Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

De Schijf van 10! | De praktische invulling van een breed motorische ontwikkeling en veelzijdig bewegen 5 mei 2020

door: René Wormhoudt, Geert Savelsbergh & Jorick Hendriksen

Goed leren bewegen is belangrijk voor de gezondheid, het welzijn en de fitheid van een ieder. Het is de basis voor zowel een recreatief als prestatief sportief leven. Plezier hebben in bewegen is daarbij een belangrijke motivator voor elke leeftijd om te blijven bewegen. Dit ontstaat onder andere door variatie en diversiteit in een uitdagend en veelzijdig beweegaanbod. Door veelzijdig te bewegen ontstaat daarnaast een beter aanpassingsvermogen, minder blessures, betere sportieve prestaties en meer creativiteit. Goed leren bewegen en veelzijdig bewegen gaan dan ook goed samen. De vraag is: wat is veelzijdig bewegen? 

Veelzijdig bewegen wordt vaak in meerdere termen verpakt zoals: breed motorisch ontwikkelen, breed motorisch opleiden, allround - of alzijdig bewegen of in een term als multisporten. De invulling van het concept veelzijdig bewegen gaat vaak niet verder dan 'variatie aanbieden in sporten'. Het Athletic Skills Model (vanaf nu ASM) heeft met de Schijf van 10 het veelzijdig bewegen uitgewerkt van een visie naar een praktisch werkbare toepassing voor een groep of een individu en voor alle vormen van bewegen. Toepasbaar voor het bewegingsonderwijs, de revalidatie/gezondheidszorg, de topsport en breedtesport, de ongeorganiseerde sport, het bedrijfsleven en vitaliteitsprogramma’s.

De Schijf van 10! Met tien verschillende beweegvormen

Balanceren en vallen | Gaan en lopen | Stoeien en vechten | Springen en landen| Rollen, duikelen en draaien | Gooien, vangen, slaan en mikken | Trappen, schieten en mikken | Klimmen en klauteren | Zwaaien en slingeren | Bewegen op - en maken van muziek

ColumnXL-ReneWormhoudt_co-1
"Beter leren - en kunnen bewegen maakt iedereen fitter en gezonder en dat is voor álle leeftijden interessant"

Voor alle leeftijden
De Schijf van 10 bestaat uit tien verschillende grondvormen van bewegen die allemaal in meerdere variaties tot uiting komen. Deze tien beweegvormen geven vorm en structuur aan een veelzijdig beweegprogramma en bieden daarmee voor elke leeftijd en elk niveau de mogelijkheden om op een leuke en uitdagende manier vaardig te worden in bewegen. Terwijl veelzijdig bewegen vaak wordt toegepast in relatie tot kinderen, is de Schijf van 10 voor alle leeftijden. Ook voor ouderen! Beter leren - en kunnen bewegen maakt iedereen fitter en gezonder en dat is voor álle leeftijden interessant.

Van veel topsporters is bekend dat zij meerdere sporten hebben gedaan en daarmee automatisch een groot deel van de schijf van 10 hebben doorlopen. Dit heeft bijgedragen aan een betere belastbaarheid, minder blessures met als gevolg meer beweeguren, een langer atletisch leven in de sport en het ontwikkelen van meer creatieve beweegoplossingen.
“De Schijf van 10 kan je gebruiken als een keuzemenu voor beweegprogramma’s”

ColumnXL-ReneWormhoudt_co-2Veel grondvormen betrekken in je beweegrepertoire ging vroeger veelal vanzelf. Bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen, de schoolgym, de muziekles, de dansles en andere creatieve vakken. De huidige generatie jeugd is echter minder fit en moeten we aanvullende beweegprogramma’s en adviezen aanbieden om de ‘vergeten beweeg-vaardigheden’ te compenseren. Daarnaast bewegen ook de volwassenen en ouderen van nu te weinig. Ons zitgedrag maakt overuren, en als we bewegen is het vaak eenzijdig. Het lijkt niet logisch om pas op late leeftijd te praten over beter leren bewegen of balans- en valtraining. Logischer is het om mensen gedurende hun hele leven te beïnvloeden met een doordacht divers beweegaanbod. De Schijf van 10 dient als keuzemenu om de trainer, coach, docent, therapeut, ouder, begeleider of voor jezelf, een structuur te bieden in de programmering van een veelzijdig beweegaanbod.

Hoe werkt de Schijf van 10?
Specifiek trainen is en blijft belangrijk, het is evengoed een onderdeel van het ASM, maar er is meer! Je kan beter worden in voetbal, zwemmen of tennis door niet alleen maar te voetballen, te zwemmen of te tennissen. De Schijf van 10 biedt een kapstok voor de invulling van het veelzijdig bewegen.

"Het beoefenen van een sport als tennis doet een beroep op vier grondvormen uit de Schijf van 10"

Het ASM adviseert om via de Schijf van 10 aandacht te geven aan alle tien beweegvaardigheden die voorkomen binnen sporten, spelvormen, activiteiten, beroepsprofielen of oefenvormen. Via de Schijf van 10 kan in veelzijdige beweegprogramma’s - zoals de gymles en vitaliteitsprogramma’s - structuur aangebracht worden in de planning. Wanneer er vanuit één sport of activiteit gedacht wordt kan een analyse op basis van de tien beweegvormen plaatsvinden. Een aantal grondvormen komen voor in de betreffende sport en een aantal niet. De grondvormen die in de sport voorkomen worden vaak alleen eenzijdig ontwikkeld vanuit de betreffende sport. Grondvormen die er niet in voorkomen krijgen vaak geen aandacht. Hoe minder grondvormen aanwezig, hoe minder diversiteit, hoe eenzijdiger de beweging en hoe groter de kans op overbelasting en blessures. 

ColumnXL-ReneWormhoudt&co-3Eenzijdig bewegen
Veel mensen doen bijvoorbeeld aan hardlopen om fit te blijven. Hardlopen op een vlakke ondergrond doet een beroep op twee van de tien grondvormen van bewegen, met weinig variatie binnen die twee grondvormen. Het is daarmee op basis van de Schijf van 10 een eenzijdige vorm van bewegen. Het aantal blessures per duizend uur sport is bij hardlopen dan ook in vergelijking met andere sporten het hoogst en daarmee de meest blessuregevoelige sport (lees 'Wat is de gevaarlijkste sport', de Volkskrant). Het beoefenen van een sport als tennis doet bijvoorbeeld een beroep op vier grondvormen uit de Schijf van 10. Voor een toepassing van de schijf van 10 voor tennis zou er meer aandacht moeten zijn voor een veelzijdige toepassing van deze vier tennis-specifieke grondvormen, met daarnaast een aanvulling vanuit vaardigheden die behoren tot de overige 6 grondvormen die niet in tennis voorkomen om de Schijf van 10 compleet te maken. 

Door de kennis en inzichten in veelzijdig bewegen op een begrijpelijke manier te delen met leerlingen, sporters en patiënten kan een duurzame bijdrage geleverd worden aan een leven lang met plezier bewegen. De fysiotherapeut geeft de patiënt bijvoorbeeld inzicht in het beweeggedrag en de (on)mogelijkheden tijdens en na de revalidatie en de docent bewegingsonderwijs biedt de leerling een basis om het eigen beweeggedrag ook na de schoolloopbaan op een verantwoorde manier in te vullen. 
“Houd rekening met de persoonlijke voorkeuren van het kind, de volwassene of oudere”

Het is in de praktijk vrijwel onmogelijk om alle tien grondvormen, in alle mogelijke benaderingen toe te passen. Dat hoeft gelukkig ook niet. Het streven naar een uitbreiding van de beweegvaardigheden is de eerste belangrijke stap. Daarvoor moeten trainers in sport, de ouders, de talentopleidingen, de clubs, de bonden en niet in de laatste plaats de sporters zelf, anders denken over de inhoud van beweegprogramma’s, de adviezen, de opleidingen en de samenwerkingsvormen. Daarnaast is het belangrijk dat de keuzes die gemaakt worden voor de inhoud van een beweegprogramma rekening houden met de factor plezier en de persoonlijke voorkeuren van het kind, de volwassene of de oudere.

ColumnXL-ReneWormhoudt_co-4De Schijf van 10 verbindt 
De Schijf van 10 is universeel toepasbaar voor alle vormen van bewegen. Voor de trainingen in de topsport en de breedtesport, voor de lessen bewegingsonderwijs en de revalidatie, en ook voor vitaliteitsprogramma’s in het bedrijfsleven of beweegadviezen voor het algemeen dagelijks leven. Door de universele toepassing, biedt de Schijf van 10 een gemeenschappelijke taal voor professionals. Er kan samenwerking ontstaan vanuit eenzelfde aanpak. De fysiotherapeut kan bijvoorbeeld samenwerken met de buurtsportcoach voor de invulling van beweegprogramma’s en de gymlessen kunnen afgestemd worden op de topsportprogramma’s. Als duidelijk is wat de voordelen zijn van de Schijf van 10 zal er meer waardering ontstaan voor het beoefenen van andere sporten, andere spelvormen en natuurlijk voor het bewegingsonderwijs in het algemeen. Ouders leren anders te kijken naar de motorische ontwikkeling van hun kind, clubs gaan meer met elkaar samenwerken, sportbonden gaan trainers anders opleiden, het bewegingsonderwijs zal optrekken met het verenigingsleven en volwassenen gaan hun beweegstrategie aanpassen naar nieuwe ideeën en mogelijkheden. 

Meer dan alleen veelzijdig bewegen
Als gevolg van toepassing van de Schijf van 10 zullen ook andere gebieden in de sociale en fysieke ontwikkeling positief beïnvloed worden. Voor de algemene coördinatie en de fitheid. Dit heet in het ASM een ‘transfer of learning’. De vaardigheden en competenties die iemand leert uit de ene situatie/sport, kunnen worden toegepast in een andere context. 

“Het zo belangrijke aanpassingsvermogen wordt op meerdere vlakken 
vol aangezet!"

Om meerdere grondvormen te ontwikkelen is het nodig om in contact te komen met andere sporten, andere verenigingen of andere samenstellingen van een groep. Dit betekent ook beïnvloeding vanuit andere culturen, door andere trainers, andere collega’s, andere vormen van communicatie, andere vormen van discipline of doorzettingsvermogen. Je komt in aanraking met andere regels en richtlijnen waardoor er ook positieve transfers ontstaan vanuit tactisch - en strategisch denken en handelen. Het zo belangrijke aanpassingsvermogen wordt op meerdere vlakken vol aangezet!

Van theorie naar praktijk
logoASM175x103METKADERDe toepassing van de Schijf van 10 vraagt een gedegen onderbouwing. Hierbij is het van belang de juiste kennis te hebben om beweegprogramma’s en interventies goed te kunnen onderbouwen. Het ASM is in 2012 gepubliceerd in een Nederlandstalig boek en in 2018 als Engelstalig boek met uitbreiding. De grote belangstelling voor het ASM en de Schijf van 10! wordt momenteel beantwoord door het opleiden van sportkader en fysiotherapeuten in de ASM Academy, het ontwikkelen van innovatieve trainingsmaterialen zoals de ASM Adaptaball en ASM REV3RSE, het monitoren van beweegvaardigheid onder jeugd middels de MQ Scan en het ontwerpen van beweegvoorzieningen voor gemeenten, scholen, sportaccommodaties en gezondheidscentra vanuit de concepten Skills Garden en PLAYCE.

René Wormhoudt is een van de grondleggers van het Athletic Skills Model (ASM) en de innovatieve beweegaccommodaties PLAYCE en de Skills Garden. Hij heeft 24 jaar gewerkt als conditietrainer van de jeugd en het eerste team bij AFC Ajax en in diverse andere sporten waaronder basketbal, handbal, zwemmen en American Football. Wormhoudt is fysiotherapeut en sinds 2012 onder diverse bondscoaches, de strength- & conditioning coach van het Nederlands elftal (KNVB).

Prof. dr. Geert Savelsbergh is een van de grondleggers van het Athletic Skills Model (ASM). Hij is hoogleraar aan de afdeling Bewegingswetenschappen aan de VU Amsterdam en lector Talentontwikkeling, op de Hogeschool van Amsterdam. Hij houdt zich onder meer bezig met perceptueel-motorisch leren en het zoeken naar ‘key-indicators' (zoals bijvoorbeeld kijkgedrag; spelinzicht) voor talentidentificatie en -ontwikkeling. Hiernaast heeft hij vele jaren gewerkt als jeugdvoetbaltrainer en speciale affiniteit met diverse balsporten waaronder voetbal, tennis, cricket, hockey en golf.

Jorick Hendriksen, MSc is vakleerkracht bewegingsonderwijs met een Master Sport- en Beweeginnovatie. Hij heeft gewerkt als vakleerkracht bewegingsonderwijs in het basisonderwijs, als opleidingsdocent op de ALO Amsterdam en als jeugdtrainer wedstrijdzwemmen. Hendriksen is operationeel manager van de Athletic Skills Company, docent binnen de ASM Academy en ondersteunt bij het ontwerpen van de innovatieve beweegaccommodaties PLAYCE en Skills Garden.

« terug

Reacties: 4

Remo Mombarg
05-05-2020

Mooie oproep aan bonden, trainers en ouders om een brede motorische ontwikkeling te ondersteunen. Hulde! Wat mij betreft zou de vakleerkracht hier een belangrijke rol in kunnen vervullen door op school een krachtige omgeving te creëren, zodat alle kinderen voldoende brede motorische ervaringen op kunnen doen. Dit voorkomt kansongelijkheid en helpt ook de kwetsbare kinderen aan een sportieve plek in de samenleving!

En laten we en passant ook de NNGB (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) vervangen door een rijke bewegingsschijf van 10!

Jorick Hendriksen
05-05-2020

Mooie oproep Remo! Dat zou een geweldige ontwikkeling zijn, dus laten we daar werk van maken!

Jo Lucassen
06-05-2020

Van harte eens met de inzet van de auteurs om veelzijdig leren en blijven sporten en bewegen als richtsnoer te nemen voor het aanbod in allerlei sectoren. De schijf van 10 kan een hulpmiddel zijn om afstemming tussen verschillende professionals te bevorderen. Het is zoals Remo aangeeft een welkome aanvulling op de huidige beweegrichtlijnen. Maar laten we wel wezen, het bewegingsonderwijs in Nederland is al zeker 20 jaar gericht op 12 leerlijnen die een brede introductie in bewegen en sport garanderen en (gelukkig) in de schijf van 10 weer terug zijn te vinden. Als dat onderwijs nou eens over de hele breedte goed gegeven zou worden zijn we al een hele slag verder.

Tegelijkertijd weten we ook dat leren bewegen niet alleen op school gebeurt. De  ontwikkeling naar een bredere benadering van vaardigheden, die in de sport net op gang is gekomen, verdient versterking en daaraan kan werken met de schjif van 10 zeker bijdragen. Daarbij moeten we ons ook realiseren dat de sport- en beweegcultuur in Nederland drijft op sporttakken en disciplines, die -anders dan hardlopen- ook al een beroep doen op verschillende beweegvaardigheden (denk aan voetbal). En dat daarbij geldt dat je beter een ding goed en met plezier jong
geleerd kunt hebben zodat je het later nog doet, dan dat je na het verorberen van de schijf van 10 nergens zin meer in hebt.

Piet van Loon, orthopeed
10-05-2020

Het is lang geleden, dat er in elk leerboek rond gezond bewegen, gymnastiek en sporten, duidelijk beschreven stond, dat je voor gezonde veilige beweeg- en sportactiviteiten eerst een goede lichaamshouding moet hebben ontwikkeld. Dat hoort thuis en op school goed begeleid te worden. Of als je dat bij de groeispurt nog niet bereikt hebt, zul je heel goed eerst hieraan moeten werken om niet in de problemen te komen. De enorm gestegen blessurekans laat zien, dat die ontwikkeling niet goed meer verloopt bij een zeer groot deel van de jeugd.

Maar ook lijkt er weinig awareness te bestaan, dat het grote gebrek aan goede ontwikkeling van houding en lenigheid gelegen is in de thans zeer intensieve zittende leefstijl. Waarbij het zitten vrijwel altijd passief is , onderuit- of ingezakt. Waar vroeger de schoolgymnastiek haar opdracht had in het compenseren van de schade, die het zitten op school al in de negentiende eeuw opleverde, moeten we de oplopende houdingsproblemen en de korter wordende spieren (hamstrings!) en zenuwen (pijn!) apart onder de loupe nemen bij de jeugd. De uit het Duits overgenomen kennis werd na WOII door het Engels verdrongen, maar verloor daarmee haar biomedische achtergronden van waar gezonde bewegen precies op stoelt. Primair minder zitten of alleen actief zitten is van groot belang.Houdingnet liet  scholieren het opnieuw zelf uitzoeken: het gaat echt niet goed!: https://www.gelderlander.nl/arnhem/driekwart-van-arnhemse-scholieren-kan-buktest-niet-goed-uitvoeren-lenigheid-jongeren-is-zorgwekkend~a1592615/

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst