt voor een aangepast BTW-tarief. Een sportorganisatie levert een zogenaamde vrijgestelde prestatie en hoeft daarom voor een aantal diensten geen 21% maar slechts 6% omzetbelasting te betalen. Dat geldt zelfs voor de duivensport! Zie daarvoor de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (LJN BJ3084) van 16 juli 2009.5

Dat scheelt dus, voor een aantal prestaties, 15% aan minder afdracht aan de schatkist en dus kassa voor de organisatie. Het betrof bij de duivensport de verstrekking van de voetringen van de duiven. Door deze uitspraak viel deze verstrekking onder het lagere BTW-tarief. Want deze voetringen hangen nauw samen met het beoefenen van de duivensport.

Min of meer gebruikelijk in sportland is het dat voor de organisatie van zo’n groot evenement een aparte stichting in het leven wordt geroepen. Voor de organisatie van het Grand Départ was dat de Stichting Utrecht 2015.6

Een dergelijke stichting - niet zijnde een sportorganisatie - komt ook in aanmerking voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief. Wanneer een dergelijke stichting een sportevenement organiseert, verklaart de nationale wielrenorganisatie KNWU dat het betrokken evenement een wielerwedstijd is. Dan is daarmee de prestatie die zij levert een zogenaamde vrijgestelde prestatie. De wedstrijd vindt dan plaats onder auspiciën van de KNWU. Het is en blijft een sportwedstrijd.

Dat wordt nog ondersteund door de uitspraak van de Hoge Raad (nr. 43.169) van 10 augustus 2007, waarbij de organisatie van de Vierdaagse werd gerekend tot een vrijgestelde prestatie. Het gaat hier om het gelegenheid geven tot sportbeoefening bij het recht gebruik te maken van een sportaccommodatie. Het parcours van de Vierdaagse werd door de Hoge Raad gezien als een sportaccommodatie.7 Dat geldt dus ook voor het parcours van de Tour de France.

"Het is nog wel de vraag wie ‘gelegenheid geeft tot sportbeoefening’. Is dat in dit geval de betrokken Utrechtse stichting of is dat de ASO?"

Om het nog een slagje ingewikkelder te maken is het nog wel de vraag wie degene is die ‘gelegenheid geeft tot sportbeoefening’. Is dat hier de betrokken Utrechtse stichting of is dat de ASO? Want het Gerechtshof van Amsterdam heeft hierin een zodanig standpunt gekozen dat de conclusie gerechtvaardigd lijkt dat het hier de ASO is die gelegenheid geeft tot sportbeoefening.8 En die zou dus in aanmerking komen voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief. Maar opvallend genoeg heeft noch de ASO, noch de Stichting Utrecht 2015 toepassing van het verlaagde BTW-tarief aangevraagd; geen vrijgestelde prestatie dus.

Welke regels zijn er bij het gebruik maken van een dergelijke gemeentelijke accommodatie?
Daarvoor gaan we te raden bij de Wet Markt en Overheid.9 Daarin is in artikel 25i aangegeven dat een bestuursorgaan, in dit geval dus de gemeente Utrecht, dat economische activiteiten verricht, in dit geval het in staat stellen van de Stichting Utrecht 2015 de start van de Tour de France te organiseren via het gebruik van de openbare weg, aan de afnemers van dat product of de dienst ten minste de integrale kosten in rekening worden gebracht.

Dat betekent dat de stichting aan de gemeente Utrecht alle kosten van de gemeente die samenhangen met de start van de Tour de France zou dienen te betalen. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld scholen en publieke media-instellingen. Maar ook is er die uitzondering wanneer van een dergelijke gemeentelijke accommodatie door de gemeenteraad wordt vastgesteld dat daar een economische activiteit plaatsvindt in het algemeen belang. In het geval van het gebruik van de openbare weg als een sportaccommodatie wordt dus door de gemeente verklaard dat die economische activiteit plaatsvindt in het Algemeen Belang. Zie Artikel 25h lid. 5.

"Als je een evenement wilt organiseren, bijvoorbeeld een wedstrijd, dan dien je daarvoor een vergunning aan te vragen"

Voorts weten we dat de gemeente Utrecht een beleid voert op het gebied van de organisatie van evenementen. Als je een evenement wilt organiseren, bijvoorbeeld een wedstrijd, dan dien je daarvoor een vergunning aan te vragen. Daar moet je voor betalen. Voor de vergunningaanvraag van een zeer groot evenement wordt een bedrag van € 4.274,55 gevraagd. Daarnaast wordt € 114,60 aanvullend gevraagd als er gebruik wordt gemaakt van versterkt geluid en eventueel huur of precario voor de locatie. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag dient onmiddellijk per DigiD te worden betaald, ook als de aanvraag zou worden afgewezen.

Maar je zou, als overheid, voorts zelfs aanvullend kunnen stellen dat een dergelijke activiteit van een zo groot Algemeen Belang is dat daarvoor niet alleen de relevante kosten niet in rekening worden gebracht en dat een lager BTW-tarief van toepassing is, maar zelfs dat daarvoor extra subsidie wordt verleend.

Of, nog meer, dat die activiteit niet zomaar in het Algemeen Belang is, maar dat het gaat om een belangrijk marktproduct. Een product waarvoor je wilt betalen, dat je koopt.

Tot zover de situatie bij de organisatie van een professionele wielerwedstrijd.
Maar was er wel sprake van een sportwedstrijd? Rare vraag, de Tour de France is toch een sportevenement. Is voor het evenement ontheffing gevraagd en verleend van het bepaalde in artikel 10 van de Wegenverkeerswet waarbij het is verboden een wedstrijd te houden op de openbare weg? De uitwerking daarvan is dat voor het evenement een algemene evenementenvergunning is gevraagd en verleend. Het is de vraag of hiermee expliciet is vastgelegd dat het om een sportwedstrijd gaat dan wel om een algemeen evenement zoals er zovelen zijn.

"Het is de vraag of er formeel gezien een wedstrijd is georganiseerd, laat staan een spórtwedstrijd"

Voor de tweede etappe naar Zeeland hebben alle doorkomstgemeenten een zogenaamde verklaring van geen bezwaar afgegeven. Die verklaring is nodig krachtens de Wegenverkeerswet. Bij de vergunningverleningen is niet expliciet verwezen naar het evenement als zijnde een wielerwedstrijd zoals vastgesteld door KNWU en UCI. Het is de vraag of er formeel gezien een wedstrijd is georganiseerd, laat staan een spórtwedstrijd. Daarom zou, alweer formeel gezien, dit evenement zelfs kunnen worden gezien als een straatrace. Dat is natuurlijk geen misdrijf, wel een overtreding.

Hoe zit het dan met de financiering? Want niet de Stichting Utrecht 2015 heeft van de gemeente Utrecht een bijdrage van € 4 miljoen ontvangen. Door de gemeente Utrecht is rechtstreeks een totaalbedrag van € 4 miljoen naar ASO overgemaakt. Daarnaast is door het ministerie van VWS als subsidie een bedrag van € 2,25 miljoen naar de stichting overgemaakt en € 0,25 miljoen naar de provincie Zeeland.

En heeft de organisatie inderdaad betaald voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor de organisatie van het evenement, net zoals andere organisaties daartoe verplicht zijn? Daarvan is niet gebleken.

En wat betreft een verklaring dat deze activiteit plaatsvindt in het Algemeen Belang, respectievelijk een dienst is van Algemeen Economisch Belang. Een dergelijke verwijzing treffen we alleen aan in de subsidietoewijzingsbrief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Een dergelijke verklaring vanuit Utrecht ontbreekt.

"Mocht er bij de financiering van het Grand Départ sprake zijn geweest van staatssteun dan is die onrechtmatig"

Staatssteun
Dat overziend rijst de vraag of er bij de financiering van het Grand Départ ook sprake zou kunnen zijn van onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun. Zeker is dat de financiering door VWS en de betrokken gemeenten niet is gemeld bij de Europese Commissie. Mocht er dus sprake zijn geweest van staatssteun dan is die dus onrechtmatig.

Het verbod op staatssteun is neergelegd in art. 107, lid 1 van het EU Verdrag.
Er is sprake van staatsteun wanneer wordt voldaan aan het volgende10:

  • iedere vorm van steun met staatsmiddelen bekostigd,
  • selectief verstrekt aan een of meer ondernemingen,
  • waardoor de mededinging op de interne markt wordt vervalst of dit dreigt te gebeuren,
  • en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig wordt beïnvloed.

We gaan daar even langs met een eerste observatie.

1.    Duidelijk is dat de stichting, respectievelijk de ASO, staatsmiddelen heeft ontvangen, bijvoorbeeld bij het niet betalen van de integrale kosten en vooral de daadwerkelijke betaling door Utrecht en de (directe en indirecte) bijdrage van VWS.

2.    Ook is de steun verleend aan een onderneming, want de stichting en de ASO nemen deel aan het economisch verkeer. Ook als de stichting geen winstoogmerk heeft is een dergelijke deelnemer aan het economisch verkeer aan te merken als een onderneming. Dat geldt ook voor de ASO, die heeft wél een winstoogmerk.

3.    De mededinging op de interne markt. Zo’n start van de Tour kost geld en levert geld op. Zou de stichting en de ASO dat geld ook op de markt hebben verkregen? Dus door bij de banken langs te gaan, of te crowdsurfen om de benodigde gelden bij elkaar te sprokkelen? Vrijwel zeker van niet, want de geldverschaffers zouden er op aandringen om daarvan ook de ter beschikking gestelde middelen, plus rente, te willen terugzien. Slechts een deel van de kosten, ongeveer de helft, is langs deze commerciële weg verkregen. Andere organisatoren van wielerwedstrijden of (topsport)evenementen die een dergelijke steun niet verkrijgen worden daardoor minder goed in staat gesteld om dergelijke evenementen op een vergelijkbaar kwalitatief hoog niveau te organiseren.

"Is deze openbare weg wel een accommodatie zoals bedoeld in de Wet Markt en overheid?"

Daarnaast is er het feit dat andere potentiële organisatoren van evenementen voorafgaand aan een eventueel te organiseren evenement al onmiddellijk voor de aanvraag om vergunning voor het organiseren daarvan bijna € 4.500 dienen op te hoesten. Op de markt van de organisatie van evenementen brengt dat de ASO ook in een (weliswaar relatief klein) voordeel. Maar is deze openbare weg wel een accommodatie zoals bedoeld in de Wet Markt en overheid? Het is toch geen zwembad of sporthal waarmee op die sportieve markt wordt geopereerd. Inderdaad, niet op die markt. Maar wel op de markt van andere evenementen die op de openbare weg kunnen worden georganiseerd: kermissen, straatfeesten, reclamekaravanen, autorally’s, wandeltochten, demonstraties? Wanneer die evenementen wél dienen af te dragen en de ASO niet, dan wordt aan de ASO een selectief voordeel toegekend.

4.    Hoe zit het met het handelsverkeer tussen de lidstaten? Zoals bekend vindt de start van de Tour de France plaats op verschillende locaties in verschillende steden en zelfs in verschillende landen. Daarvoor is grote belangstelling. En gemeenten die zich bij de ASO melden voor de organisatie van die start worden daarbij kennelijk door de provinciale en nationale overheden ondersteund, ook financieel. Wanneer een land, provincie en gemeente daarvoor het meest aantrekkelijke financieel perspectief weet te schetsen, dan is die gemeente, provincie en land uiteraard de meest gerede partner voor de ASO. Potentiële organisatoren uit andere landen en steden die niet over publieke middelen beschikken worden zo op deze markt achter gesteld.

"Het uiteindelijke oordeel of er sprake is van onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun is bij uitstek voorbehouden aan de Europese Commissie"

Het uiteindelijke oordeel of er sprake is van onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun is bij uitstek voorbehouden aan de Europese Commissie. Het verdient ten sterkste aanbeveling om dat oordeel te vragen.

De volgende kanttekening is dan nog nodig
De gemeente kan zelf bepalen wat dient te worden verstaan onder het Algemeen Economisch Belang. En zou daarom niet alle kosten voor het gebruik in rekening hoeven te brengen. Maar dat kan Europees wél worden uitgelegd als ongeoorloofde staatssteun. Zo zou elke gemeente die bijvoorbeeld eigenaar is van een stadion waar een bvo speelt, die accommodatie kunnen aanwijzen als van Algemeen Economisch Belang. En zodoende die bvo een selectief voordeel gunnend boven bvo’s waar de gemeente geen eigenaar is van een stadion.

De wetgever en de Autoriteit Consument en Markt zouden hier nog eens goed naar dienen te kijken. In deze kwestie speelt dan natuurlijk nog dat de gemeente Utrecht dit evenement niet heeft aangemerkt als een Dienst van Algemeen Economisch Belang.

Toch is dat niet alles dat vragen oproept
Want we zien dat Utrecht een bedrag van € 4 miljoen als fee aan ASO dient te betalen. Dat is contractueel in de overeenkomst tussen Utrecht en ASO vastgelegd.11 De gemeente verplicht zich aan ASO een financiële bijdrage te betalen van € 4 miljoen ex BTW, volgens bepalingen en vervaltermijnen:

  • op 15 december 2013: € 1.500.000 ex BTW;
  • op 1 oktober 2014: € 1.500.000 ex BTW;
  • op 5 juli 2015: € 1.000.000 ex BTW.

Krachtens artikel 259B van de Code Général des Impôts zijn de bovenstaande bedragen vrijgesteld van de Franse BTW, zo staat het in de Overeenkomst.12 Ook wordt er overeengekomen dat de financiële bijdrage van de gemeente aan ASO geen subsidie aan ASO is, maar een tegenprestatie. Bijgevolg is ASO niet gehouden tot de verplichtingen die de (Franse) wet oplegt aan ondernemingen die subsidies ontvangen, met name in het licht van artikel L.1611-4 van de Code Général des Collectivités Territoriales.13

Maar daarbij rijst dan wel de vraag naar een mogelijke afdracht van de vennootschapsbelasting. Het gaat hier immers om een onderneming met een winstoogmerk. In deze kwestie speelt dan ook nog dat in de overeenkomst het bedrag van € 4 miljoen als ex BTW wordt genoemd, maar dat het bedrag dat daadwerkelijk is overgemaakt een bedrag van € 4 miljoen inclusief BTW is geweest. Wat zou daar de verklaring voor kunnen zijn?

Is daarmee de ASO, of de stichting, geheel van zijn verplichtingen af?
Neen, Want net zoals de gemeente Utrecht een beleid heeft inzake evenementen, geldt dat ook voor de KNWU.14 Via de zoekopdracht ‘KNWU afdracht evenementen’ op Google krijg je onmiddellijk in pdf het bestand waarin alle tarieven zijn aangegeven. Zowel die voor de renners, het kader als voor de nationale en internationale wedstrijden. Dus ook voor de start en de etappes in Nederland van de Tour de France. De afdracht tot een bedrag van € 140.000 heeft nog niet plaatsgevonden en de KNWU heeft zich daarover inmiddels gewend tot de UCI.

"De KNWU is ontegenzeggelijk een spórtorganisatie en dat kan je van de ASO niet zeggen"

De vraag is of de ASO, die door Utrecht is betaald voor het leveren van een dienst, haar verplichtingen jegens de KNWU op vergelijkbare wijze wil nakomen. En dan is ook hier van belang welke belastingtarieven worden aangevraagd en toegepast, zowel nationaal als internationaal! Want de KNWU is ontegenzeggelijk een spórtorganisatie en dat kan je van de ASO niet zeggen.

Mocht de ASO aan de KNWU deze fee niet willen afdragen dan zou ook daarmee kunnen worden gesteld dat er géén sprake is van een formeel wielerevenement. De KNWU zou kunnen stellen dat door de niet-betaling er geen sprake is van een wielerwedstrijd zoals vastgelegd conform de reglementen van de KNWU! En dan vervallen ook alle aanspraken van de betrokken organisatoren op een overheidsbemoeienis zoals die voor sportevenementen gelden. En dus ook voor de aanspraak op subsidie van VWS. Die vraagt rijst temeer waar Utrecht het Grand Départ nergens formeel heeft ‘erkend’ als een sportwedstrijd maar als een evenement.

Dat alles tegen de achtergrond van de vraag of op de relevante markt van de organisatie van (top)sportevenementen door de overheid onrechtmatige en ongeoorloofde staatssteun is verleend. En of de betrokken organisatoren op de juiste wijze hun machtspositie op deze markt hebben ingezet. Daarbij gebruik makend van de zgn. ‘specificiteit van de sport’ zoals gecodificeerd in artikel 165V WEU).15
    
Ook moet de vraag worden gesteld of de legitimering van de rijksoverheidsbemoeienis met het Grand Départ in voldoende mate beantwoordt aan het gestelde in de, in opdracht van het Ministerie van Financiën opgestelde, Beleidsdoorlichting Sport van het Mulier Instituut van 201116. Met name waar het betreft de consequenties van Hoofdstuk 2.3. De redenen voor overheidsinterventie op het terrein van de sport pag. 26 e.v.

"Wanneer we het Grand Départ tegen dat licht houden is het maar zeer de vraag of er wel voldoende legitimering voor een positieve overheidsbemoeienis aanwezig is"

Denk daarbij aan de genoemde acht reacties op het marktfalen, te weten: collectieve goederen, verdienstelijke goederen, externe effecten, gemengde goederen, duurzaamheid, kweekvijvers, omvang van het project en monopolie. Wanneer we het Grand Départ tegen dat licht houden is het maar zeer de vraag of er wel voldoende legitimering voor een positieve overheidsbemoeienis aanwezig is. Want een van de redenen van het falen van de markt zou vooral kunnen zijn gelegen in de dominante positie die de ASO heeft op de markt van de organisatie van professionele wielerwedstrijden en o.m. de verslaggeving daarvan.

En mocht, in het theoretische geval, aan het eind van de beantwoording van al deze vragen gesteld kúnnen worden dat de ASO juridisch gezien géén misbruik maakt van haar machtspositie op het gebied van professionele wielerwedstrijden, een rechtmatig gebruik maakt van de ruimte om geen verantwoording te hoeven afleggen omdat het gaat om een tegenprestatie, geen ongeoorloofde staatssteun ontvangt en er inderdaad sprake is van marktfalen. Dan nóg moet de vraag worden beantwoord of hier op integere en transparante wijze wordt omgegaan met publieke middelen. Want integriteit en transparantie is wat Nederland voor 2016 op de Europese agenda heeft geplaatst!

Tenslotte
Niet alleen deze wet- en regelgeving is bij sportorganisaties van belang. Tijdens de Tour de France en de Vuelta was er op de sociale media een discussie over de veiligheid van de wielrenners. Denk maar eens terug aan de massale valpartij in de Tour waar Tom Dumoulin bij was betrokken en geblesseerd uitviel. Vraag is of de werkgevers van de wielrenners wel een verplichte risicoanalyse voor hun personeel hebben gemaakt. En aan welke voorwaarden dus een veilige uitoefening van hun beroep zou dienen te voldoen.

Aanbeveling
Het verdient aanbeveling álle wet- en regelgeving die bij ontwikkeling de specificiteit - ofwel de eigenheid - van de sport niet heeft meegewogen, maar daar wel directe invloed op uitoefent en daarmee zelfs strijdig is, eens goed tegen het licht te houden. En dat daaraan voorafgaand die specificiteit, die eigenheid, van élke tak-van-sport eens heel goed in kaart wordt gebracht. Dat kan niet gebeuren door de betrokken belangenbehartiger van de sport, in casu NOC*NSF. Dat kan alleen door volstrekt onafhankelijke deskundigheid op het gebied van sport en wetgeving, ook op de aanpalende beleidsterreinen als gezondheid, onderwijs, ruimtelijke ordening, financiën en welzijn.

Want de wetgeving die daarop volgt zal het algemeen maatschappelijk belang dienen en niet het particuliere belang van de individuele sporter, de sportorganisatie en haar bestuurders en de rechtstreeks belanghebbenden daaromheen. De voetringen van de duiven behoren volgens de Hoge Raad tot de eigenheid van de sport, je hoeft niet al te creatief te zijn om met behulp van dit voorbeeld te komen tot een bredere definiëring van de eigenheid van de diverse takken van sport dan nu het geval is.

Noten:
1)    Begroting Ministerie van VWS, zie onderdeel sport
2)    Zie hier
3)    Zie hier
4)    Zie hier
5)    Zie hier
6)    Zie hier
7)    Zie hier
8)    Zie hier
9)    Zie hier
10)    Zie hier
11)    Zie daarvoor ook noot 3
12)    Article 259 B. Modifié par LOI n°2010-1658 du 29 décembre 2010 - art. 70
Par dérogation à l'article 259, le lieu des prestations de services suivantes est réputé ne pas se situer en France lorsqu'elles sont fournies à une personne non assujettie qui n'est pas établie ou n'a pas son domicile ou sa résidence habituelle dans un Etat membre de la Communauté européenne :
1° Cessions et concessions de droits d'auteurs, de brevets, de droits de licences, de marques de fabrique et de commerce et d'autres droits similaires ;
2° Locations de biens meubles corporels autres que des moyens de transport ;
3° Prestations de publicité ;
4° Prestations des conseillers, ingénieurs, bureaux d'études dans tous les domaines y compris ceux de l'organisation de la recherche et du développement ; prestations des experts-comptables ;
5° Traitement de données et fournitures d'information ;
6° Opérations bancaires, financières et d'assurance ou de réassurance, à l'exception de la location de coffres-forts ;
7° Mise à disposition de personnel ;
8° (Abrogé)
9° Obligation de ne pas exercer, même à titre partiel, une activité professionnelle ou un droit mentionné au présent article.
10° Prestations de télécommunications ;
11° Services de radiodiffusion et de télévision ;
12° Services fournis par voie électronique fixés par décret.
13° accès aux réseaux de transport et de distribution d'électricité ou de gaz naturel, accès aux réseaux de chauffage ou de refroidissement, acheminement par ces réseaux et tous les autres services qui lui sont directement liés.
13)    Article L1611-4. Modifié par LOI n°2009-526 du 12 mai 2009 - art. 84
Toute association, oeuvre ou entreprise ayant reçu une subvention peut être soumise au contrôle des délégués de la collectivité qui l'a accordée. Tous groupements, associations, oeuvres ou entreprises privées qui ont reçu dans l'année en cours une ou plusieurs subventions sont tenus de fournir à l'autorité qui a mandaté la subvention une copie certifiée de leurs budgets et de leurs comptes de l'exercice écoulé, ainsi que tous documents faisant connaître les résultats de leur activité. Il est interdit à tout groupement ou à toute association, œuvre ou entreprise ayant reçu une subvention d'en employer tout ou partie en subventions à d'autres associations, œuvres ou entreprises, sauf lorsque cela est expressément prévu dans la convention conclue entre la collectivité territoriale et l'organisme subventionné.
14)    Zie hier
15)    Zie hier
16)    Zie hier En of dit evenement op deze wijze in overeenstemming is met de inhoud en de geest van het Witboek Sport van 2007 zie hier En de behandeling daarvan door het Europees Parlement op 8 mei 2008 zie hier

Loek Jorritsma was wethouder (o.a. sport) in de gemeente Hoorn (1974–1976). Daarna studeerde hij af in de sociale wetenschappen en werkte vanaf 1979 bij de Directie Sport van het Ministerie van VWS, waar hij onder andere verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het beleid op het gebied van topsportevenementen en topsportaccommodaties. Met ingang van 1 april 2006 is hij met de VUT. Bij zijn afscheid schreef Jorritsma een bijdrage aan de discussie over de juridische verankering van sport in het beleid van de rijksoverheid. Hij pleit er voor om sport meer te zien als een publieke zaak en te komen tot een kaderwet specifiek sportbeleid. Voor meer informatie: loekjo@ziggo.nl

« terug

Reacties: 12

Kees Renzenbrink
10-11-2015

Beste Loek,

Een uitmuntend artikel! Eén van de beste ooit gepubliceerd op Sport Knowhow XL. Uitstekend gedocumenteerd. Weer een artikel over 'conflict of interest', zo vaak voorkomend in sport.

Je moet je echter ook het volgende afvragen:

1. Is dit evenement wel georganiseerd onder auspiciën van de KNWU? Waaruit blijkt dat? Dit punt zou beter kunnen worden gedocumenteerd. Je neemt het aan, maar toont het niet specifiek (genoeg) aan.

2. Wat is exact de relatie tussen de ASO en de UCI? Wordt de TdF wel (indirect) georganiseerd onder auspiciën van de UCI? Waaruit blijkt dat? Je neemt het aan, maar toont het niet specifiek (genoeg) aan.

3. Precedenten. Een start van de TdF buiten Frankrijk is natuurlijk geen nieuw fenomeen. Het bereik van de EC is niet beperkt tot Nederland. Wat was de gevolgde procedure voor de vorige startplaatsen de van TdF buiten Frankrijk? Wat was derhalve het standpunt van de EC m.b.t. die startplaatsen?

Mag ik er van uit gaan dat je deze punten in je reactie beantwoordt?

M. vr. gr.,

Kees Renzenbrink

Loek Jorritsma
10-11-2015

Hoi Kees, dank..

1. Het begrip 'onder auspiciën van' wil hier aangeven dat e.e.a. onder de regels van de KNWU plaatsvindt en dat de KNWU daarvoor haar verantwoordelijkheid neemt. Daarmee is het dan een spórtwedstrijd. Ik verdedig de stelling dat als de ASO niet afdraagt aan de KNWU daarmee het evenement niet onder auspiciën van de KNWU valt, want het gaat niet volgens de regels van de KNWU.

2. Omdat je bij het deelnemen aan wedstrijden die door de ASO worden georganiseerd punten kunt verdienen voor een UCI-klassement, vinden deze evenementen plaats onder auspiciën van de UCI. Tussen de UCI en de ASO vindt nu een verwoede strijd plaats om de macht in wielerland. De ASO wil zelfs de wielerkalender bepalen en dreigt de UCI. Voor de precieze verhouding zou ik nog verder in de Franse wet- en regelgeving moeten kijken. Misschien later.

3. Of die procedures anders waren dan die in Utrecht weet ik niet. Wat ik wel weet is dat het voor de ASO lucratief is om etappes buiten Frankrijk te houden. Via de hier door mij genoemde regeling hoeven ze dan geen BTW af te dragen en via de andere genoemde regeling hoeven ze hiervoor ook nauwelijks verantwoording af te leggen. Als de ASO alle etappes in Frankrijk zou organiseren valt een belangrijk deel van dat voordeel weg. De EC heeft hier nog nooit naar gekekeken. Het is nu voor het eerst dat deze positie van de ASO (bij mijn weten) wordt blootgelegd.

groet Loek

Paul Ruijsenaars
10-11-2015

Loek, met bewondering je notitie gelezen: je kunt het nog! En je stelt een belangrijke kwestie aan de orde: waar wordt gemeenschapsgeld voor gebruikt? Je schrijven is een hernieuwd pleidooi voor waar je al sinds je tijd bij het ministerie de grote trom voor roert: wettelijk kader voor de sport.

En ook in dit geval gaat het om het grote verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Ook zo'n gedegen stuk als jouw productie zal met stilzwijgen en hopelijk met schaamrood gelezen worden door de ambtenaren die zich hebben mee laten slepen in de Tour-euforie. En over een paar weken is ook je stuk weer geschiedenis geworden. Aan de orde is denk ik ook de vraag welke belanghebbende of door dit beleid benadeelde het aandurft om met jouw stuk in handen de gang van zaken aanhangig te maken voor de rechter.

Urgenda heeft die stap durven zetten, met alle bewijs voor de nalatigheid van de nationale overheid ten aanzien van de plicht om toe te werken naar de afspraken betreffende CO2-reductie. En de rechter heeft Urgenda gelijk gegeven en de overheid op de vingers durven te tikken. En die overheid durft niet in te gaan op de inhoudelijke bewijslast, en doet een zwaktebod met de procedure aan te kaarten in hoger beroep.

Het zou wel een mooie testcase zijn als de KNWU jouw bovenstaande pleidooi zou gebruiken om de eis aan de ASO om met 140.000,- over de brug te komen daadwerkelijk door zou zetten, tot voor de rechtbank, nationaal of Europees. Omdat dán wel de kans bestaat dat jij eindelijk ook je gelijk gaat krijgen!

Akkoord, de paar miljoen gemeenschapsgeld naar de ASO vormen een ander bedrag dan de ongeveer 2 miljard die er jaarlijks van ons gemeenschapsgeld worden verstookt aan subsidies voor steenkoolcentrales en belastingvrijstellingen voor grootgebruikers van fossiele energie. Er is geen enkele politieke partij die aan dat onderwerp de vingers wil branden en schuift die tijdbom rustig door naar onze kinderen.

Maar ik ben benieuwd of er wellicht politieke partijen te vinden zijn die het aandurven om de handschoen die jij bovenstaand hebt gemaakt op te pakken en dit eventueel samen met de KNWU aan de orde te stellen. Wie niet waagt, die niet wint. Dat zou de KNWU die zich door de Lotto laat sponsoren zeker moeten aanspreken...

Peter van Steen
10-11-2015

Heel interessant stuk. Wat mij niet duidelijk is of er een eenduidige definitie van een 'sportorganisatie' wordt gegeven. Dit lijkt mij in dit verband relevant. Is de ASO per definitie geen sportorganisatie omdat ze een winstoogmerk heeft?

Loek Jorritsma
10-11-2015

Hoi Paul, dank voor je reactie.

Het is de rijksoverheid die dit onderwerp nu op de Europese agenda heeft geplaatst. Mijn observaties zijn essentiële bouwstenen bij de behandeling van dit agendapunt. Ik heb zelf (nog) geen klacht ingediend bij de Europese Commissie - zoals ik eerder wel gedaan heb inzake staatssteun bij de Europese bvo's - maar heb deze bijdrage wel ter kennis gebracht bij de betrokken afdeling van de Commissie. Bij de behandeling van dit onderwerp is niet alleen de 'Directie Sport' van de Europese Commissie betrokken. Mocht me in de loop van het voorzitterschap blijken dat Nederland zich hier met een Jantje van Leiden wil afmaken dan ligt het uiteraard in mijn bedoeling me op een vergelijkbare manier met dit onderwerp te bemoeien als ik eerder inzake staatssteun bvo's heb gedaan.

Wat betreft de bijdrage die de politieke partijen tot nu toe aan dit onderwerp hebben geleverd, die is inderdaad onder de maat. Maar dat komt waarschijnlijk omdat de sportwoordvoerders een zekere huiver hebben om hun lokale partijgenoten van gemeenten waar aan bvo's staatssteun wordt verleend voor de voeten te lopen. Of hebben zich gewoon nog even niet ingelezen.

De onderdelen: ontwijking van belastingbetaling, mogelijk misbruik maken van een machtspositie, boeken gesloten willen houden, de (wielren)sport verzilveren ten eigen commerciële bate, verlenen van staatssteun, de 'eigenheid van de sport' volstrekt onvoldoende benoemen, etc. zullen in 2016 zeker aan de orde zijn.

De rijksoverheid zal wel moeten en NOC*NSF moet mee.

Loek Jorritsma
10-11-2015

Hoi Peter,

Wat een sportorganisatie is? In ons land wordt dat bepaald door de opvatting van de belastingdienst. Die bepaalt welke organisaties in ons land een vrijgestelde prestatie mogen leveren. Als je me je mailadres stuurt dan zal ik je daarover heel breed informeren via mijn liber amicis dat ik schreef bij mijn afscheid van VWS in 2006. De ASO valt daar niet onder. Ook in Frankrijk - waar wetgeving bestaat op het gebied van de sport - is de ASO geen sportorganisatie doch gewoon een commerciële onderneming.

Wat interessant zou zijn is hoe de Belastingdienst zou reageren wanneer de ASO zich er op zou beroepen om bij 8 (Gerechtshof Amsterdam) de organisatie te zijn die gelegenheid geeft tot sportbeoefening en verzoekt om toepassing van het lagere BTW-tarief.

Loek Jorritsma
11-11-2015

De wereld staat inmiddels niet stil. Want Raymond Kerckhoffs, de wielerjournalist van De Telegraaf, bracht zojuist het nieuws dat de RCS-groep, eigenaar van o.a. De Giro en Milaan San Remo, te koop is. Als de ASO de RCS overneemt heeft die daarmee álle professionele wielerevenementen in haar bezit. Een absoluut kartel. En dan is het gebruik van haar machtspositie van een nog grotere omvang dan nu. Mocht dit doorgaan en mocht ook de discussie in Europees verband inzake topsportevenementen hieraan onvoldoende aandacht besteden, dan zal ik dat zeker ook verwerken in een klachtenreeks die begint met ongeoorloofde staatssteun. En mochten wielerjournalisten aan dit geheel geen kritische aandacht besteden dan zal  ook die observatie er toe bijdragen dat de ASO een zodanige machtspositie heeft dat journalisten bijv. bevreesd moeten zijn voor het niet-verkrijgen van een accreditatie om de wielerwedstrijden van de ASO te verslaan.

http://www.cyclingweekly.co.uk/racing/giro-ditalia/rcs-sport-organiser-of-the-giro-ditalia-set-to-be-sold-199301

Loek Jorritsma
11-11-2015

Op Twitter heeft Hans Slenders aangegeven dit artikel te hebben gelezen en het niet eens met mij te zijn over mijn observatie dat het hier om ongeoorloofde staatssteun gaat. Ik heb hem gevraagd om hierover via deze site te discussiëren. Twitter heeft nu eenmaal minder tekens ter beschikking. Het is mijn ervaring dat het begrip staatssteun nog te weinig op zijn juiste wijze wordt beoordeeld. Met deze discussie hoop ik dat door de inbreng van Hans dat begrip wordt vergroot.

Hans Slender
13-11-2015

Staatssteun aan ASO zou je over kunnen discussiëren. Staatssteun aan een stichting die door de gemeente Utrecht zelf is opgericht lijkt mij wat vreemd. Kan een overheid staatsteun geven aan zichzelf? Volgens mij is het primair een politieke beslissing om de maatschappelijke kosten en baten tegen elkaar af te wegen. Er is sprake van marktfalen in die zin dat zonder overheidssteun er nooit meer major en mega sportevenementen in Nederland zullen plaatsvinden. Met een zeer uitgebreid activatieprogramma is juist in Utrecht getracht het platform van de Tour de France optimaal te benutten om externe effecten met algemeen nut na te streven (sport/bewegen, kunst/cultuur, kennis, economie, etc.).

Je kunt je trouwens afvragen of er sprake is van een markt van wielerevenementen of een sportevenementenmarkt. Steden maken in hun evenementenportfolio's keuzes in typen evenementen, maar ook tak van sport. Steden worden inderdaad tegen elkaar uitgespeeld per evenement, maar dit is gewoon een kwestie van vraag en aanbod. Of de Giro nu direct meer waard wordt als hij door ASO georganiseerd zou worden, dat is dus nog maar de vraag. Dit is juist marktwerking lijkt mij.

Loek Jorritsma
13-11-2015

Staatssteun aan de Stichting. De Stichting is een autonome rechtspersoon, staat los van de gemeente, ook al is die door de gemeente in het leven geroepen. Een voorbeeld. Hof van Justitie van de Europese Unie 19 maart 2013 arrest C-399/10P en C-401/10P heeft bepaald dat ook mededlingen van overheden aangemerkt kunnen worden als staatssteun. Want ook mededelingen kunnen de markt beinvloeden. Frnace Telecom verkeerde in financiele moeilijkheden. De Fransee Staat is meerderheidsaandeelhouder van FT en deelt mede dat de Staat alle maatregelen zal treffen om te voorkomen dat het fout loopt. De Franse staat geeft een persbericht uit (4 december 2002) om 9 miljard euro te investeren. Deze investering heeft nimmer plaatsgevonden. Toch heeft het Hof geoordeeld dat het hier ongeoorloofde staatsteun betrof. Je kan dus inderdaad ongeoorloofde staatssteun verlenen aan een dergelijke stichting.

Inderdaad kan er in ons land geen major of megasportevenement in Nederland worden georganiseerd zonder overheidssteun. Dat is altijd staatssteun. Eigenlijk weet Nederland dat ook wel. Want onlangs heeft de Europese Commissie aan de Lid-Staten gevraagd naar hun visie op voorstellen voor Algemene Groepsvrijstellingen inzake staatssteun. Daar was ook het onderdeel Sport bij. En de Nederlandse overheid heeft daarop slechts de vraag gesteld of de Commissie zou willen overwegen om de organisatie van grote internationale sportevenementen te betrekken in deze Algemene Groepsvrijstelling. De Europese Commissie heeft dat niet gedaan. Dat betekent dat álle grootschalige topsportevenementen, in geheel Europa, vallen onder de bepalingen inzake Staatssteun.

Bij de agenda-setting van Nederland inzake topsportevenementen dient dus ook aan dit gegeven aandacht te worden besteed.

Wat betreft het activatie-programma bestaat met mij geen verschil van mening. Dat valt inmiddels wel te scharen onder de Algemene Groepsvrijstelling.

Er is een relevante markt van topsportevenementen, je geeft zelf terecht al aan dat hier marktwerking is. De dikste portemonnee heeft het meest gewilde evenement. Wat is er dan mooier dat een overheidsgarantie de potentiële organisator in staat stelt het hoogste bod te doen. De overheid kan toch niet failliet. Wanneer straks  de RCS-groep ook wordt gekocht door de ASO zal de ASO haar monopoliepostie nog verder kunnen uitbouwen. Hij wordt niet meer waard, maar wel duurder.

Wat is daar aan te doen? Stel als (Europese) overheden vast welke topsportevenementen wél en welke juist niet behoren tot de publieke taak van de sport. De competitie, échte EK's en WK's. Stel - ook Europees - een topsportevenementenkalender vast en een Europese norm en kader voor overheidsbijdragen. Alle overige evenementen zijn marktevenementen waarvoor géén positieve overheidsbemoeienis hoeft te gelden.

Pas dan voldoen de (inter)nationale sportorganisaties aan hun maatschappelijke verplichting om verantwoorde sportbeoefening te verzorgen en voldoen de overheden aan hun publieke verantwoording voor verantwoorde besteding van overheidsmiddelen.

Zie ook mijn bijdragen aan wetgeving en sport: de sportwereld in de startblokken en Ongeoorloofde staatssteun in betaald voetbal eindelijk exit?

sjak rutten
14-11-2015

Je kan elke discussie in een bepaald frame gieten. Het frame van de staatssteun lijkt me in dit geval te beperkt. De gemeente Utrecht is op grond van de Gemeentewet bevoegd, zelfs verplicht om haar eigen huishouding te regelen. Daarbij hoort het op gang brengen van een stroom economische activiteiten, onder andere door stadspromotie. Die stroom zou in dit geval niet op gang komen zonder een voorinvestering van de gemeente Utrecht. Het probleem is dat de kosten van het Grand Depart door een instantie, de gemeente, betaald moeten worden, terwijl de opbrengsten op veel plekken in Utrecht en soms pas op langere termijn binnengehaald worden. Het is nooit precies te bepalen hoeveel de opbrengsten zijn en hoeveel Utrecht van de investering terug ziet. Utrecht ontvangt door het Grand Depart toeristenbelasting. Op langere termijn kan het Grand Depart Utrecht beter op de kaart zetten, werkgelegenheid creeren en daarmee leiden tot besparing op kosten van bijstand. Door alle uitgaven die in Utrechtzijn gedaan ontvangt de staat der Nederlanden meer BTW. Een deel daarvan komt via het Gemeentefonds weer in Utrecht terecht. Kortom, het gaat om een ingewikkelde economsche kringloop die niet zonder een voorinvestering van de gemeente Utrecht tot stand zou komen. De gemeenteraad van Utrecht heeft de afweging moeten maken: wegen de kosten van een Grand Depart op tegen de (potentiele) baten? Dat moest iedere concurrerende stad ook doen en nergens had men Grand Depart kunnen realiseren zonder voorinvestering van het betreffende stadsbestuur. Daardoor is het speelveld gelijk. Dus van concurrentievervalsing door "staatssteun" lijkt mij geen sprake. 

loek jorritsma
14-11-2015

http://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/247911/247911_1417507_11_2.pdf

Beste Jak, dank voor je bijdrage, dat scherpt.

Via bovenstaande link kom je op de tekst van het document van de Europese Commissie van 06.03.2013 waarin nader onderzoek wordt aangekondigd naar de steunmaatregelen aan bvo's in ons land. O.a. PSV. Daarin worden de overwegingen gegeven die leiden tot dit nadere onzerzoek. Ik vind het jammer, dat de EC hierover nog geen definitief besluit heeft genomen om dat nu nog niet volstrekt duidelijk is hoe de EC de staatssteun als ongeoorloofd beschouwd. Ik kan daar dus nog niet naar verwijzen. Waar ik wel aandacht voor vraag is het volgende.

Als argument voor het Grand depart geef je aan dat het de gemeente Utrecht hierdoor economisch beter gaat. Ik kort je argumentatie even af en hoop dat je het hiermee eens bent. Daarom wil ik verwijzen naar pagina 19 en de nummers 71 en 72 en 73. Hierin wordt de overweging meegenomen dat de staatssteun zou kunnen vallen onder de afwijking van artikel 107, lid 3. De Commissie tekent dan aan dat de regio's die het hier bij de bvo's betreft niet onder deze afwijking vallen. De betrokken maatregelen dienen niet om een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen of ernstige verstoring in de Nederlandse economie op te heffen en ook niet om bepaalde vormen van economische bedrijvigheid te vergemakkelijken.

Het mag best zo zijn dat het de gemeente Utrecht hierdoor beter gaat, maar het is de vraag of daarvoor het instrument Grand Depart via gemeentelijke en rijksoverheidssteun aan de ASO geoorloofd is. Daarbij wil ik er op wijzen dat het hier gaat om 'sportgeld' en niet om een bijdrage van bijv. Economische Zaken. Dat departement zou het meest gerede departement zijn om de economische omstandigheden van de gemeente Utrecht zoals je hier schetst te verbeteren.

Het zou de moeite waard zijn om de Europese Commissie ook te verzoeken te bezien of de bijdrage van VWS aan Utrecht als ongeoorloofde staatssteun dient te worden aangemerkt. Want in andere landen waar de rijksoverheid geen bijdrage levert aan gemeenten die een Grand Depart (kunnen / willen) organiseren wordt zo de Interne (Europese) Markt beïnvloedt.

In mijn bijdrage ga ik inderdaad sterk in op het thema staatssteun. Ik stip ook een aantal andere thema's aan. Sportorganisaties, sportaccommodaties, Wet Markt en overheid en de afdracht van de ASO aan de KNWU. Voor het gemak ga ik er maar van uit dat je hier geen bedenkingen bij hebt.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst