door: mr Lars Bakers Succesvolle sporters raken steeds
meer verwikkeld in een brei van overeenkomsten. In hoeverre moet de huidige
praktijk worden gestimuleerd dat reeds op jonge leeftijd met talenten
overeenkomsten worden aangegaan? Jonge sporters kunnen op die manier speelbal
worden van sponsors, makelaars en managers, die de carrière van het talent al
hebben uitgestippeld voordat de sporter er zelf over heeft kunnen nadenken.
Weten de sporters zelf nog wel wat er in hun eigen contracten staat? Deze zomer
boog de Voorzieningenrechter in Amsterdam zich over de contractuele relatie
tussen Nike en een succesvol voetballer, waarbij de voetballer zich verslikte in
de contractuele bepalingen van de sponsorovereenkomst.
Op 23 augustus
2007 heeft de Voorzieningenrechter in Amsterdam vonnis gewezen in een geschil
over de sponsorrelatie tussen Nike en de Braziliaanse voetballer Diego.
Diego is in 2002 – op 18 jarige leeftijd – een sponsorovereenkomst aangegaan
met Nike, dat hem verplicht uitsluitend Nike-producten te dragen of te
gebruiken. De sponsorovereenkomst loopt tot 31 maart 2007. Nike heeft daarin
opgenomen dat zij de overeenkomst eenzijdig kan verlengen voor een nadere door
Nike te bepalen periode. Indien Nike van deze mogelijkheid gebruik maakt, moet
zij Diego daarvan vier maanden voor de afloop van het contract schriftelijk op
de hoogte stellen. Nike toont zich in de overeenkomst bereid bij een eenzijdige
verlenging nader overleg te voeren over de sponsorvergoedingen.
Diego is inmiddels een succesvol voetballer. Hij speelt voor Werder Bremen en
het Braziliaans nationale elftal. Eind 2006 laat Nike aan Diego schriftelijk
weten dat zij het sponsorcontract eenzijdig verlengt tot 2011. De vader van
Diego voert gesprekken met Nike over verbeterde voorwaarden en ze bereiken
daarover op 18 juni 2007 overeenstemming. Diego zelf onderhandelt ondertussen
echter met Adidas en tekent op 21 juni 2007 een meerjarig sponsorcontract. Zijn
advocaat laat Nike op 25 juni 2007 weten dat Diego de met zijn vader
overeengekomen voorwaarden niet accepteert en dat de sponsorrelatie met Nike per
1 april 2007 is geëindigd. Diego verschijnt vervolgens met Adidas-schoenen op de
training bij zijn club.
Nike stapt naar de rechter en vordert onder meer een bevel tot het dragen van
uitsluitend Nike-schoenen en kleding. De Voorzieningenrechter wijst de
vorderingen toe. Naar de mening van de Voorzieningenrechter is de eenzijdige
verlenging verstrekkend, maar niet onredelijk en dus rechtsgeldig. Volgens de
rechter is het volgende van belang.
1. Een professionele voetballer, die
zich kan laten bijstaan door deskundigen, kan geacht worden te weten wat hij
ondertekent.
2. Bij het aangaan van een sponsorovereenkomst als deze
nemen sporter en sponsor allebei bewust een risico. De sporter weet dat de
sponsor de overeenkomst eenzijdig kan verlengen indien hij zich goed ontwikkelt,
maar hij is wel verzekerd van een goede honorering. De sponsor neemt het risico
dat zij voor een nog niet zo bekende sporter gedurende enige jaren betaalt,
zonder dat vaststaat of het iets zal opleveren. Daar staat dan weer tegenover
dat in geval van succes de overeenkomst eenzijdig kan worden verlengd.
3. Nike toont zich in de overeenkomst expliciet bereid op redelijke
wijze te overleggen over de verhoging van de vergoeding in geval van een –
eenzijdige – verlenging. Nike heeft Diego uiteindelijk ook bedragen geboden die
vijf keer hoger lagen dan de bedragen in 2003.
De eerste overweging van de rechter lijkt enigszins generaliserend. Diego was
in 2002 de contracttaal (Engels) niet machtig en uit het vonnis blijkt niet dat
zijn adviseurs (waaronder zijn vader) dat wel waren. In de tweede overweging
kwalificeert de rechter het sponsorcontract met de sporter in feite als een
investering. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst,
dus het is voor de sponsor maar afwachten of zijn sporter het verwachte succes
gaat brengen. Indien dat succes er komt, moet de sponsor kunnen oogsten. Langs
deze argumentatie lijkt voor de rechter de eenzijdige verlengingsbepaling niet
per definitie onaanvaardbaar. Van doorslaggevend belang blijkt echter dat Nike
zich bereid heeft getoond na de eenzijdige verlenging overleg te voeren over de
sponsorvergoedingen. Indien Nike zich daartoe niet of in mindere mate bereid zou
hebben getoond, had Diego het gelijk wellicht aan zijn zijde kunnen krijgen.
Diego wordt uiteindelijk bevolen alleen nog Nike-kleding te dragen tijdens
sportieve en publieke activiteiten (met uitzondering van het club- en nationaal
tenue). Zelfs het dragen van merkloze kleding wordt hem verboden op straffe van
aanzienlijke dwangsommen. Al met al een les voor sporters die geconfronteerd
worden met complexe overeenkomsten: laat u vooraf adviseren over de inhoud en de
consequenties.
Lars Bakers is werkzaam bij Leidsegracht 3 Advocaten in Amsterdam.
Hij is gespecialiseerd in het Intellectuele Eigendomsrecht, waaronder het
merkenrecht, auteursrecht en portretrecht. Hij adviseert diverse bedrijven,
sportbonden en sporters op dit gebied. Meer informatie: bakers@leidsegracht.org,
020-616 2913 en www.leidsegracht.org