Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Waarom studeren aan de ...?-Item

Waarom volgt Linda Onokiewicz de studie ‘Sport en bewegen, operationeel sport- en bewegingsmanager’ aan het ROC Midden Nederland? 3 februari 2009

Linda Onokiewicz
Geboortejaar: 1989 + Vooropleiding: VMBO TL + Begonnen aan studie: 2005-2006 + Opmerkelijk: “Als ik naar de definitie van ‘breedtesport’ kijk, heb ik het gevoel dat er iets mist.”

1. Waarom heb je gekozen voor een sportgerelateerde managementopleiding?
“Tijdens de opleiding Sport en Bewegen hebben we van alle uitstroomrichtingen de basis geleerd. Hieruit bleek dat voor mij de grootste uitdaging lag bij Sport Management. Dit is gericht op het organiseren van evenementen, met alles wat daarbij komt kijken. De competenties organiseren, communiceren, presenteren, vergadertechnieken en leiderschap zijn facetten die mij erg aanspreken. Binnen de opleiding hou je je bezig met leiderschapsstijlen, gedurende de opleiding kom je erachter welke leiderschapstijl het beste bij je past. De combinatie van het droge management en de vrije sportwereld is voor mij uniek en heel passend. Daarnaast vind ik de sfeer rondom een groot sportevenement geweldig en is de passie voor sport duidelijk merkbaar. Een bijdrage hieraan leveren blijft voor mij een grote uitdaging!”

2. Waarom zou je deze opleiding/studie aanraden bij aankomende studenten? Welke toegevoegde waarde heeft deze opleiding/studie?
“De sportmanagement opleiding is een brede opleiding, die veel mogelijkheden biedt. In de eerste drie jaar van de opleiding Sport en Bewegen oriënteer je je op het brede werkveld. Je ontwikkelt je eigen sportvaardigheden, je wordt opgeleid tot verschillende instructeurfuncties (specialisaties) en loopt stages in verschillende sportwerkvelden. Een groot gedeelte van de competenties die je behaalt heeft te maken met organiseren en coördineren. Met deze kennis en ervaring is de keuze voor sportmanagement een logisch vervolg.
Gedurende de opleiding ontwikkel je verschillende vaardigheden die een manager toebehoort.
Je leert hoe je in een professionele sportmanagementfunctie moet presenteren, hoe je om moet gaan met collega’s/medewerkers en wat de werkzaamheden inhouden. Deze lessen bereiden je goed voor op een eventuele verdere sportmanagement loopbaan.”

3. Welk onderdeel mis je ofwel: wat zou volgens jou aan je opleiding toegevoegd mogen worden?
“Binnen de opleiding sportmanagement wordt naar mijn idee te weinig aandacht besteed aan financieel management. Er wordt kort ingegaan op een aantal financiële zaken zoals: begrotingen maken en administratieve processen. Een logisch vervolg op de opleiding is een functie als verenigingsmanager. In de huidige verenigingssituaties is steeds meer vraag naar sportmanagers/verenigingsmanagers die ook het financiële kader goed beheersen. De verenigingen hebben vooral nu te maken met overheidssubsidies, gemeentelijke regelingen en het op een juiste manier verantwoorden van de financiën. Om betere aansluiting te vinden met de wensen binnen het werkveld zou ik het erg interessant en noodzakelijk vinden om hier meer over te leren binnen de opleiding.”

4. Waar hoop je later na je studie te kunnen gaan werken, welk soort baan ambieer je?
“Gedurende mijn studieloopbaan heb ik stage gelopen bij een van de grootste marathonorganisaties in Nederland. Hierbij heb ik kennis gemaakt met het organiseren van een groot sportevenement. Het verbaasde mij dat een relatief klein team professionals zo’n groot sportevenement kon neerzetten. Tijdens voorbereidende werkzaamheden zoals het afstemmen van het draaiboek met allerlei instanties (politie, brandweer, hulpverleners, burgemeester, gemeentes, sponsoren, vrijwilligers, etc) bouw je een gezonde spanning op, die zich ontlaadt op de dag dat het evenement op een geslaagde manier word afgesloten. Ik wist dat ik een baan als deze ambieer toen ik de voldane gezichten van de organisatoren zag en de vrolijke gezichten van de deelnemers tijdens een geslaagde dag.”

5. Wat zou er volgens jou in de Nederlandse top- of breedtesport geheel anders geregeld of georganiseerd moeten worden en waarom? Hoe zou je het aanpakken?
“De definitie van breedtesport luidt: ‘Elke vorm van sport en spel die niet tot topsport wordt gerekend. Breedtesport is laagdrempelig en richt zich dan ook vaak op kinderen, jongeren, senioren en allochtonen’. Als ik naar deze definitie kijk dan heb ik het gevoel dat er iets mist. Iedereen is bekend met de Paralympics, de Olympische spelen voor mensen met een beperking. Ik zou willen pleiten om de breedtesport voor mensen met een beperking toegankelijker te maken. Hiervoor zijn beter aangepaste accommodaties nodig en meer (gespecialiseerde) begeleiders.

Daarnaast is het van belang dat er een betere PR komt zodat de doelgroep positief geprikkeld wordt om te gaan sporten en de mogelijkheden krijgt. Om dit allemaal te realiseren zijn financiële middelen nodig. Voor de ‘normale’ breedtesport is er veel sponsoring beschikbaar, dus waarom niet voor deze doelgroep?! Uiteindelijk is het de bedoeling dat door deze actie de topsport voor mensen met een beperking ook wordt verbeterd. Het resultaat van meer mensen met een beperking aan het sporten krijgen houdt in dat er automatisch een bredere selectie mogelijk is voor de topsport binnen de doelgroep. Hiermee heb je enerzijds bereikt dat meer mensen met een beperking gaan sporten en hebben we op deze manier de topsport verreikt.”

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst