Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De analyse van Ben Crum van de technische kant van de sport deugt niet! 8 april 2008

door: Henk Kraaijenhof

De analyse van Ben Crum (zie Open Podium van 1 april 2008) aan de hand van de drie voorbeelden die hij noemt, deugt van geen kanten. Ten eerste baseert hij zich op interviews, hetgeen al hachelijk is omdat de intentie en de uitspraken van de sporter daardoor indirect en gekleurd worden weergegeven. De realiteit is vaak complexer, maar de nuance valt weg in de journalistieke jacht op ‘soundbites’ uit de mond van de sporter of trainer. Zijn analyse van het probleem van Inge Dekker en de oplossing zijn te kort door de bocht en doen geen recht aan het werk van trainer en sporter. 

Nog bonter maakt hij het bij zijn analyse van Rutger Smith. Tja, het is altijd nog een stuk genmakkelijker om wereldkampioen korfbal te worden dan wereldkampioen kogelstoten. Bern Crum is nu eenmaal geen trainer van individuele sporten als zwemmen of atletiek. De conclusie dat de verkeerde trainingsmethode gevolgd wordt is dan ook van geen enkel belang, evenals de opmerking dat er in het belang van Smith moet worden ingegrepen. Zo is mijn vraag: door wie dan? Ik zou Ben Crum willen aanraden zich snel bij te scholen in het kogelstoten en de taak van Gert Damkat over te nemen, uiteraard met het riante salaris dat daarbij hoort.
De opmerking dat - ik citeer - “sporten een complexe samenhang is tussen specifieke waarnemings-, beslissings- en motorische processen”  is alweer een nietszeggende. Immers een ei bakken, aquarelleren, stijldansen en tweede kamerdebatten zijn dat ook.
 
Het derde voorbeeld - uit de spelsport - zou dus wat meer gewicht moeten dragen, zou je denken. Maar ook hier wordt laatdunkend gedaan over het door hem geconstateerde gebrek aan integratievermogen van collega-coaches, die zich blindstaren op tabellen, grafieken en statistieken en daarbij andere belangrijke prestatiebepalende factoren zouden vergeten. Moderne spelanalyse-methodes - hoe primitief ook - kunnen een nuttige aanvullende informatiebron zijn voor goede coaches. Dat weinig of geen coaches geheel blind zullen varen op deze systemen lijkt mij het intrappen van een open deur. Zonder deze pogingen tot objectivering blijft de voetbalanalyse eindeloos geneuzel, kijk naar voetbalprogramma’s op TV.
 
Wat je niet meet, kun je niet verbeteren! Hoe weet je immers dat iets beter is geworden als je niet weet hoe goed of slecht iets voor die tijd was? Dat gelopen afstanden in een wedstrijd niet garant staan voor gemaakte doelpunten of een overwinning zal zelfs de slechtst opgeleide coach duidelijk zijn.
 
In zijn laatste alinea brengt Ben Crum gelukkig een nuancering aan in zijn betoog. Nee, het is zeker niet alles goud wat er blinkt aan analysemethoden en ja, de coach speelt hierin een enorm belangrijke rol. Maar dat is geen reden om zich af te zetten tegen de technologisering van deze kant van de sport, door te stellen dat het vaak niet deugt.
 
Henk Kraaijenhof is vooral bekend als atletiekcoach. Zo was hij was onder meer coach van Nelli Fiere-Cooman, Merlene Ottey, Troy Douglas en Letitia Vriesde. Verder was hij consultant van de Engelse rugbybond, coördinator van de krachttraining van het Nederlands herenhockeyteam, conditietrainer van o.a. tennisser John van Lottum en tennisster Mary Pierce, consultant bij voetbalclub Juventus en bondstrainer van de KNAU bij de heren, dames en junioren. Kraaijenhof is ook één van de oprichters van NLcoach, de belangenbehartiger van trainers en coaches.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst