Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Aansprakelijkheid van exploitanten van sportaccommodaties, deel 2 | Slim contracteren om aansprakelijkheid uit te sluiten 19 oktober 2010

door: Björn van Eijk en Angela Evers

In deel I van dit tweeluik is in kaart gebracht wanneer exploitanten van sportaccommodaties aansprakelijk zijn voor blessures of schade van deelnemers aan een sportevenement of van bezoekers van sportaccommodaties. De kans op aansprakelijkheid, die fors kan oplopen, kan echter aanzienlijk worden beperkt. Niet alleen door veiligheidsmaatregelen te treffen, maar ook door uitsluitingen of beperkingen van aansprakelijkheden op te nemen in contracten en algemene voorwaarden. De vraag is hoe ver exploitanten hierin kunnen gaan. Kunnen zij zich eigenlijk wel wapenen tegen aansprakelijkheid door zogenaamde exoneratieclausules te hanteren?

Goed voorbeeld zijn de borden met de tekst ‘Deelname is voor eigen risico’. Of algemene voorwaarden en inschrijvingsformulieren waarin staat dat aansprakelijkheid is uitgesloten. Bij overeenkomsten met particulieren is een beroep op zo’n exoneratieclausule niet zonder meer mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een clausule waarin aansprakelijkheid volledig wordt uitgesloten. Limitering van de schadevergoeding tot het bedrag dat de verzekeraar van de exploitant maximaal uitkeert kan echter weer wel. Kiest men voor zo’n clausule dan moet ook in de algemene voorwaarden worden opgenomen dat de aansprakelijkheid tot een bepaald bedrag is beperkt als de verzekeraar om welke reden dan ook niet uitkeert.

Beroep op exoneratieclausule niet altijd mogelijk
Het antwoord op de vraag of een beroep op een exoneratieclausule mogelijk is, hangt af van de concrete omstandigheden van het specifieke geval. Wat is bijvoorbeeld de oorzaak en de aard van de schade en valt de exploitant iets te verwijten? Grove schuld kan een beroep op deze clausule bijvoorbeeld uitsluiten. Een uitsluiting van de aansprakelijkheid voor letsel- of overlijdensschade zal eerder onredelijk bezwarend zijn dan een uitsluiting voor schade aan zaken.

In het Skeeler-arrest (zie deel 1) oordeelde de rechter dat een organisator van een skeelercursus aansprakelijk was voor de schade als gevolg van het overlijden van een cursiste die op haar hoofd was gevallen. Hier was een beroep op de clausule ‘Deelname is voor eigen risico’ niet mogelijk. De cursusleider had onzorgvuldig gehandeld. Hij had zijn cursisten niet verplicht of geadviseerd een helm te dragen. Bovendien bleek uit de clausule niet dat deze ook geschreven was voor ernstige schadesoorten, zoals overlijdensschade. Het advies is dan ook om in een exoneratieclausule in de algemene voorwaarden in ieder geval duidelijk te maken voor welk type schade de aansprakelijkheid wordt uitgesloten.

Contracteren met grotere partijen
Bij overeenkomsten met niet-particulieren, zoals scholen of bedrijven, wordt minder snel aangenomen dat aansprakelijkheidsbeperkende voorwaarden onredelijk bezwarend zijn. Maar onder omstandigheden kunnen de strenge regels waaraan de algemene voorwaarden tussen particulieren en exploitanten worden getoetst, ook hier van toepassing zijn. Dit noemen wij ‘reflexwerking’. Hierbij geldt over het algemeen grofweg de vuistregel dat naarmate kleine professionele wederpartijen meer op een consument lijken, reflexwerking eerder regel zal zijn. Met grote wederpartijen (onder meer naamloze en besloten vennootschappen, stichtingen en verenigingen die wettelijk verplicht zijn hun gehele jaarrekening te publiceren) mag men in principe afspreken wat men wil. Er zal minder snel geoordeeld worden dat een exoneratieclausule onredelijk bezwarend is.

De Rechtbank Arnhem oordeelde een paar jaren geleden dat een exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van een overeenkomst tussen een school en waterleidingmaatschappij moest worden getoetst aan de hand van voor particulieren geldende strenge maatstaven. De school opereerde niet als bedrijf, was niet gericht op winstbejag en het sluiten van dit soort contracten behoorde niet tot de voor een school kenmerkende activiteiten.

Toepasselijkheid algemene voorwaarden
Een volgend aandachtspunt is dat algemene voorwaarden niet zonder meer van toepassing zijn. Een algemene verwijzing naar algemene voorwaarden in bijvoorbeeld een huurovereenkomst met betrekking tot een sportaccommodatie (‘Op al onze overeenkomsten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing’) is absoluut onvoldoende.

Exoneratieclausules of de algemene voorwaarden waarin deze zijn opgenomen, zijn alleen van toepassing als deze aan de bezoeker/deelnemer kenbaar zijn gemaakt uiterlijk vóór of op het moment dat de overeenkomst wordt gesloten. Als dit wordt nagelaten, kan er geen beroep op die clausule worden gedaan. Een beding in de algemene voorwaarden is namelijk vernietigbaar als de wederpartij geen mogelijkheid heeft gehad hiervan kennis te nemen. Het is dus raadzaam om in bijvoorbeeld een huurovereenkomst te vermelden dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, deze aan de overeenkomst te hechten als bijlage en in de tekst van de overeenkomst een ontvangstbevestiging van de huurder op te nemen.

‘Elektronische’ algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden kunnen ook langs elektronische weg worden bedongen. Dat is vooral van belang voor de verhuur van sportaccommodaties via een website van de exploitant/eigenaar. Over de vraag wanneer de algemene voorwaarden in dat geval van toepassing zijn, zijn veel uitspraken gewezen.

In 2005 oordeelde de Rechtbank in Tiel dat algemene voorwaarden die op een website zijn geplaatst van toepassing zijn als de website is voorzien van een hyperlink waarmee de voorwaarden kunnen worden aangeklikt of aangevinkt en waarin staat dat de adressant de algemene voorwaarden heeft gelezen en akkoord gaat met de inhoud ervan.

Pas geleden bepaalde de Rechtbank Maastricht dat het enkel vermelden van de voorwaarden op de website of de enkele melding dat de voorwaarden ‘staan vermeld op de website’ onvoldoende is. De wederpartij moet hoe dan ook een redelijke mogelijkheid hebben om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Belangrijk is dat voldaan is aan de voorwaarde dat de wederpartij de algemene voorwaarden op zijn computer kan opslaan zodat hij deze later nog eens kan nalezen. Die optie moet op de website worden opgenomen.

Het Hof ’s-Hertogenbosch bepaalde eerder dat de vermelding dat ‘de voorwaarden op de website staan’ wel voldoende is. Aan de juistheid van die uitspraak moet worden getwijfeld. Uit de wet volgt namelijk dat het slechts toegestaan is om alleen te verwijzen naar de vindplaats van de algemene voorwaarden als het niet mogelijk is om de algemene voorwaarden op een andere manier kenbaar te maken. Dat zal niet al te gemakkelijk worden aangenomen. Verzending van een PDF-bestand per e-mail of het ‘doorlinken’ naar de algemene voorwaarden via een hyperlink is immers praktisch altijd mogelijk. Het is aldus verstandig om het zekere voor het onzekere te nemen en zo’n hyperlink met een doorklik- en acceptatiemogelijkheid op de website op te nemen.

Tips
Kortom, het hanteren van een exoneratieclausule biedt niet altijd voldoende zekerheid. Het voorkomen van ongelukken door het treffen van preventieve veiligheidsmaatregelen is uiteraard de beste oplossing. Voor het geval het toch misgaat, is het van groot belang dat u:
• goede exoneratieclausules opneemt en deze van te voren juridisch laat toetsen;
• goed verzekerd bent tegen aansprakelijkheid door te zorgen voor een ruime dekking;
• een goed veiligheidsbeleid voert;
• een risico-evaluatie uitvoert en deze ook regelmatig herhaalt;
• onveilige plaatsen detecteert;
• eventuele maatregelen neemt om onveilige situaties weg te nemen of afdoende waarschuwt als dat echt onmogelijk blijkt te zijn;
• de veiligheidsnormen - waaronder de normen van de sportbonden en NOC*NSF - volgt;
• zorgt voor goed toezicht;
• zorgt voor goede instructies van medewerkers;
• zorgt voor een goed calamiteiten- en ontruimingsplan;
• toezicht op de kwaliteit verbetert door naleving van protocollen, bijvoorbeeld die van de Vereniging Sport en Gemeenten (zie www.sportengemeenten.nl).

Björn van Eijk is werkzaam binnen de secties Vastgoed & Overheid en Ondernemingen en is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van beide genoemde protocollen van VSG.
Angela Evers werkt binnen de secties Ondernemingen, Vastgoed & Overheid en Arbeid & Organisatie. Voor meer informatie
www.marxman.nl.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst