Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Sport en opleiding 28 mei 2013

Staat van het land | opleidingen en talent
In een tweeluik geeft Henk Kraaijenhof zijn kritische visie op 'de staat van ons land': deze eerste aflevering gaat over 'opleidingen', deel 2 over het concept 'talent'.

door: Henk Kraaijenhof

Recentelijk heb ik een aantal presentaties geven in Europa en de Verenigde Staten met als rode draad 'topprestaties'. Niet alleen is dat uitdagend om te doen, maar ook interessant vanwege de contacten en de mogelijkheid om er wat langer te blijven en er een studiereis van te maken.

Sprekend met toptrainers en sportwetenschappers komen we samen tot de conclusie dat het kennisniveau van de huidige generatie coaches bedroevend laag is, vergeleken met tien, twintig, dertig jaar geleden. Dat klinkt paradoxaal gezien de huidige mogelijkheden om kennis op te doen, neem alleen maar het gebruik van het internet.

Wat kunnen de redenen zijn waarom men internationaal gezien tot de conclusie komt dat het kennisniveau daalt? Ik denk dat daar een aantal redenen voor aan te geven zijn:

1. Het trainerschap, eigenlijk een veelzijdig geïntegreerd vak, lijkt meer en meer de kant op te gaan van specialisatie en expertise op een zeer beperkt terrein. Een begrijpelijke, maar funeste trend, omdat andere prestatiebepalende factoren niet worden herkend, erkend en bestudeerd.

2. Het internet is een gigantisch bron van informatie, maar hoe betrouwbaar die informatie is en hoe deze toegepast kan worden blijft een open vraag. Tangodansen, schoonspringen of hard zwemmen leert men niet van het Internet. Dat blijft een zaak van praktische ervaring.

3. Het probleem is dat weinig mensen ergens de tijd voor lijken te hebben. We zijn verwend met snelheid, met snelle resultaten en instant gratificatie. Cursussen duren te lang, boeken lezen gaat te langzaam. En van degenen die al op een cursus of congres verschijnen, rennen velen in de pauze snel naar buiten om te checken of ze geen berichtje op hun smartphone hebben. Of ze checken hun email tijdens de presentatie, heel belangrijk. Immers, die presentatie is oud nieuws, wisten we al. Hypercommunicatie is geen hol begrip meer maar dagelijkse realiteit.

4. Het internet creëert meer dan ooit de 'illusie' van kennis. Mensen denken al snel dat ze expert zijn omdat ze het begrip in Wikipedia kunnen intypen of kunnen Googlen. Dat leidt tot een enorme vervlakking van kennis aan de ene kant tegenover de illusie van kennis en het daar bijbehorende valse zelfvertrouwen daarover aan de andere kant.

5. De enorme versnippering van opleidingen: zijn er nog sportorganisaties die zich niet met trainersopleidingen bezighouden? Het aantal is in Nederland verveelvoudigd in de afgelopen dertig jaar. Dit leidt tot verwarring bij de coaches; welke cursus of opleiding moet je volgen? Vaak zijn deze opleidingen aanbodgericht, in plaats van in te spelen op de praktische vragen van coaches.

6. Deze opleidingen sluiten vaak niet aan bij de vraagstelling en de behoeften van het trainerschap, omdat ze ontworpen worden door mensen met weinig of geen affiniteit en/of kennis van het trainersvak. Vaak is het een kale optelsom van vele nutteloze, niet toetsbare en irrealistische competentie. Het trainerschap is meer dan de som van zijn competenties!

7. De sportwetenschap, hoe belangrijk ook voor de moderne trainer, is niet de zaligmakende oplossing voor topprestaties. Vaak gaat het om onderzoek - verricht over kortere tijd - geïsoleerd (niet te vergelijken met de complexe trainingsrealiteit van de topsporter) en op sportstudenten of in iedere geval niet-topsporters.

8. De informatie die dan uit de sportwetenschap doorstroomt naar de sportvloer is zeer beperkt en vaak vertraagd. Ook zijn sportwetenschappers in binnen- en buitenland vaak met handen en voeten gebonden aan het keurslijf van vastomlijnde trajecten en projecten, en zijn daarom meestal niet in staat met innovatieve oplossingen te komen waar de trainer om vraagt. Research and development moet meer zijn dan iemand met een kopieermachine en een internetverbinding. In feite is iedere training een biologisch experiment. Wie niet in de praktijk training, geeft, mist daarom het vermogen om te realiteit van de dagelijkse training goed te kunnen inschatten.

9. Ook werd de suggestie gedaan dat jonge coaches verdwalen in randzaken, te veel tijd verliezen met het zoeken en selecteren van relevante informatie, of aan voor hun vak irrelevante activiteiten als Facebook, of tijdrovende systemen zoals elektronische trainingsdagboeken.

Opvallend is dat dit een internationale trend lijkt te zijn: toptrainers en opleiders over heel Europa en de Verenigde Staten constateren dit onafhankelijk van elkaar. Hoe dit ligt in Azië of andere werelddelen is nog niet duidelijk.

Wel is duidelijk dat in ieder geval Azië ook in de wetenschap een enorme sprong voorwaarts maakt. Kijk naar overzichten van aangevraagde patenten, het aantal afstuderende wetenschappers per jaar (China!) of naar gepubliceerde artikelen in wetenschappelijke vakbladen en zie de enorm toegenomen bijdrage van Azië. Alle goede bedoelingen en mooie woorden over kenniseconomie en innovatiekracht ten spijt: het lijkt erop dat we deze slag aan het verliezen zijn, zowel in de wetenschap als in de opleiding van trainers.

Henk Kraaijenhof is performance consultant bij zijn eigen bedrijf Vortx. Eerder was hij was atletiekcoach van o.a. Nelli Fiere-Cooman, Merlene Ottey, Troy Douglas en Letitia Vriesde. Verder was hij consultant van de Engelse rugbybond, coördinator van de krachttraining van het Nederlands herenhockeyteam, conditietrainer van o.a. tennisser John van Lottum en tennisster Mary Pierce, consultant bij voetbalclub Juventus en bondstrainer van de KNAU bij de heren, dames en junioren. Kraaijenhof is ook één van de oprichters van NLcoach, de belangenbehartiger van trainers en coaches.

« terug

Reacties: 6

-
28-05-2013
Met veel interesse heb ik de bijdrage van Henk Kraaijenhof gelezen. Hij verkondigt de mening dat het kennisniveau van coaches de laatste tientallen jaren omlaag is gegaan. Mogelijk is dat zo, mogelijk niet. Zijn opsomming van de redenen welke tot een verlaging van het kennisniveau van coaches leiden is verhelderend en zal best met nog een aantal vergroot kunnen worden. Wat ik echter in zijn bijdrage mis is een onderbouwing van zijn mening dat het niveau achteruit is gegaan. Hij stelt slechts dat dit zo is naar aanleiding van gesprekken welke hij heeft gevoerd met toptrainers en topcoaches. Ik lees echter geen enkele onderbouwing van deze mening. Het doet me denken aan de oudere generatie die met regelmaat de wereld mededeelde en nog immer mededeelt, dat vroeger alles beter was. Zo was mijn opa van mening dat schoenen vroeger meer kwaliteit hadden, zonder te zeggen waaraan hij dat afmeette. Zo vinden vele muzikanten uit de jaren zestig dat vroeger de muziek veel beter was. Waarom dat zo is komen we niet te weten. Mijn moeder vond de melk van vroeger beter. Waarom? U kunt zelf nog wel meer voorbeelden bedenken. Het gaat mij er in deze reactie niet om de mening van Henk Kraaijenhof aan te vallen. Mogelijk heeft hij gelijk. Maar dan moet hij wel minstens met een aantal voorbeelden komen waaruit het huidige bedroevende kennisniveau blijkt. Pas daarna is het tijd voor een opsomming om dit bedroevende niveau te verklaren. Dus Henk, ik zou graag een onderbouwing zien van je aanname dat het kennisniveau van de huidige coach een bedroevend niveau heeft. Slecht dan heeft een discussie daarover enige zin. Edward van Bommel
-
28-05-2013
Beste Edward, ja het valt inderdaad moeilijk te onderbouwen, net zoals in het gewone onderwijs, waar uitgebreide statistieken en vergelijkingen eigenlijk hetzelfde laten zien. Neem alleen maar de lerarenopleidingen of Pedagogische Academies. Maar het blijkt natuurlijk ook niet uit de cijfers die de kinderen vandaag de dag halen. Ten eerste worden er steeds meer specialisten gevraagd en gevormd die buiten hun enge specialisatie veel minder weet hebben van 'the big picture'. Daarnaast worden in de sport veel generieke kwaliteiten onderwezen die eigenlijk voorwaarden zijn voor goed coachen, zoals communicatie, leiderschap (die in de lespraktijk echter ook niet te toetsen zijn en wellicht niet eens te leren!) Ja, je kunt mij betitelen als een nostalgisch fossiel, maar mijn gespreksparthers waren dat in ieder geval niet. Ben je namelijk jong, dan kun je je simpelweg geen oordeel vormen over hoe het vroeger, laten we zeggen, 10, 20, of 30 jaar geleden was! Een docent of student van 30 weet niet welk lesmateriaal werd aangeboden en hoeveel de cursisten daarvan oppikten. Ik startte als docent bij de AU in 1981 en heb voor diezelfde groep en hetzelfde niveau gedurende 25-30 jaar les gegeven. Sommigen cursisten van dat eerste uur kom ik nog steeds tegen op de huidige bijscholingen. Richt mijn kritiek zich louter op de cursisten en student? Nee, ik denk dat ook het curriculum dat samengesteld word door een oudere generatie daar voor een groot deel schuld aan is. Dit curriculum is te vaak niet vraaggericht, maar aanbodgericht. Niet synthetisch op een goede trainer op te leiden, maar analytisch opgedeeld in keurige matrixjes van versnipperde en politiek correcte competenties (burgerschapszin??). Het curriculum wordt dan ook samengesteld in een generieke matrix met een aantal competenties, relevant of niet. Daarvoor heb je geen specifieke kennis van de betreffende sport voor nodig, laat staan dat je hoeft te weten uit welke hout een succesvolle coach gesneden is. Ik heb gesproken met opleidingsfunctionarissen van de Zwitserse, Finse en Amerikaanse atletiekbond. Met docenten, opleiders en sportwetenschappers uit de voormalige Sovjet-Unie, nu al lang in de VS wonend, maar om dichter bij huis te blijven is dit een terugkerend gespreksonderwerp met Charles van Commenée, een man dit ook zeker zal kunnen beoordelen. Als je hem ziet of spreekt, vraag het hem. Ik ga binnenkort nog wat uitgebreider op dit onderwerp in op mijn blog, zie www.helpingthebesttogetbetter.com Henk Kraaijenhof
-
28-05-2013
Het orakel van Amstelveen spreekt! Eerst was doping een jarenlang thema. Nu weer opleiding en het kennisniveau van trainers. Kraaijenhof legt immer graag de vinger op de zere plek bij anderen. Heeft een grenzeloze overschatting van zijn eigen kennis en onderschat andere trainers. Meneer Kraaijenhof, u heeft in geen jaren meer sporters getraind, u hebt u slechts enkel beziggehouden met opleidingen waaronder via NLCoach. U spreekt badinerend over trainers terwijl u ze zelf schoolt, opleidt enz. Doet u uw werk dan goed of bent u bezig met het 'verwerven' van werk? Ik heb gehoord dat u in de tijd dat u bij Juventus werkte in de jaren negentig 'de witte dokter' werd genoemd. Had u destijds ook het kennisniveau van een arts waardoor de spelers van Juventus zo goed speelden? Of had u de bekende koffer bij zich waarover Raymond de Vries het in zijn boek over had? Kortom, meneer Kraaijenhof, als u met een vinger naar anderen wijst, wijst u minstens drie vingers naar uzelf! PS hebt u afgelopen zondag bij Andere Tijden Sport met samengeknepen billen zitten kijken in de hoop dat uw naam niet genoemd zou worden? Bas F.
-
28-05-2013
Henk signaleert wat ik ook de laatste tijd zie en hoor bij de huidige manier van opleiden, bij de atletiek unie. O ja, er zitten ook voordelen aan als trainers leren rond zich heen te kijken en worden gedwongen buiten de deur te kijken, maar als het over kennis gaat en een brede opleiding dan zie ik ook grote lacunes. Maar ja, ook ik begin al op een fossiel te lijken en moet oppassen te zeggen dat vroeger alles beter was. Maar in plaats van tegen een prikkelend stuk van de ultieme kennisbron Henk Kraaienhof te ageren is het denk ik beter eens goed te kijken of het niet de waarheid is en wat daar aan te doen. Johan Voogd, trainer coach atletiekschool SOTRA (oud-docent MiLa atletiek)
-
28-05-2013
Geachte heer Voogd, Kraaijenhof spreekt ook in de inleiding van zijn betoog wat overigens niet meer of minder een persoonlijke mening is: 'Sprekend met toptrainers en sportwetenschappers komen we samen tot de conclusie dat het kennisniveau van de huidige generatie coaches bedroevend laag is'. Leest u het nog maar even goed door. Bedroevend laag!!! En dat geldt dus ook voor u! Wat is bedroevend laag?? Dat komt tamelijk badinerend over, bedroevend laag. Dat Kraaijenhof een ultieme kennisbron is zal zo zijn. Maar daarmee is iemand zelf nog geen goede trainer is maar zich ook weer niet moet aanmeten dat hij daar 'zomaar' uitspraken kan en mag doen. Uit de wijze van schrijven wordt namelijk ook iets anders duidelijk. We moeten namelijk ook weten dat hij recentelijk gereisd heeft en gesproken heeft met vakbroeders. Dat is eerder profileren van zichzelf dat hij nog 'in de sport' zit dan dat hij werkelijke zorgen heeft over het kennisniveau van trainers. Hij heeft geen sporter meer getraind de laatste jaren. Achter je bureau zitten en constateren dat het kennisniveau van andere trainers bedroevend laag is, is wel heel erg makkelijk. En lees maar verschillende fora op het internet: er is weinig anders goeds dan Kraaijenhof zelf.
-
02-06-2013
Het valt mij op dat reacties met persoonlijk gerichte negatieve emoties vrijwel altijd naamloos zijn en vaak gespeend van ratio. Ik neem de twee anonieme reactie even samen. Dit niveau van reacties kun je dagelijks lezen op GeenStijl. Ja, ik denk dat mijn bijdragen prikkelend zijn, met name om reacties uit te lokken en in dit geval het tegendeel te bewijzen, er in ieder geval over na te denken en er samen iets aan te doen, mocht men het met mij eens zijn. Dat is namelijk het doel van deze column. Naamloze en van feiten gespeende hatemail leveren nergens een bijdrage toe. Vaak lijkt de schrijver zelfs meer over mijzelf denken te weten dan ik zelf. Henk traint geen topsporters meer? Interessant 'feit', hoe weet u dat zo zeker? Bent u een stalker? Of een 'bijdrage' over Juventus, waar ik als getuige ben gehoord en waarover ik in september 1998 zelf een artikel heb geschreven in het blad Sportweek. Daarnaast heb ik nota bene de redactie van Andere Tijden zelf geholpen bij het tot stand komen van dat programma! (de conclusie van het programma was wat mij betreft lachwekkend, maar dat is een andere zaak). U kunt contact met ze opnemen en dat navragen. Het lijkt me niet dat ik hen geholpen zou hebben om mezelf in het daglicht te stellen zoals u zich dat voorstelde. Met andere woorden: u weet niet waarover u praat, u bent niet op de hoogte van de feiten, u suggereert en insinueert slechts en bent verblind door uw vooringenomenheid, maar gelukkig besefte u dat zelf ook wel en reageerde daarom anoniem. Maar no hard feelings, u weet mij vast wel te vinden, mail me en ik neem de tijd om met u face-to-face te discussiëren en de koffie is op mijn rekening. Henk Kraaijenhof

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst