Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Een nieuwe kijk op de financiering van sportaccommodaties 20 februari 2018

door: Jan Tonny Visser

Het privatiseren van sportaccommodaties gaat verder de komende jaren. Meer en meer verenigingen worden geconfronteerd met de verschuiving van gemeentelijk beheer naar meer eigen beheer.

De afgelopen vijfentwintig jaar zijn vooral tennis- en hockeyverenigingen geprivatiseerd en nu zien we dat ook voetbal- en korfbalverenigingen aan de beurt zijn. Er is de afgelopen jaren flink door gemeenten bezuinigd op sportaccommodaties en dit proces is nog volop gaande. De effecten hiervan zijn duidelijk zichtbaar. Het aantal sportparken neemt af en de overgebleven parken worden efficiënter en multifunctioneler ingericht. 

Er verandert veel
Tegelijkertijd zie je een afname in regelingen betreffende (lokale) subsidies en diverse gemeentelijke vergoedingen. En ook vinden er wijzingen plaats ten aanzien van het investeringsbeleid bij gemeenten in sportaccommodaties. Het traditionele landschap, waarin de gemeente als eigenaar van veel sportaccommodaties alle lasten en bijbehorende werkzaamheden voor haar rekening neemt, verandert in een rap tempo. Verenigingen worden meer en meer zelf verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van hun accommodatie. 

Vanuit het kader van het creëren van een gelijk speelveld voor elke club, past volledige privatisering prima in het nieuwe gemeentelijke beleid

Steeds vaker gaat het om een volledige privatisering via erfpachtconstructies met recht van opstal. Vanuit het oogpunt van gemeenten is dit beleid wel verklaarbaar. Vaak zijn er in het verleden met de afzonderlijke sportverenigingen binnen één gemeente verschillende overeenkomsten gesloten over huur of eigendom van accommodaties, in combinatie met allerlei soorten vergoedingen en wisselende afspraken over het onderhoud en renovatie. Vanuit het kader van het creëren van een gelijk speelveld voor elke club, past volledige privatisering prima in het nieuwe gemeentelijke beleid.

XL7ColumnXL-1Clubhuis is ook onroerend
Deze transitie gaat echter niet zo eenvoudig als hierboven beschreven. In de eerste plaats is er vaak veel onduidelijkheid over de eigendomsrechten van sportcomplexen of onderdelen daarvan. Verenigingen zijn in de veronderstelling dat zij eigenaar zijn van het clubhuis, aangezien de investering daarvoor door henzelf is gedaan. Echter, vaak is een recht van opstal nooit gevestigd, en de gemeente als eigenaar van de grond wordt dan bij verticale natrekking ook eigenaar van het clubhuis. 

Kort gezegd komt bij onroerende zaken het eigendom van het geheel namelijk toe aan de eigenaar (gemeente) van de onroerende zaak (grond), wanneer die aangebrachte zaken (clubhuis) duurzaam met de grond zijn verenigd. Het gebouwde clubhuis wordt vanzelf onroerend, omdat het rechtstreeks met de grond verenigd is – de grond trekt letterlijk aan wat er bovenop die ondergrond wordt gevestigd.

De afspraken over het toekomstig onderhoud zijn vaak onderwerp van felle discussies

Afspraken over onderhoud
Weer andere casussen gaan over de staat van het pand dat in erfpacht met opstal wordt overgedragen. Het onderhoudsniveau en de te maken afspraken over het toekomstig onderhoud - inclusief een jaarlijkse vergoeding of een éénmalige afkoopsom - zijn vaak onderwerp van felle discussies. Kortom, de zoektocht naar een nieuw evenwicht in het accommodatielandschap is nog lang niet aan z’n einde gekomen. 

Naast deze gemeentelijke koersverandering spelen er ook veel maatschappelijke ontwikkelingen. Steeds meer sportaccommodaties krijgen een SportPlus-karakter. De bestaande functie van sport en recreatie wordt dan uitgebreid naar een meer publieke functie voor sport, onderwijs, cultuur, welzijn, opvang en zorg of zelfs medische zaken. Er kunnen dus meer maatschappelijke functies worden toegevoegd aan de sportaccommodatie, met als doel deze veel multifunctioneler te maken voor bestaande en ook nieuwe doelgroepen. Daarnaast spelen thema’s als duurzaamheid en toegankelijkheid een belangrijke rol. 

Kansen voor de club
Wat betekent dit nu voor de sportverenigingen in Nederland? Naast de nadelige kanten, biedt het vooral kansen voor de vereniging. Meer zeggenschap leidt tot meer verantwoordelijkheden en dat vraagt om een nieuwe kijk op het beheer en de exploitatie van de clubaccommodatie. Als vereniging zal je veel meer als ondernemer naar je accommodatie moeten gaan kijken. Uiteraard blijft de sport centraal staan, maar de uitdaging is om daarnaast een functionele plek te creëren waar diverse doelgroepen elkaar in een prettige omgeving ontmoeten en sociale contacten kunnen leggen.

Met het erkennen van de maatschappelijke waarde van sport ontstaan er ook nieuwe geldstromen die ingezet kunnen worden voor de sport

XL7ColumnXL-2Om in dit bovenstaande krachtenveld als sportvereniging vitaal te blijven is een gezonde exploitatie van levensbelang. Daarmee komt meteen weer de gemeente om de hoek kijken.

Momenteel hebben de meeste accommodaties een sportbestemming en daardoor zijn veel maatschappelijke activiteiten niet toegestaan. Een verruiming naar een gemeentelijke SportPlus-bestemming geeft de vereniging volop mogelijkheden tot het ontplooien van diverse maatschappelijke activiteiten. Met het erkennen van de maatschappelijke waarde van sport ontstaan er ook nieuwe geldstromen die ingezet kunnen worden voor de sport.

Kennis en advies
Een andere kritische succesfactor is dat een vereniging vaak volledig drijft op vrijwilligers, bij wie niet altijd de kennis aanwezig is om de club soepel de benodigde stappen te laten maken. Hier ligt ook een mooie taak voor sportbonden om hun verenigingen hierbij te adviseren en te ondersteunen. Een stuk professionalisering kan een oplossing zijn.

In de huidige situatie hebben gemeenten en sportstichtingen recht op aftrek van voorbelasting voor de kosten die toerekenbaar zijn aan de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan sportverenigingen. Dit recht op aftrek vervalt echter per 1 januari 2019 wanneer de Europese btw-sportvrijstelling wordt geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. In de oude situatie werd een investering van honderdéénentwintigduizend euro een netto-investering van honderdduizend euro voor een sportstichting, als er btw-belast verhuurd werd. Het goede nieuws is dat er een nieuwe subsidieregeling ‘sportaccommodaties’ in de maak is.

Nieuwe subsidieregeling sportaccommodaties
Op 24 januari jongstleden hebben de sportbonden en NOC*NSF gesproken met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de nieuwe subsidieregeling voor sportaccommodaties die per 1 januari 2019 in werking treedt. Deze regeling komt in de plaats van de fiscale mogelijkheden die komen te vervallen, omdat het belangrijk is de kwaliteit van de Nederlandse sportaccommodaties hoog te houden.

De nieuwe subsidieregeling voor sportverenigingen die investeren in sportaccommodaties zal naar verwachting nog voor de zomer gepubliceerd worden

De regeling zal naar verwachting open staan voor aanvragen van sportverenigingen en stichtingen die investeren in de bouw en het onderhoud van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen. Met de uitkomsten van het gesprek zal in de komende maanden gezamenlijk aan de verdere uitwerking worden gewerkt. Naar verwachting zal er in april een tweede overleg plaatsvinden, waarna de regeling nog voor de zomer gepubliceerd kan worden.

Dag van de Sportaccommodaties - 8 maart 2018 in Houten
Tijdens de Dag van de Sportaccommodaties zijn er diverse lezingen die gericht zijn op het uitwisselen van relevante vakinformatie; aan de hand van praktijkgerichte projectvoorbeelden passeren actuele thema's de revue. Op die dag houdt Jan Tonny Visser een lezing getiteld 'Is er sprake van een ‘Privatiseringsgolf’ in de sport?'.

Voor meer informatie: lezingenprogramma Dag van de Sportaccommodaties

Jan Tonny Visser is al ruim twintig jaar in dienst van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond, waarvan nu tien jaar als Productmanager Accommodatie. Na het behalen van zijn diploma in 1989 aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Groningen is hij actief in diverse sportmanagement functies. In zijn vrije tijd is hij - naast korfbalcoach - lid van het stichtingsbestuur Sportpark Slingerbos Harderwijk. Voor meer informatie: jan-tonny.visser@knkv.nl of LinkedIn.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst