Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Jet Bussemaker aan Jan Franssen 1 september 2009

De vraag van… Jet Bussemaker, staatssecretaris sport
Aan… Jan Franssen, voorzitter Interprovinciaal Overleg (IPO)

De vraag
Het IPO heeft op woensdag 8 juli jl. het Olympisch Charter ondertekend. Op welke manier verwacht het IPO in de komende jaren bij te dragen aan de Olympische ambities? Hoe zal het IPO daarbij de verschillende bijdragen van de provincies stroomlijnen?

Het antwoord
Olympische Spelen kunnen in de 21e eeuw alleen georganiseerd worden met steun vanuit de gehele samenleving. Nationale, provinciale en gemeentelijke overheden, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties én de bevolking moeten achter het initiatief staan. Daarom is het goed en veelbelovend dat een brede alliantie van organisaties vlak voor de zomervakantie het Charter Olympisch Plan 2028 heeft ondertekend.

De Olympische droom kan pas werkelijkheid worden als sport - letterlijk en figuurlijk - de ruimte krijgt. Het zorgen voor goede ruimtelijke reserveringen is één van de belangrijkste taken van de provincies. Voor provincies betekent de ambitie van het Olympisch Plan een enorme uitdaging op het terrein van de ruimtelijke ordening. Ruimte voor sport zal een plaats moeten krijgen in de structuurvisies die provincies momenteel maken. Realisatie van sportaccommodaties én verbetering van de bereikbaarheid vragen in ons dichtbevolkte land om scherpe keuzes, creativiteit en innovatieve oplossingen. Daar zullen provincies zich voor inzetten; met visie, enthousiasme en tijdige planning.

Die ambitie veronderstelt echter op nationaal niveau een tijdig besluit over welke sporten waar in ons land zullen plaatsvinden. Het kabinet moet een hoofdstructuur schetsen waaronder provincies aan de slag kunnen. Uiteraard zullen die beslissingen in overleg met de andere overheden - provincies en grote gemeenten - en NOC*NSF moeten worden genomen, maar het kabinet is de vanzelfsprekende partij om knopen over locaties door te hakken. Die keuzes kunnen niet lang wachten, want processen op het gebied van ruimtelijke ordening en aanleg van infrastructuur zijn van lange adem.

Na het besluit over de Olympische hoofdstructuur zal het Interprovinciaal Overleg (IPO) de planningsprocessen in de verschillende provincies coördineren en werken aan bestuurlijke en maatschappelijk draagvlak voor de Olympische Spelen. Het IPO zal die opgave hoog op haar bestuurlijke agenda zetten en is bereid voor die taak een projectleider vrij te maken.

Volgende keer de vraag van Jan Franssen aan Hans den Oudendammer, directeur van Rotterdam Topsport:
Gaan de Nederlandse grote gemeenten zich - bijvoorbeeld via de G4 - inspannen voor een gezamenlijke uitwerking van het Olympisch Plan of wordt het ieder voor zich? Hoe past het initiatief van een eigen 'Rotterdam House' bij de Olympische Spelen van Londen 2012 binnen een nationale aanpak?

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst