Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Brief aan minister Edith Schippers 17 maart 2015

XL10NweFiguurbijColumnXLKlaasFaberGeachte mevrouw Schippers,

In het AD van 4 maart jl. las ik dat u van plan bent een zogeheten dopingconferentie te beleggen op het sportcentrum Papendal. Dat artikel was helder en duidelijk voor wat betreft het tweeledige doel, namelijk (1) echt breken met het verleden en (2) maatregelen nemen voor de toekomst. Maar is dat doel werkelijk realistisch? Mijn antwoord luidt ‘nee’, vanwege drie aanzienlijke barrières waarmee in het geheel geen rekening blijkt te zijn gehouden. De eerste barrière is fundamenteel van aard, de overige twee vooral praktisch:

1. de huidige definitie van doping is nodeloos vaag;
2. er heerst een gebrek aan kritische deskundigheid;
3. het dopingreglement is leidend en ligt sinds 1 januari jl. (!) voor jaren vast.

Allereerst de fundamentele barrière. Het is een onweerlegbaar feit dat doping anno 2015 vaag is gedefinieerd, en dat probleem is te herleiden tot besluitvorming in 2003 (!), zie artikel van Henk Stouwdam in NRC (Bijlage 1). Dat simpele gegeven impliceert fundamentele weeffouten in ieder denken omtrent doping. Het meest ernstige, direkte resultaat van die vage definitie is immers een (min of meer) willekeurige dopinglijst.

"Iedere willekeur omtrent een moreel vraagstuk leidt onvermijdelijk tot opportunisme en selectieve moraal"

Zoals u zult onderschrijven, leidt iedere willekeur omtrent een moreel vraagstuk onvermijdelijk tot opportunisme en selectieve moraal. Persoonlijk zie ik die onvermijdelijke gevolgen in de huidige context evident belichaamd in de publikaties van anti-dopingactivist Thijs Zonneveld, de motor achter het huidige AD-dopingdebat.
Voorbeeld. In het tijdschrift De Muur (januari 2013) schreef Zonneveld:

'Ik heb zelf nooit iets gebruikt dat volgens de lijst verboden was. Wel ijzerspuiten, caffeïnepillen en een apparaat dat hoogte simuleerde – maar dat viel niet onder doping'

Vervolgens lees ik dan onlangs in het AD dat Zonneveld oppert om met name cannabis van de lijst te (laten) halen. Waarom dan hierboven, op zichzelf toegepast, de lijst klakkeloos volgen? Duidelijker manifesteert opportunisme zich zelden.

N.B. er zijn goede redenen om cannabis binnen competitie te verbieden, zie samenvatting van het artikel ‘Cannabis in Sport’, uit 2011 (Bijlage 2). Wie schetst trouwens mijn verbazing toen hetzelfde AD enkele dagen [sic!] na de suggestie van Zonneveld een artikel publiceerde met de strekking dat cannabis wel dégelijk prestatiebevorderend is (Bijlage 3). Dit alles komt mij hoogst curieus voor, want, ik verval in herhaling, was de (on)sportieve kant van de cannabis-problematiek niet via Bijlage 2 reeds vier (4) jaar eerder goed uitgezocht en gedocumenteerd in het publieke domein? Mag ik omtrent deze berichtgeving spreken van waan van de dag?

Met het apparaat van Zonneveld streeft men trouwens hetzelfde prestatiebevorderende effect na als met EPO-suppletie. Het apparaat is minder effectief voor dat doel maar dat maakt voor een zuivere discussie niet uit. Het verschil dient in iedere discussie over een moreel vraagstuk kwalitatief van aard te zijn (wel/geen effect; slecht/goed), niet kwantitatief (x% vs. y%). Want wat geldt volgens Zonneveld immers als één van de belangrijkste redenen om doping te verbieden?

Antwoord: indien men doping vrijgeeft, wordt iedereen gedwongen om doping te gebruiken. En geldt dat laatste dan niet voor het apparaat van Zonneveld? EPO levert ca. 5% extra vermogen, maar de Tour wordt echt wel met minder dan 1% beslist. Bedenk verder dat dit apparaat verboden is in bepaalde landen, zoals Italië. De Italiaan Nibali, de laatste Tour-winnaar, ging dan ook regelmatig naar Zwitserland toe, en vooral met het doel om van dit (in Italië verboden) apparaat gebruik te kunnen (blijven) maken.

"We kijken naar een drogredenering om doping te verbieden"

Kortom: dit apparaat is zogenaamd géén doping, maar men wordt wél gedwongen om het te gebruiken, mits men voor de prijzen gaat. We kijken derhalve naar een drogredenering om doping te verbieden en dat is jammer, want een verbod op échte doping is rationeel prima te onderbouwen.

Opportunisten pur sang als Zonneveld en Nibali belichamen het huidige verleden. Hóe moet het dan in de toekomst? Anders gezegd: met welk deel van het verleden wil men nu zo graag breken?

De tweede barrière is praktisch van aard: het ontbreken van kritische deskundigheid bij de instanties die hier ten lande de dienst uitmaken. Men neme ter illustratie de samenvatting van een prevalentie-onderzoek verricht door Nederlandse onderzoekers, waarbij de Dopingautoriteit is betrokken (Bijlage 4). Als belangrijkste conclusie geldt:

'The key task for future preventive health work is to not only focus on anabolic steroid use, but also include interventions focusing on the use of stimulants to lose weight'

Maar weten deze onderzoekers dan niet dat het gebruik van stimulanten voor wedstrijdsporters expliciet is toegestaan buiten competitie? En wanneer wil een wedstrijdsporter gewicht verliezen? Suggestie: de periode voorafgaand aan de wedstrijd, en nogmaals: dat is expliciet toegestaan. En weten deze onderzoekers dan niet dat het verbod op doping enkel geldt voor wedstrijdsporters, niet voor recreanten in bijvoorbeeld fitness centra? Anders gezegd: waar bemoeien die onderzoekers zich mee, op kosten van de belastingbetaler?

"Waarom niet eens de prevalentie onderzocht van alcoholgebruik onder (recreatieve) sporters?"

Dan nu een retorische vraag, maar daarom mijns inziens niet minder belangrijk: waarom niet eens in de context van zogenaamde doping de prevalentie onderzocht van alcoholgebruik onder (recreatieve) sporters. Het is toch geen geheim dat alcohol in bepaalde sporten op de lijst staat? Welnu, hetgeen als doping geldt voor de één, kan toch geen aanbeveling zijn voor de ander? Nee toch?

Weer een zijstap. Yuri van Gelder had 100% gelijk door te stellen dat hij geen doping had gebruikt, want het betrof immers een stimulant buiten competitie. Niettemin stond hem een schorsing van twee (2) jaar te wachten doordat er voor de meeste stimulanten geen drempelwaarde wordt gehanteerd voor de test uitgevoerd binnen competitie. Een drempelwaarde zou logisch zijn om gebruik binnen competitie – immers wél verboden – aannemelijk te maken (vergelijk het met alcohol in het verkeer). Yuri had dan de ongelooflijke mazzel dat de betreffende autoriteiten hem een strafvermindering hebben toegekend die niet eens in zijn vonnis stond. Yuri is nog steeds de enige aan mij bekend die een dergelijke creatieve voorkeursbehandeling kreeg.

Vooruit, nog een retorische vraag: hoe denkt men de strijd tegen doping te winnen indien men zich niet zelf aan de regels houdt?

"Pijnmedicatie voldoet aan alle criteria van échte doping. Niettemin is pijnmedicatie grotendeels toegestaan"

Dan nú door naar een buitengewoon ernstige misstand. Pijnmedicatie voldoet prima aan alle criteria van échte doping, hoe vaag de combinatie van criteria anno 2015 ook moge wezen. Niettemin is pijnmedicatie grotendeels toegestaan?! Die lacune in de dopingregelgeving leidt al jarenlang tot talloze sportinvalides, en dat is algemeen bekend. Niet enkel in het American Football, maar tevens bijvoorbeeld in het Europese voetbal. Zo is het goed bekend dat tijdens grote voetbaltoernooien tot rond 50% met pijnstillers het veld oploopt. En die misstand begint al bij de junioren. De slachtoffers van EPO en anabole steroïden? Daar wordt zeer gewichtig over gedaan, maar waar zijn ze?

Tot zover de willekeurige dopinglijst. Dan nu door naar de derde barrière. Per 1 januari jl. is de revisie van het Dopingreglement in werking getreden. We praten bij dergelijke revisies over een patroon van zes (6) jaar. Bijgevolg zit de zaak op slot voor meerdere jaren, voor wat betreft sanctionering. En wat lees ik dan in het AD? Allerlei voorstellen voor nieuwe sancties! Wist Zonneveld dan niet dat het Wereld Anti-Doping Agentschap verantwoordelijk is voor sanctionering en dat eventuele voorstellen al lang geleden in het consultatieproces ingebracht hadden moeten worden? Iedere extra sanctie is kansloos, vanwege het legale beginsel ‘ne bis in idem’. In lekentaal: geen dubbele bestraffing zonder dat zich nieuwe feiten hebben voorgedaan.

Samenvattend:

  • er kan mijns inziens vanalles van de dopinglijst worden afgevoerd en er zou mijns inziens direkt vanalles op deze lijst moeten worden geplaatst, rationeel gezien;
  • schone sport is op dit moment een illusie dankzij de huidige willekeurige dopinglijst;
  • maatregelen ter verbetering van de strijd tegen doping zijn grotendeels aan het WADA en op dit moment zit de deur effectief voor vele jaren op slot.

Ik concludeer dan ook dat deze conferentie op zijn best cosmetische maatregelen op kan leveren. Afsluitend is is nog ter lering en vermaak een stuk toegevoegd waarin te lezen valt hoe renners bijna 1600 pillen wegwerken tijdens de Tour (Bijlage 5), maar dat geldt niet als doping!

Hoogachtend,

Klaas Faber, onafhankelijk (anti-)dopingdeskundige en voormalig forensisch onderzoeker

Bijlage 1: Artikel betreffende de huidige vage definitie van doping (NRC, 2003)
Bijlage 2: Samenvatting wetenschappelijk artikel betreffende cannabis (2011)
Bijlage 3: Artikel betreffende cannabis (AD, 2015)
Bijlage 4: Samenvatting wetenschappelijk artikel betreffende prevalentie (2014)
Bijlage 5: Artikel betreffende het zogenaamde dementendoosje (AD, 2008)

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst