Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Je kunt als coach veel meer leren op de momenten dat het echt spannend wordt 3 juni 2014

door: Ton Biessels

Als videobeelden van een wedstrijd worden geanalyseerd en besproken, gaat de aandacht vaak uit naar de sporters. Daar kan de coach veel van leren. Maar er is meer te halen. In dit artikel switcht de camera naar de trainer/coach zelf. De coach vol in beeld. En dan op de meest spannende en soms bloedstollende momenten (aan het eind) van een wedstrijd. Wat kan de sportcoach dáár van leren? Over zichzelf!

In een promotieonderzoek dat ik aan de Universiteit Utrecht uitvoer over wat sport- coaches leren en hoe zij zich ontwikkelen komt een aspect van coachleren aan bod dat kan worden samengevat als ‘extreme practical learning’. Dit aspect maakt deel uit van een model - de vijftien aspecten van coachleren - dat overzicht en helderheid biedt welke mogelijkheden er zijn om je als sportcoach non-stop te ontwikkelen.

Leren in en van extreem spannende momenten doet een coach meestal tijdens wedstrijdmomenten. Het gaat dus - even voor de duidelijkheid en voor de juiste focus - over het leren van sportcoaches, niet over het team of over de afzonderlijke sporters. De coach staat centraal. Coaches die ik voor mijn onderzoek heb geïnterviewd geven aan dat zij tijdens de meest spannende momenten het meest zouden leren. Wat zij precies doen en hoe zij dat leren vorm geven, juist op dat moment, kunnen zij echter lang niet altijd duidelijk maken. Het lijkt erop dat zij volledig gefocust zijn op hun team. Hetgeen op zich logisch is, immers daar zijn zij voor.

Wat zij zélf uit die spannende momenten halen, waarmee zij zichzelf kunnen verbeteren, blijft onduidelijk. De vooronderstelling is dat zij te weinig leren van deze momenten (als het er echt om gaat). Daarmee doen zij zichzelf tekort in hun persoonlijke ontwikkeling. En blijven zij vermoedelijk steeds hetzelfde doen op de volgende reeks van zeer spannende momenten. Jammer, want er valt heel wat te leren. Het gaat hier namelijk om een zogenaamde ‘krachtige leeromgeving’, zoals opleidingskundigen dat noemen (P.R.J. Simons, 1999).

Coachleren komt niet eens op de tweede plaats...
Coaches leren wellicht te weinig van cruciale momenten. Louis van Gaal slaat zoals wel vaker de spijker op z’n kop: 'Op de eerste plaats staat de kwaliteit en de ontwikkeling van het team; diréct daarna gevolgd door de ontwikkeling en kwaliteit van de trainer/coach'. Daarmee lijkt hij voor open doel raak te schieten; natuurlijk gaat het team vóór.

Of de eigen ontwikkeling van de coach zelf direct daarna daadwerkelijk zal volgen, zoals Van Gaal dat bedoelt, is evenwel de vraag. Coachontwikkeling op zichzelf komt wel op gang; daar zorgen de licentiesystemen wel voor die nu bond voor bond worden ingevoerd. Verplichte bijscholing zorgt voor permanent (moeten) leren. Maar of dit coachleren dan diréct volgt op speler- en teamontwikkeling, zoals Van Gaal dat bedoelde, is niet zeker. Komt het inderdaad direct erna? Het lijkt er soms meer op dat het leren van coaches op de derde plaats komt en zelfs dat niet eens.

Wat zouden coaches kunnen leren?
Naast de vraag op welke plaats de eigen ontwikkeling komt is de vraag interessant wát coaches eigenlijk leren of wat zij zouden kúnnen leren! Wat kunnen zij er voor zichzelf uithalen? Er is ‘leeromgeving’ genoeg, spannende momenten in de sport zijn er legio: de laatste paar minuten van een wedstrijd; de extra speeltijd waarin nogal eens cruciale doelpunten vallen; de laatste ronde in een shorttrack finale. Play-off’s, verlengingen, de tiebreak bij tennis, strafschoppenseries en shoot-outs zoals bij ijshockey of hockey. Sudden death shoot-outs kúnnen de extreme spanning nog verder opvoeren.

Iedere coach in elke sport kent die situaties. En kijkt via de videobeelden terug op deze momenten. Maar helaas: praktisch alle aandacht gaat uit naar de sporters die het op dát moment moesten doen. Logisch, maar een gemiste kans.

Het lijkt een braakliggend terrein. In het onderzoek over coachleren gaat de camera naar de coach, in al die spannende momenten. Een voorzichtige conclusie is dat coaches, die achteraf deze cruciale momenten in de wedstrijd gaan analyseren en evalueren, toch weer alleen bij het team uitkomen. Men komt niet of te weinig bij zichzelf uit.

Spannende momenten in een extreem spannend seizoen
Het lering trekken uit situaties kan veel verder gaan dan de spannende fases in een wedstrijd. Dit zijn relatief korte momenten. Een nacompetitie waar het gaat om voorkómen van degradatie, is een extreem spannende langere periode. De hoogspanning kan zich uitbreiden naar een deel van een seizoen of zelfs naar een heel seizoen. Dan is het leren van en in extreem spannende momenten er continu, week na week, wedstrijd na wedstrijd. Oftewel, het leren is continu mogelijk! Als je er zo in gaat zitten wordt leren een mentaliteit. Rest nog de vraag: wat ga je aanpakken en hoe voer je het uit!

Zelfinzicht
Probeer bij jezelf uit te komen! Dat  is een van de allerbelangrijkste opdrachten. Laat de evaluatie gaan over je eigen rol als coach. Niet alleen in de wedstrijdevaluatie. Ook in de trainingen, waar de spanning al voelbaar is, terwijl de eerstvolgende wedstrijd nog moet beginnen. Neem niet alleen maatregelen om je spelers te versterken. Leg jezelf onder het vergrootglas.

Een uitkomst zou kunnen zijn dat je een hele ervaren voetbaltrainer aantrekt om te helpen analyseren. Een ervaren rot, zoals bijvoorbeeld Guus Hiddink. In je eigen werkomgeving zul je waarschijnlijk veel vragen krijgen. Zeer waarschijnlijk zul je niet begrepen worden. Nog waarschijnlijker zal je veroordeeld worden. Men zal zeggen dat je het niet alleen af kunt. En dat klopt! Je hebt dus de juiste beslissing genomen. Alleen door jezelf zo op te stellen, open en transparant, zet je een stap in je ontwikkeling. Met dank aan Philip Cocu, die als voorbeeld heeft ‘gediend’ voor deze beschouwing Vermoedelijk zal zijn lerende opstelling door anderen worden gevolgd. En wordt hij een rolmodel! Nederlandse voetbalcoaches kunnen nóg beter worden!

Wat doe jij met jouw extreme practical learning: de toepassingen
Je bent voetbalcoach en je kent die extreem spannende momenten. Je kunt er op dat moment alleen maar naar kijken. Althans, dit geldt voor voetbalcoaches. Er zijn ‘oortjes’ in een enkele sport als wielrennen en American football, communicatie is mogelijk tussen sporter en coach, op alle momenten. Voetbalcoaches observeren. In de verlenging of in de laatste minuten ervan moeten zij het hebben van de afspraken die zij als team allang met elkaar maakten, in de trainingen en voor de wedstrijd. Communicatie op dat moment is niet of minder goed mogelijk. Het publiek overschreeuwt je. Non-verbale communicatie is wat je rest. Wat doe je? Wat wil je uitstralen? Weet je wat je wil zijn en doen?

Het zou een welkome zaak zijn als je zelf al die momenten eens op een rijtje gaat zetten, van penaltyseries tot en met de wissel in de voorlaatste minuut. Zo ook je rol in een serie hele lastige wedstrijden die gaan komen, of een serie van vijf of zes wedstrijden die achter elkaar verloren gingen. Die extreem lastige situatie. Waarin er niemand lijkt te zijn die de oplossing weet; waarin iedereen naar jou kijkt en wijst. Jij mag het zeggen. En wat je ook doet: er zijn altijd tegenstanders.

Er is inzicht nodig: wat je bent en wat je wilt zijn. Met een simpel en handig model breng je je eigen extreem spannende situaties in kaart én in beeld. Dit model heet ‘dynamische oordeelsvorming’. Het kan individueel worden ingevuld; het kan ook in een groep trainers van een zelfde sportorganisatie. Dan wordt er een collegiaal aspect toegevoegd;  want je collega-trainers hebben interessante meningen over jou als coach.

Over dat laatste wordt veel gesproken, zoals Marc Lammers dat al eens toelichtte:
'Sta je als coach met je handen in de zak of sta je met je handen omhoog, dat is een heel andere boodschap. Je kunt aan de andere kant als coach ook weer te veel energie uitstralen. Als je je van dit soort dingen bewust bent, kun je er mee spelen.' - Sport Knowhow XL, november 2013.

Meer weten over extreme practical learning?
Een training op dit terrein kan in company worden aangeboden, dus in je eigen sportorganisatie. Een thuiswedstrijd! Hoofdtrainer kan met zijn assistent-trainers, hoofd opleidingen en technisch directeur in één dagdeel de eerste stappen zetten naar zelfinzicht, in deze bijzonder spannende situaties.

Voor meer informatie: tonbiessels@gmail.com


Ton Biessels is management- en organisatieadviseur, maar zijn oorsprong ligt in de sport: hij studeerde aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in Tilburg en vervolgens Bewegingswetenschappen tot en met zijn kandidaats-examen aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Verder was hij jarenlang gymleraar in het basis- en voortgezet onderwijs en docent anatomie & fysiologie aan inservice-opleidingen. Momenteel werkt hij als buitenpromovendus aan de Universiteit Utrecht aan een promotieonderzoek getiteld ‘Hoe en wat coaches leren’. Voor meer informatie: tonbiessels@gmail.com.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst