Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Voetballers verdienen géén voorkeursbehandeling bij dopingbeleid 7 april 2009

door: Herman Ram

Op 24 maart 2009 maakten diverse persbureaus - waaronder het ANP - bekend dat de UEFA en de FIFA ‘samen optrekken tegen de strenge dopingregels van het wereldantidopingbureau WADA’. Kernpunten van de discussie vormen de zogenoemde ‘Whereabouts-verplichting’ (het doorgeven van informatie over de verblijfplaatsen van sporters om zodoende vindbaar te zijn voor de dopingcontroleurs) en de uitvoering van dopingcontroles buiten trainings- en wedstrijdverband.

Beide voetbalfederaties pleiten voor een minder streng regime voor voetballers dan voor andere sporters geldt. Voetballers zouden niet buiten trainings- en wedstrijdverband gecontroleerd moeten worden, en al helemaal niet thuis of tijdens hun vakantie. En als er toch niet buiten trainings- en wedstrijdverband gecontroleerd wordt, is het doorgeven van Whereabouts-informatie uiteraard ook niet nodig.

Opvallend is wel dat FIFA hiermee in feite terugkomt op haar onvoorwaardelijke acceptatie van de nieuwe World Anti-Doping Code die per 1 januari 2009 van kracht geworden is. FIFA heeft bij de vaststelling van de Code haar bezwaren laten varen, en de Code onverkort geaccepteerd. Blijkbaar is de druk vanuit de spelersvakbonden echter zo groot, dat men de rug niet recht heeft weten te houden.

De vraag of voetballers enerzijds en niet-voetballers anderzijds verschillend behandeld moeten worden, moet welhaast per definitie ontkennend beantwoord worden. Het door FIFA en UEFA als eerste aangevoerde argument dat voetbal een teamsport is, kan in ieder geval amper of niet als argument gelden, want andere teamsporters (baseballers, basketballers, korfballers, etc.) vallen wel onder hetzelfde regime als individuele sporters. En ook valt niet in te zien waarom voetballers in het bijzonder recht zouden hebben op een ongestoord privé-leven, waar dat voor andere sporters dan blijkbaar minder of niet zou gelden. Er is simpelweg geen enkel argument dat voor voetballers wel geldt, maar dat voor alle andere sporters juist niet van toepassing is. En elke poging om voetballers een status aparte te geven ten opzichte van de hele groep niet-voetballende topsporters moet logischerwijze dan ook stranden.

Maar als we even wat afstand nemen van de voetballers en de vraag wat verbreden, valt er gelukkig toch wel iets zinnigs te zeggen over de hele kwestie. De kernvraag lijkt me namelijk te zijn: ‘In welke sporten is de kans op doelbewust dopinggebruik voldoende groot om de uitvoering van onaangekondigde controles buiten wedstrijdverband en/of het opleggen van de Whereabouts-verplichting te rechtvaardigen?’ Dat is een vraag die je voor alle sporten kunt en moet stellen, en het antwoord op die vraag vormt dan belangrijke input bij de besluitvorming over het regime dat voor elke individuele sport moet gelden.

WADA publiceert jaarlijks de bevindingen per sport, en aan de hand van de statistieken over 2007 (de gegevens over 2008 zijn nog niet beschikbaar) kunnen we een poging doen om de dopinggevoeligheid van het voetbal ten opzichte van andere sporten te bepalen. In 2007 werden bij de Olympische sporten (waar ik me hier gemakshalve even toe beperk) 174.483 dopingcontroles uitgevoerd, waarvan er 3.375 tot een ‘positieve’ bevinding leidden, een percentage van 1,93%. Van de 35 Olympische disciplines die WADA onderscheidt werd de koppositie ingenomen door… Curling, met 4,09% ‘positieven’. Wielrennen bezette de 2de plaats (3,91%), Boksen de 3de (3,16%), Gewichtheffen de 4de (3,02%), Baseball de 5de (2,69%). Triatlon de 6de (2,52%), Basketball de 7de (2,47%), IJshockey de 8ste (2,37%), Handbal de 9de (2,26%) en de Moderne Vijfkamp de 10de (1,99%). Vier van de tien sporten in de Top Tien zijn dus teamsporten.

Voetbal vinden we op de 2007-ranglijst samen met Zwemmen op een gedeelde 26ste/27ste plaats (1,23%), direct na Handboogschieten (24ste, 1,32%) en Atletiek (25ste, 1,30%) en net vóór Judo (28ste, 1,20%) en Tafeltennis (29ste, 1,17%). Het is opvallend dat voetbal (vrijwel) hetzelfde percentage ‘positieven’ kent als Zwemmen en Atletiek, allebei sporten die als veel ‘dopinggevoeliger’ bekend staan dan voetbal. Maar deze vergelijking is sowieso riskant, omdat er in het voetbal in 2007 nu eenmaal niet op dezelfde manier (en in dezelfde aantallen) Out of Competition dopingcontroles zijn uitgevoerd als bij de andere sporten wel het geval was. We kunnen dus alleen gissen naar het percentage dat gevonden zou zijn als er in het voetbal wel op dezelfde wijze Out of Competition getest was.

Nog even los van dit specifieke probleem rondom het voetbal, en ook los van alle mogelijke vragen over de validiteit van de genoemde percentages (in kleine sporten is het aantal dopingcontroles relatief laag en het percentage navenant minder informatief) is het grootste probleem met deze statistieken dat we niet weten wat er per sport gevonden is. WADA publiceert wel een nauwkeurig totaaloverzicht van alle gevonden substanties, maar niet per sport. En dat is in deze discussie wel erg jammer, want zonder die informatie zeggen de statistieken nog niet zo veel.

Immers, het buiten wedstrijdverband controleren in sporten waar vooral stoffen gevonden worden die alleen binnen wedstrijdverband verboden zijn, heeft niet veel zin. En daarmee samenhangend: de Whereabouts-verplichting vindt vooral zijn rechtvaardiging in het doelbewuste gebruik van de ‘zwaardere’ middelen (anabolen, EPO, groeihormoon, etc.) in kleine (micro)doseringen die binnen wedstrijdverband moeilijk zijn op te sporen. Stoffen (en methoden) die ook binnen wedstrijdverband goed op te sporen zijn, kunnen moeilijk dienen als argument voor dopingcontroles buiten wedstrijdverband. Overigens, de manier waarop de genoemde stoffen misbruikt kunnen worden, geeft ook aan dat het door de voetbalbonden gepropageerde ‘recht op vakantie’ een effectief dopingcontroleprogramma danig zou verstoren. Vanuit het perspectief van een dopinggebruiker zou dit recht altijd geïnterpreteerd worden als het ‘recht op een dopingkuur’, waarna men maandenlang voordeel kan hebben van deze controlevrije periode.

Zonder nadere informatie over de specifieke bevindingen per sport zijn we dus nog niet veel opgeschoten, al lijkt het me duidelijk dat de statistieken geen aanleiding geven om voetballers totaal anders te behandelen dan andere sporters.

In elk land bepaalt de Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO) de samenstelling van de zogenoemde Testing Pool en (dus) ook welke sporters hun Whereabouts moeten aanleveren. Het kan dus heel wel zijn dat de voetballers in een aantal landen wel hun Whereabouts zullen moeten aanleveren, en in andere landen niet. Dat zal mede afhankelijk zijn van de totale omvang van de Testing Pool, en van de specifieke positie van het voetbal in elk land. Het opleggen van de Whereabouts-verplichting is immers een relatief zware maatregel, die in verhouding moet staan tot het belang dat ermee gediend wordt. Het is dus nog maar even afwachten of er veel landen zijn waar voetballers hun whereabouts moeten gaan inleveren, en in al die gevallen zal de verplichting slechts voor een relatief kleine groep voetballers gelden, en zeker niet voor alle beroepsvoetballers o.i.d.

Naar mijn inschatting zullen alle NADO’s zich overigens wel het recht voorbehouden om voetballers ook buiten trainings- en wedstrijdverband te controleren, want dat is zo’n fundamentele zaak dat ik me moeilijk kan voorstellen dat NADO’s (vrijwillig) afstand doen van dat recht. En dat zal in Nederland niet anders zijn: of ook bepaalde voetballers in Nederland hun Whereabouts moeten gaan aanleveren is een proportionaliteitsvraag, maar de beschikbaarheid voor dopingcontroles, ook buiten wedstrijden en trainingen, is een principekwestie.

Herman Ram is vanaf 1 mei 2006 directeur van de Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland. Daarvoor was hij ruim zes jaar directeur van de Nederlandse Ski Vereniging. Eerder was hij directeur van de badmintonbond (van 1994 tot 2000) en de schaakbond (van 1992 tot 1994).

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst