Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Waarom fouten maken goed is in talentontwikkeling 15 april 2014

door: Bart Heuvingh

'Ik heb meer dan 9000 worpen in mijn carrière gemist. Ik heb in totaal bijna 300 wedstrijden verloren. 26 keer werd mij toevertrouwd om het beslissend punt te scoren, maar miste ik. Ik heb telkens opnieuw en opnieuw gefaald in mijn leven. En dat is waarom ik succesvol ben!'

Bovenstaande quote van Michael Jordan omschrijft precies hoe we volgens mij naar fouten zouden moeten kijken; niet als het tegenovergestelde van succes, maar als onderdeel van succes. Wanneer we namelijk op deze manier naar fouten kijken ontstaat er een open foutencultuur, waardoor spelers eerder een groeimindset krijgen. Een groeimindset is de overtuiging dat talent te ontwikkelen is door veel te oefenen en de juiste leerstrategieën toe te passen.

In mijn vorige column heb ik beschreven waarom het hebben van een groeimindset belangrijk is  voor sporters. Daarin kwam tevens het eerste leerprincipe om een groeimindset te stimuleren naar voren: het geven van procescomplimenten. Nu zal ik het tweede leerprincipe beschrijven: het creëren van een open foutencultuur. Echter, eerst is van belang om aan te geven wat een open foutencultuur inhoudt.

Een open foutencultuur in talentontwikkeling
In een open foutencultuur worden fouten als nodig gezien. Wanneer een sporter nieuwe dingen aan het leren is dan zal hij of zij namelijk altijd fouten maken. Fouten maken houdt in dat je op de grens van je kunnen aan het trainen bent. Juist dat zijn de momenten dat je jezelf aan het ontwikkelen bent. In een open foutencultuur worden fouten gezien als normaal onderdeel van het leerproces. Als je nooit fouten maakt, dan ben je niet aan het leren en dus ook niet beter aan het worden. Een sporter is dan zijn talent niet verder aan het ontwikkelen en is niet aan het groeien. Juist van fouten kun je als sporter zeer veel leren, het is alleen rot om ze te maken.

Edwin Goedhart, Sportarts bij de KNVB, zei laatst op een congres over talentontwikkeling hetzelfde. Hij gaf aan dat tegenslag nodig is en dat we daarom niet alle hobbels weg moeten nemen in de talentontwikkeling van sporters.

'A Smooth Sea never made a Skillful Sailor'

In een open foutencultuur worden fouten niet alleen als nodig gezien, maar ze worden ook in alle openheid besproken. Pas wanneer fouten besproken worden dan wordt ervan geleerd. Filmreggiseur Michelangolo Antonioni zei hier ooit over:

‘Met alle moeite waarmee wij sommige van onze fouten verbergen, konden wij ze gemakkelijk afleren’

Volgens mij waren wij als kinderen veel minder bezig om onze fouten te verbergen en is dat verbergen iets wat pas later is gekomen door…. Ja door wat eigenlijk precies? Waardoor zijn wij ons vermogen om zorgeloos fouten te maken kwijtgeraakt? Als kind maakte je een fout en stond je meteen op om het opnieuw te proberen. Als je als volwassenen een fout maakt, dan kijk je eerst of iemand anders het gezien heeft en sta je daarna pas op. Vervolgens ga je het pas nog een keer proberen als je zeker weet dat er niemand meer meekijkt.

In een open foutencultuur worden fouten dus als nodig gezien en worden ze in alle openheid besproken. Maar hoe creëer je als trainer/coach een dergelijke foutencultuur is dan de vraag die rijst. Er zijn vier manieren waarop je een open foutencultuur kunt creëren als trainer/coach.

1. Help sporters met de juiste betekenis van fouten.
Zorg ervoor dat sporters een fout niet zien als een indicatie van een gebrek aan talent, maar als een teken dat ze iets nieuws aan het leren zijn. Wanneer een sporter een fout namelijk als een gebrek aan talent ziet, dan zal hij opgeven. Waarom iets blijven proberen als je er toch geen talent voor hebt? Wanneer een sporter een fout echter als leermoment ziet, dan zal hij veel eerder doorzetten. Hij zal een manier zoeken om de fout onder de knie te krijgen omdat hij controle ervaart. Als een speler na een fout zegt: 'Ik kan dit gewoon niet!'. Probeer dan als trainer/coach niet te zeggen: 'Jawel dat kan je wel. Ik weet zeker dat je het kan!' Probeer alleen het woordje nog toe te voegen: 'Dat klopt, dat kan je nu nog niet, maar wel als je op de juiste manier gaat oefenen'.

2. Wees toekomstgericht met betrekking tot fouten.
Blijft als trainer/coach niet te lang stilstaan bij fouten, want dat is frustrerend voor een speler. De fout heeft namelijk plaatsgevonden in het verleden en daar heeft een speler geen invloed meer op. Zelf word ik ook altijd gek als ik te lang blijf stilstaan bij een foutje dat ik gemaakt heb, omdat je het toch niet meer kan terugdraaien. Focus je liever op de toekomst, vraag je af wat je volgende keer beter kunt doen. Dit geeft energie en motiveert ook veel meer. Geef dus niet teveel feedback, maar liever feedforward!

3. Geef als trainer/coach het goede voorbeeld.
Hoe ga je zélf om met fouten als trainer/coach? Word je boos of zie je fouten echt als onderdeel van ontwikkeling. Maak je jouw eigen fouten bespreekbaar of stop je ze weg?

'Children have never been very good at listening to their elders, but they have never failed to imitate them'.
 
Straf spelers niet bij fouten, maar stimuleer dat er fouten worden gemaakt . Een tijdje geleden stond ik bij een voetbaltraining te kijken die er op het oog erg scherp uitzag. Op een gegeven moment hoorde ik de trainer/coach zeggen: 'Jongens stop maar, ik zie te weinig fouten. Jullie zijn niet op de grens van jullie kunnen bezig en dus wordt er niet geleerd'. Deze trainer stimuleerde hiermee de spelers om fouten te maken. Waardoor ik durf te beweren dat er minder faalangst in dit team te vinden is en zij uitdagingen durven aan te gaan. Leer sporters dat je als trainer/coach geen beoordelaar van ze bent, die constant kijkt wie er het minste fouten maakt, maar dat je hen helpt in ontwikkelen en dat fouten daar onderdeel van zijn.

4. Zorg voor een goede foutenomgeving
Zorg voor de juiste voorbeelden omtrent fouten in de omgeving. Dit kunnen afbeeldingen, quotes en video’s zijn waaruit blijkt dat fouten nodig zijn om te ontwikkelen.  Onderstaande afbeelding zou naar mijn mening bij elke sportvereniging en in elke schoolklas moeten hangen.

plaatjeHeuvinghTot besluit enkele sterke quotes over het maken van fouten:

‘Your best teacher, is your last mistake’
‘Failure is success in progress’
‘Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better’
‘You only make a real mistake, when you don’t make enough’


Om een groeimindset te stimuleren is het dus naast het geven van procescomplimenten (leerprincipe 1) belangrijk om een open foutencultuur te creëren (leerprincipe 2). Fouten zijn niet het tegenovergestelde van succes, ze zijn onderdeel ervan! Of zoals zanger Adam Levine leerprincipe 1 en leerprincipe 2 mooi samenvoegde in één wens:

‘I wish we would stop telling our kids they’re good at everything and allow them to fail sometimes!’

Bart Heuvingh is topsportbegeleider bij de Jeugdopleiding van AZ Alkmaar, teammember van het Athletic Skills Model en eigenaar van SportMindset. Hij heeft SportMindset opgericht omdat hij er heilig in gelooft dat een groeimindset de basis van talentontwikkeling vormt en dat een statische mindset als een rem op talentontwikkeling werkt. Heuvingh heeft Bewegingswetenschappen (VU) en Sport- en Prestatiepsychologie (UvA) gestudeerd. Via SportMindset biedt hij presentaties, workshops en cursussen aan over hoe trainer/coaches, leraren en ouders een groeimindset kunnen stimuleren in de sport- en onderwijspraktijk door middel van zeven leerprincipes die hij samengesteld heeft. Voor meer informatie: www.sportmindset.nl, Twitter, bart@sportmindset.nl of 06-5207 2408.

« terug

Reacties: 2

-
15-04-2014
Mooi verhaal. Dank je voor delen. Als enthousiaste aanvulling: wij helpen in organisaties met noodzakelijke en versnelde veranderingen (accountability: doen wat nodig is voor succes). Veel experimenteren en fouten maken dus. Voorwaarde is een door leiders geschapen veilige omgeving. Oncomfortabel (uit de comfortzone) maar veilig (geen straf voor fouten). Interessant is in de sport hoe bepaalde leiderschapsstijl een groot probleem is voor een onveilige perceptie van de sporter, en dus wel laat om fouten te maken (en dus te leren en te ontwikkelen). Hoe dan wel? En hoe leer je dat als leider? Complex en uitdagend. BaHaMaS: bijna alles heeft altijd met alles te maken. Bedrijfsleven kan veel leren van (top)sport en andersom in het bereiken van versneld veranderen. Veel succes met je werk.
-
16-04-2014
Een stuk naar mijn hart. Waar ik vroeger tegen mijn leerlingen/pupillen zei: "nog 10 succesvolle pogingen en dan zijn we klaar", zeg ik nu: "nog 10 keer goed oefenen en dan zijn we klaar". En het maakt dan niet uit of de 10 pogingen succesvol zijn of niet. Het goed met het oefenen bezig zijn heeft waarde. Een casus: ik sportte samen met een jongen met een vorm van autisme (en redelijk wat faalangst)en die wilde ik leren touwtje springen. In week 1 sprong hij tijdens het oefenen ongeveer 4 van de 10 keer goed. En ik werkte zoals boven aangegeven. Na twee keer zo geoefend te hebben sprong hij in week 3 9 of 10 keer van de tien goed. En ook zonder en de week ertussen geoefend te hebben. Joost Hes

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst