door: mr Piet-Hein BoekelNa de gokschandalen welke zich
in 2005 in Duitsland en gedurende 2006 rond de voetbalvelden van Italië
afspeelden, moest ook het tennis afgelopen jaar aan dit gokvirus geloven. Een
virus dat zich voornamelijk heeft verspreid onder tennissers welke nét onder de
top presteren. De ATP deelde dit jaar meerdere boetes en schorsingen uit aan
spelers die verdacht werden van het gokken op wedstrijden.
In augustus van 2007 begonnen de verhalen over gokkende spelers in het
tenniscircuit op te laaien. In die maand werd de inmiddels spraakmakende
wedstrijd tussen Nikolay Davydenko en Martin Vassallo in Polen onderzocht.
Volgens een statement van de ATP moest er niet geoordeeld worden over de spelers
in kwestie voordat zij het onderzoek afgesloten hadden, toch het publiek dacht
hier anders over. De reputatie van Davydenko was reeds bij de verdachtmaking
geschaad. Dit werd te meer duidelijk tijdens zijn wedstrijd tegen Marian Cilic
in St. Petersburg. Nadat Davydenko de eerste set gemakkelijk naar zich toetrok,
verloor hij de tweede set met 7-5. In de derde set kreeg hij, van een wellicht
iets wat vooringenomen scheidsrechter, een officiële waarschuwing na een aantal
dubbele fouten.
De scheidsrechter beschuldigde Davydenko van opzettelijk
verliezen (in tennis jargon: ‘tanken’), hetgeen verboden is door de ATP in de
zogenaamde ‘Code of Conduct’ waarin het ‘best effort’ begrip staat opgenomen.
Achteraf verklaarde Davydenko zijn teleurstellende nederlaag met vermoeidheid en
uitputting, waarna hij zelfs gelijk kreeg van de ATP welke de boete van 2.000
dollar wegens ‘lack of best effort’ introk. Zijn reputatie is echter
onherstelbaar bezoedeld door de associatie die zijn naam oproept met het gokken
op wedstrijden.
Het gebrek aan ‘best effort’ is niet eenvoudig aan te tonen, zeker omdat dit
een benadering van de gedachtegang van een speler behelst. Was het niet
Kafelnikov die na een ton startgeld te hebben gekregen bij de Heineken Open in
Rosmalen teleurstellend en onverwacht de eerste ronde verloor van een ‘no no’ en
met gevulde zakken naar Wimbledon afdroop om zich daar in alle rust te kunnen
focussen op het toernooi van het jaar? Zonder onomstotelijk bewijs dat een
speler bewust een wedstrijd verliest, blijft het gissen naar de gedachten van
een speler tijdens of voorafgaand aan een wedstrijd. Een speler kan, net als
ieder ander, een ‘off day at the office’ hebben, waardoor zijn prestaties te
wensen overlaten. Spelers reizen acht van de twaalf maanden. Davydenko heeft in
het afgelopen jaar zesentwintig toernooien gespeeld en moet dag in dag uit
presteren. In tegenstelling tot voetbal kunnen tennissers zich niet verschuilen
achter hun teammaten.
Het verbod op gokken zelf is door de ATP
vastgelegd in het Tennis Anti-Corruption Program zoals opgesteld door de ATP in
2003 (in artikel C.1). Deze regelgeving verbiedt elke vorm van gokken op
wedstrijden door tennisspelers of leden van hun staf. In het najaar van 2007
kwamen steeds meer verhalen naar boven over tennissers die verdacht werden van
gokken op wedstrijden. Zelfs werd er gesproken over hele netwerken van
valsspelers bestaande uit ongeveer dertig spelers, waaronder vooral Russen,
Italianen en Argentijnen.
Het gokken op wedstrijden door spelers valt
denk ik helaas niet uit te roeien. Toen ikzelf nog actief op de Tour speelde,
werden er al afspraken gemaakt tussen de finalisten. De deal was dat er
gestreden werd om de eer en de ranglijstpunten, maar het prijzengeld werd al van
te voren gesplit. Ik kan mij niet voorstellen dat Nadal en Federer bij Roland
Garos afspraken maken over de verdeling van de prijzenpot van respectievelijk
één miljoen euro en een half miljoen euro (ieder 750.000 euro), maar ik sluit
niet uit dat dit wel gebeurt in wedstrijden van niet-top honderd spelers.
We hebben gezien dat de Italiaan Allessio di Mauro als eerste tennisser
gestraft werd voor gokpraktijken. De ATP schorste de nummer 123 van de wereld
voor negen maanden en legde een geldboete op van 40.000 euro wegens het gokken
op tenniswedstrijden tussen 2 november 2006 en 12 juni 2007. In deze zaak kon de
ATP niet bewijzen dat de speler op zijn eigen wedstrijden heeft gegokt. Ook werd
niet aangetoond dat hij andere wedstrijden heeft beïnvloed. Twee andere
Italianen volgden di Mauro toen zij in december werden geschorst en beboet voor
overtredingen van het Anti Corruption Program van de ATP. De spelers in kwestie,
Potito Starace (nr. 31 op de wereldranglijst) en Daniele Bracciali, konden
rekenen op respectievelijk zes weken en drie maanden schorsing vanaf 1 januari
van dit jaar. De geldboetes bedragen respectievelijk 30.000 en 20.000 dollar.
Het onderzoek naar deze gokkende spelers is door de ATP in augustus
vorig jaar gestart en betrof in het geval van Starace tenniswedstrijden
gedurende 21 februari 2006 tot 23 mei 2006. Voor Bracciali werd het onderzoek
ingezet voor de periode tussen 17 mei 2004 en 24 januari 2005. Vooral deze
laatste periode is lang na dato onderzocht door de ATP en zo lijkt het erop dat
ook de ATP zelf ‘getriggerd’ is door de wedstrijd van Davydenko. Ook de
Italiaanse tennisbond beschuldigt de ATP ervan bewust de zaken te hebben laten
liggen. De ATP, beweert op haar beurt dat de regels omtrent het verbod op
gokken, bekend of onbekend bij de spelers, onomstotelijk vaststaan en
geldig zijn. Immers elke speler tekent voor ontvangst van de ATP-regels.
Hoewel het evident is dat er opgetreden moet worden tegen gokken in de
tenniswereld, is de handelwijze van de ATP rigoureus te noemen. De ATP zegt
tevens de gegevens naar aanleiding waarvan het onderzoek naar de twee spelers is
gestart, pas in augustus van 2007 van de European Sports Security Association
(ESSA) te hebben ontvangen. Begin 2007 sloot zij een ‘Memorandum of
Understanding (MOU) met de ESSA. De ESSA is een non-profit organisatie die zich
toelegt op het doorspelen van informatie aan aangesloten sportorganisaties
omtrent wedstrijden waarop op verdachte wijze wordt gegokt. De FIFA sloot zich
al een jaar eerder aan bij deze organisatie die via bookmakers informatie
vergaart welke binnen ‘no time’ bij de sportbonden bekend zijn.
Het valt op dat in deze tuchtzaken het er niet toe doet of de tennisspeler op
zijn eigen wedstrijden heeft ingezet. Het alleen al zich bezighouden met gokken
op wedstrijden maakt dat de speler in overtreding is. Hieruit blijkt niet dat de
speler voor het verlies van zijn eigen wedstrijden geld ontvangt dan wel op zijn
eigen wedstrijden inzet. Op deze wijze kon Starace worden beboet voor het gokken
op in totaal vijf tenniswedstrijden voor een bedrag van in totaal 90 euro.
Bracciali gokte zo’n vijftig keer op uitslagen van wedstrijden, waarbij hij vijf
euro per wedstrijd inzette. Dit verklaart wellicht zijn zwaardere straf.
Interessant zou zijn wanneer de ATP in haar onderzoek meenam of de
speler in kwestie winst maakte door zijn speculaties, maar de redenen waarom men
inzet op de wedstrijden acht zij niet van belang. Het zich aan gokken in de
(eigen) sport wagen is reeds een overtreding. Dit komt in zoverre overeen met de
dopingregelgeving waarbij het gebruik van verdovende middelen ook buiten het
sportveld en buiten het seizoen verboden wordt. Gezien de sancties is het dus
oppassen geblazen voor spelers die in het verleden nog wel eens een gokje hebben
gewaagd. Een schorsing van drie maanden of langer kan het einde van een carrière
betekenen en die gok kun je als ‘tennispro’ beter niet wagen.
Piet-Hein Boekel studeerde rechten aan de Vrije Universiteit van
Amsterdam. Zijn studie combineerde hij met toptennis. Zo speelde hij Davis Cup
voor de Nederlandse Antillen en Eredivisie bij tennisvereniging 't Melkhuisje.
In 2005 werd hij met tennisvereniging Amstelpark landskampioen in de
hoofdklasse. Piet-Hein Boekel is één van de oprichter van advocatenkantoor Certa
Legal. Het kantoor is binnen drie jaar uitgegroeid tot 51 advocaten/juristen.
Boekel heeft zich gespecialiseerd in sport en recht (zoals dopingzaken,
transfers, sponsoringcontracten, auteursrecht (waaronder portretrecht,
bescherming van concepten, producten en vormgeving), merkenrecht, modellenrecht
en contractenrecht. Zijn cliënten zijn divers en variëren van individuen tot
multinationals.