door: Eric Lagendijk
Vorige week beschreef ik de relatie tussen ‘full contact’ vechtsport en criminaliteit, zoals die blijkt uit ons eerste onderzoek naar deze sector voor Politie en Wetenschap. In het slot van dit tweeluik laat ik het criminaliteitsperspectief goeddeels los en onderzoeken we de effecten van deze vechtsporten op de beoefenaren. Welke waarden heeft full contact vechtsport? En hoe verhouden die zich tot de criminogene factoren?
Nu we hebben laten zien welke criminogene factoren eraan verbonden zijn, is vechtsport - kickboksen in het bijzonder - slecht voor de beoefenaren? Is hier sprake van een oorzakelijk verband tussen full contact vechtsport en criminaliteit? Of, om het populair te zeggen: maakt vechtsport crimineel? Die vraag ligt ten grondslag aan het tweede onderzoek dat wij uitvoerden: een onderzoek naar de waarde van vechtsport. Voor de beantwoording van die vraag keken wij in tegenstelling tot het eerste onderzoek niet door een criminaliteitsbril naar de sector, maar door een multifocale bril: eentje die open staat voor alle mogelijke effecten van vechtsport op gedrag en maatschappij.
Wij spraken sportschoolhouders, jeugdhulpverleners, toptrainers, gewone trainers, topvechters, beginnelingen, kwetsbare jongeren, rechercheurs, onderzoekers, bewegingswetenschappers, criminologen, neuropsychologen, medici, beleidsambtenaren, bondsbestuurders en promotors. En wij bestudeerden wetenschappelijk onderzoek naar effecten van (full contact) vechtsport. Bovendien deden wij veldwerk in tien vechtsportscholen en spraken daar trainers, eventuele hulpverleners en vechtsporters. Onderdeel van dat veldwerk waren vechtportscholen waar jongeren uit de Amsterdamse Top600- en Top400-aanpak welkom zijn. Dat zijn jonge gewelddadige criminelen en de jongeren die daar tegenaan schurken.
Niet één, maar zes waarden
Dit leverde ons uiteindelijk inzicht op in zes waarden van full contact vechtsport: straatwaarde, sociale stijging, gezondheidswaarde, criminologische waarde, therapeutische waarde en sociaalpedagogische waarde. De context waarbinnen vechtsport plaatsvindt, is in hoge mate bepalend voor de effectuering van deze waarden. Met name de trainer en de sfeer op de sportschool drukken daar een stempel op.
Voor jongeren die veel in groepen op straat rondhangen heeft vechtsport een functionele waarde ter vergroting van fysieke weerbaarheid en vechtvermogen. Bovendien werkt beoefening van een harde vechtsport statusverhogend. Jongeren op straat moeten immers hun eigen veiligheid organiseren. Daarmee levert vechtsport een aanzienlijke bijdrage aan competenties die jongeren in straatgroepen nodig hebben om zich op straat ook daadwerkelijk staande te houden: zelfvertrouwen, hardheid, fysiek in staat zijn om te incasseren en uit te delen, en rust bewaren.
Je hoofd huisvest niet alleen het brein van waaruit je bewegingen aanstuurt, maar fungeert ook als doel waar je tegenstander op mikt
Vechtsporten bieden jongeren ook een concreet en relatief eenvoudig haalbaar toekomstperspectief. De nog vrij recente marktverovering en toetreding van de middenklasse tot deze harde vechtsporten bezorgen beoefenaren uit lagere sociaaleconomische groepen alternatieve mogelijkheden tot sociale stijging. Lag het voorheen voor de hand dat een ervaren vechter na verloop van tijd in aanmerking kwam voor een baan als portier, beveiliger of bodyguard, tegenwoordig zijn er kansen om een plaats te veroveren in de leisure-industry van fitness, mode en sport. Ook zijn er kansen in maatschappelijke sectoren als jongerenwerk, gezondheid en zorg. Steeds meer jongeren bewandelen dat spoor. De groei van de sector moet immers opgevangen worden.
Gezond en criminogeen
Over het algemeen is sport goed voor de gezondheid van de mens. Maar te veel sport, te hoge belasting, of onjuiste techniek kan de gezondheid schade berokkenen. Zo is dat bij vechtsport net zo. Bovendien speelt daar nog iets anders: het risico om hard geraakt te worden, vooral tegen het hoofd. Je hoofd huisvest niet alleen het brein van waaruit je bewegingen aanstuurt, maar fungeert ook als doel waar je tegenstander op mikt. Met als gevolg hersenschade door langdurige en frequente blootstelling aan trappen en stoten tegen het hoofd. Dit kan leiden tot geheugenverlies, moeizame spraak, haperende motoriek en vervroegde dementie. Om die reden is aan vechtsportbonden opgedragen om stoten en trappen tegen het hoofd bij jeugdpartijen tot 18 jaar niet langer te faciliteren.
Sommige vechtsporters raken zo opgefokt dat ze hun status als vechtersbaas letterlijk waarmaken in het uitgaansleven
Over de criminologische waarde van vechtsport is in het eerste onderzoek veel aan het licht gekomen. Talenten en kampioenen in de hardste vechtsport symboliseren iets wat in de georganiseerde misdaad van functionele en vooral psychologische, (lees: intimiderende) waarde is: onaantastbaarheid, onoverwinnelijkheid en onverzettelijkheid. Wie durft?
Status als vechtersbaas waarmaken
Dezelfde sporters zijn in het begin van hun carrière nog kwetsbaar en kunnen persoonlijke sponsoring goed gebruiken. Pas later dringt het tot hen door dat ook wederdiensten worden verwacht: als koerier, afperser, bewaker of lijfwacht. Sommige vechtsporters raken zo opgefokt dat ze hun status als vechtersbaas letterlijk waarmaken in het uitgaansleven.
In de jaren tachtig en negentig stonden enkele kickboksscholen in de grote steden bekend als criminele broedplaatsen. De recent van bovenaf ingezette regulering van full contact vechtsport maakt het voor malafide organisatoren lastiger om illegale praktijken uit te oefenen. Inmiddels beschikt de landelijke toezichthouder, de Nederlandse Vechtsportautoriteit, over een instrumentarium en netwerk waarmee scherpe controle van organisaties en personen plaatsvindt.
Vechtsport kan een strategisch ingezet middel zijn om de positie van jongeren te verbeteren
Therapie en opvoeding
Voor de therapeutische en sociaalpedagogische waarden van vechtsport is het uitgangspunt dat de sportschool een leerplaats is waar de jongere ervaringen opdoet die persoonlijke groei bevorderen. De therapeutische waarde van vechtsport krijgt betekenis in de vorm van re-integratie in de maatschappij, desistance (loskomen uit de criminaliteit) en emancipatie.
Vechtsport kan dus een strategisch ingezet middel zijn om de positie van jongeren te verbeteren. Dit kan de vorm krijgen van een interventie binnen een breder hulpverleningstraject van jongeren die in de jeugdzorg zitten. Het vereist wel iets van de vechtsporttrainer, namelijk affiniteit hebben met jeugdzorg of daarin geschoold zijn. De eerste ervaringen in Amsterdam met de vechtsportinterventies bij jonge veelplegers zijn hoopgevend. Vechtsport slaat aan omdat een deel van deze jongeren zich daartoe sterk aangetrokken voelt, gemotiveerd is en de relatie met de trainer goed is.
Gym een tweede thuis
Zodoende kan met vechtsport aan het gedrag van de jongeren worden gewerkt. Jongeren leren hun agressie beheersen, rustig te worden, krijgen zelfvertrouwen en staan meer open voor coaching en lessen van de trainer en hulpverleners. Vechtsport brengt ze bovendien in een andere, meer positieve omgeving.
De gym is meer dan een plaats waar gesport wordt. Het is voor veel jongeren een tweede huis
Dat laatste is ook de basis van de sociaalpedagogische waarde. Hierin staan de sociale interacties centraal tussen coach, sporters en begeleiding. Die beïnvloeden uiteindelijk de jongere veel meer dan de activiteit zelf. Niet de vechtsport is ‘goed’ of ‘fout’, maar de context waarbinnen die beoefend wordt is bepalend voor de waarde ervan. De trainer of coach, veelal een voorbeeldfiguur voor de jongeren, ziet toe op de omgangsregels tussen de sporters, en met de trainer en begeleiders. Verantwoordelijkheidsgevoel en sociale competenties krijgen veel aandacht. De gym is daarmee meer dan een plaats waar gesport wordt. Het is voor veel jongeren een tweede huis, waar de trainer, die niet zelden een vergelijkbaar verleden heeft als zijn pupillen, ook een vertrouwenspersoon is die erop toeziet dat je groeit als sporter, en vooral ook als mens.
Voor meer informatie: Over de relatie tussen full contact vechtsport en criminaliteit en Over de waarde van full contact vechtsport voor jongeren
Eric Lagendijk is onderzoeker bij DSP-groep.
Naschrift
De personen die afgebeeld zijn op de foto's figureren welsiwaar als vechtsporter maar hebben verder geen enkele relatie met de tekst.