Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Leren in workshops, clinics, seminars; wat levert dát op? 3 februari 2015

Hoe en wat coaches leren 1
In deze reeks van columns wordt 'eigen leren en ontwikkelen van sportcoaches' in beeld gebracht. Nu eens niet alle aandacht naar de sporter, maar naar de coach. Wat doen trainer/coaches aan eigen ontwikkeling? Uit onderzoek blijkt dat zij voornamelijk naar workshops of congressen gaan. Dat is op zich prima, maar er is veel meer onder de zon.

In deze zevende en laatste column in deze reeks komt ‘theoretical learning’ aan bod: leren door te luisteren naar anderen die iets interessants te vertellen hebben. Dat kan tijdens een cursus. Maar ook thuis op de bank, door te surfen op het web en instructieve video’s te bekijken op Youtube. Of door je te verdiepen in vakliteratuur en (sport) magazines.

1 Dit is tevens de titel van het promotieonderzoek dat auteur Ton Biessels momenteel verricht.

door: Ton Biessels

Als je aan iemand vraagt: wat ga je doen als je iets wilt leren? Of wat als je je wilt bijscholen? Het maakt niet uit op welk gebied je deze vraag stelt - auto-onderhoud, tuinaanleg of een tactiek leren begrijpen en toepassen - op deze vraag komt bijna altijd hetzelfde antwoord: 'ik ga dan een cursus volgen'. Dat is ook precies wat trainer/coaches het meest en het liefst doen: zij schrijven zich in voor een cursus; op de website van hun eigen bond staan de diverse mogelijkheden hiervoor. Anders vind je ze wel bij NLcoach, bij NOC*NSF of bij de Johan Cruyff Institutes en Academies. Deze - zeer gewaardeerde - aanbieders werken grotendeels met de cursorische aanpak, hetgeen logisch, pragmatisch en financieel noodzakelijk is. Echter, hier is een groot nadeel aan verbonden: mensen zijn heel verschillend en mensen leren ook heel verschillend. Dan zijn er ook nog verschillende manieren van leren! Daar is in de cursusaanpak weinig ruimte voor. Heterogene groepen in monogene lesstof: kan dat succesvol zijn? Is er voldoende rendement?

Kennelijk gaan we graag naar cursussen als we wat te weten willen komen over wat dan ook. In plaats van ‘cursus’ kom je ook de term leergang, workshop of - meer trendy - de naam clinic tegen. Waarom deze bijna reflexmatige reactie? Deze vraag is al eens onderzocht (Eraut, 1994): het woord ‘leren’ triggert kennelijk de associatie met school en met onze schooltijd. Hebben we daar niet onze eerste lessen gevolgd? 'Heb je weer veel geleerd vandaag, jongen', riepen onze ouders als je thuis kwam na ‘een dag school’?

Zo is dat er met de paplepel ingegoten. Is een cursus of clinic dan zo schools? In elk geval lijkt het er qua organisatie wel veel op. Je gaat een cursusruimte in (klaslokaal), je treft een trainer aan (leraar) en een programma (les). Leren anno 2015 heeft nog wel wat van het klassieke leren. Wij scholen bij en scholen na, in een cursusgroep (klas) samen met de andere cursisten (leerlingen). En qua inhoud? Iedereen wordt op dezelfde manier geschoold; heel klassiek. Terwijl wij toch allen verschillend zijn. En verschillend leren.

Jaap Stam
Met klassiekers is op zich niet veel mis; zij hebben iets sterks, waardoor zij de tand des tijds doorstaan; dit geldt kennelijk ook voor de klassieke manier waarop vele trainer-/coachopleidingen in Nederland worden vormgegeven. Het is ook organisatorisch een makkelijke modus, met vaak een financiële noodzaak. Met vakgenoten gezamenlijk een aantal dagdelen in een ruimte, met een supervakgenoot ervoor? Prima toch? Of toch niet?

Waarom geeft voetbaltrainer Jaap Stam aan dat hij geen klassikaal onderwijs wil?
De assistent-trainer van Jong Ajax deelde mee met de cursus Coach Betaald Voetbal te stoppen, ‘omdat hij het niet meer trok om in de schoolbanken te zitten’ (bron: Telegraaf, 4 december 2014). Met de KNVB gaat Stam in overleg over een oplossing, waarbij ‘het individueel afronden van de cursus tot de mogelijkheden behoort’. Opvallend is dat juist deze bond zijn leergang Coach Betaald Voetbal al in ruime mate heeft gedecentraliseerd; bijeenkomsten in kleine groepen, op de werkvloer, dus bij de voetbalclubs van de diverse deelnemers in huis.

Andere vormen van theoretische scholing. Dringend gewenst!
Stam mag nu de cursus Coaches Betaald Voetbal individueel afronden. Zou Stam dan de enige zijn die dat mag? Of zou Stam de enige zijn die heeft aangegeven dat hij de klassikale momenten niet trekt? Ik denk dat er meer zijn die verlangen naar een individuele afronding. Daar zou de KNVB als ‘beste voetbalopleider in Europa’ haar voordeel mee kunnen doen. Van beste opleider naar beste opleidingsinnovator. Hetgeen weer goed aansluit bij een van de elf speerpunten zoals die werden geformuleerd door technisch manager van de bond - Jelle Goes - aan het eind van het symposium dat de KNVB organiseerde in december jongstleden. Speerpunt nummer twee dekt precies deze lading: 'er moet nog meer een cursus op maat worden gemaakt voor deze trainers'. Hiermee werden de jeugdtrainers bedoeld, waarmee overigens de spijker op de kop maar half werd geraakt. Immers: geldt dit niet even zo goed voor de trainers van de A-selectie?

Maar hoe gaat vernieuwing in zijn werk? Een cursus op maat maken voor ca. dertig verschillende trainers? Een uitdaging. Maar is die realistisch? Zeker, lees verder.

40 voetbaltrainers in één en dezelfde workshop en toch 40 individuele trajecten
In het kader van hun bijscholing mocht ik – als een van de trainers van het bureau CODE, Sportcoachdevelopment - veertig licentiehoudende voetbaltrainers UEFA-A, -B en -C ontvangen op de KNVB-vergaderlocatie in Zeist (die inmiddels gesloten is overigens). De trainers hadden punten nodig voor hun licenties, die op het punt stonden te verlopen. Om die reden hadden zij zich aangemeld voor deze bijscholing, gaven zij meteen ruiterlijk toe. Wat zij bij de start van het programma al wisten, was dat deze training volgens een compleet andere visie zou worden aangeboden. Desondanks troffen zij daar een klassieke klassikale situatie aan, met een klein oud-modernistisch tintje: verdeling in twee subgroepen.

Na enkele vragenlijsten ingevuld te hebben over zichzelf - leren begint met zelfinzicht - werd meteen de weg ingeslagen van de individuele programma’s. Iedereen bleek andere, eigen leerpunten te hebben: de een wilde nu eens grondig duiken in periodisering van trainingen, een ander wilde focussen op techniektrainingsverbetering. Weer een ander vond het uitverdedigen van zijn team beneden de maat en wilde dit gaan aanpakken, door meer kennis en inzicht hierover te vergaren en op basis daarvan zijn team beter te laten spelen.

En zo ging het verder: het trainen en verbeteren van de diverse spelhervattingen was een opdracht die een trainer zichzelf gaf, terwijl een ander wilde werken aan de tactiekontwikkeling binnen zijn team, met het doel dat spelers ook zelf de te volgen tactiek gingen ‘bedenken’. Het effectiever uitlopen van de keeper: hoe bereik ik dat? Van dialoog en interactie organiseren binnen de selectie, tot het bedenken van een structuur om in overleg met het bestuur de te bereiken verwachtingen te leren managen. Elk wat wils, iedereen bezig met zijn eigen persoonlijke ontwikkeling. Zo kwamen zij tot veertig individuele en persoonlijke ontwikkelprogramma’s.

Met behulp van de zeven leerstrategieën (zie links naar de vorige columns in deze serie in het kader onderaan) werd een ontwikkelplan gemaakt. Zo werd de brug geslagen naar het leren in de praktijk. Een effectieve manier om klassikaal toch iedereen zijn eigen weg te laten kiezen.

Veel browsen, surfen en zappen
Stel dat je een van deze voetbalcursisten was geweest: je bepaalde zelf je onderwerp waarop je stappen wilde maken om jezelf en daardoor je team te verbeteren. Maar dan? Hoe kom je aan nieuwe kennis? Moet de cursusleider/trainer dat niet allemaal weten? Bijna onmogelijk. Theorie en kennis haal je niet alleen uit een cursus; kennis komt ons tegemoet in golven en lawines. Er is zoveel en zoveel tegelijk, in hoog tempo komt de informatie binnen zodra je inlogt; je browser start de informatie-sunami op. Al snel vind je de weg naar je eigen sport: zappend leren.

Natuurlijk geldt ook hier weer: de informatie die je krijgt is nog niet af; je weet nu wel iets meer, maar kun je het ook aan je atleten en spelers overbrengen? Daar moet de info immers naar toe. Pas dan is er rendement: betere spelers, een beter team. Je sporter wordt beter omdat jij beter wordt. Zo kan eigen ontwikkeling heel goed plaats vinden in een groep, maar toch individueel, op maat, op elk moment.

Vergeet de boeken niet
In dit digitale tijdperk zou je het bijna vergeten: er zijn ook (hele goede) boeken. Over mental coaching, talentmanagement, trainingsmodellen, over crisismanagement. De productie hiervan gaat gewoon door, digitaal tijdperk ten spijt. Ze zijn natuurlijk wel te verkrijgen in E-reading. Wellicht heb je wel eens een cursus gedaan ‘op afstand’? Dit afstandsonderwijs, met bekende aanbieders zoals NTI en LOI is plaats- en tijdongebonden. Slim bedacht, want zo kun je je eigen momenten bepalen wanneer je jezelf aan het leren zet.

Trainingen voor trainers/coaches
Naast zijn onderzoek naar coachleren en ontwikkelen is Ton Biessels management development trainer en projectleider fysieke en mentale weerbaarheid. Hij geeft trainingen aan trainers/coaches. Hij brengt zo de toepassingen van zijn onderzoek in de praktijk.

Voor meer informatie: 06-5122 1294, tonbiessels@gmail.com, www.coachinsports.nl

Ton Biessels is management- en organisatieadviseur, maar zijn oorsprong ligt in de sport: hij studeerde aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in Tilburg en vervolgens Bewegingswetenschappen tot en met zijn kandidaatsexamen aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Verder was hij jarenlang gymleraar in het basis- en voortgezet onderwijs en docent anatomie & fysiologie aan inservice-opleidingen. Momenteel werkt hij als buitenpromovendus aan de Universiteit Utrecht aan een promotieonderzoek getiteld 'Hoe en wat coaches leren'. Voor meer informatie: tonbiessels@gmail.com.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst