Esport in 2028: best bekeken olympische sport
door: Ivo van Hilvoorde
In 2029 is esport in vrijwel alle landen geaccepteerd als volwaardige sport. Tijdens de Aziatische Spelen in 2022 en de Olympische Spelen in 2024 (Parijs) staat esports al op het programma. Tijdens de Olympische Spelen 2028 is esports wereldwijd de best bekeken sport.
Die populariteit is in 2028 vanzelfsprekend, maar was dat tien jaar eerder niet. Zeker niet in Nederland. Hoewel traditioneel goed in nieuwe sporten op de olympische agenda, liep Nederland wat achter op deze ontwikkeling en de officiële erkenning. Die vertraging had deels te maken met de weerstanden die het opriep en de eenzijdige benadering van elektronische sporten vanuit het perspectief van verslaving en gezondheid. Angstbeelden over iPadbochels, gameboyruggen en tabletnekken deden lange tijd hun werk om de weerstanden tegen esports te voeden.
Er is veel discussie en verontwaardiging als een succesvolle esporter wordt genomineerd voor de verkiezing van sporter van het jaar
Weerstand
Vanuit de sportwereld zelf bestond er vooral weerstand tegen dit type ‘virtuele activiteit’, die ‘iets’ was, maar vooral geen sport. Hoe die weerstand te verwoorden, dat bleek nogal eens lastig. Toen NOC*NSF in 2014 werd gevraagd waarom de esportbond nog geen lid was van de sportfamilie en de hengelsport bijvoorbeeld wel reageerde een woordvoerder als volgt:
‘Die tak van sport [vissen] roept meer associaties op met mensen die vanuit een tentje, gewikkeld in een slaapzak op een stretcher, naar een dobber liggen te turen. Die mensen kunnen in ieder geval van de buitenlucht genieten, wat weer wel een verbinding met sport betekent.’1
Sporter van het jaar
Hoewel de buitenlucht nog steeds van grote waarde blijft voor sportbeleving, is er in 2029 meer kennis en waardering voor de complexe motorische vaardigheden die worden getest in esport en het type talent dat het verschil maakt tussen de elitegamers en de gemiddelde thuisgamer. Er is wel veel discussie en verontwaardiging als een succesvolle esporter wordt genomineerd voor de verkiezing van sporter van het jaar. Er is ook discussie over de categorie waarbinnen deze sporter valt. Het missen van een been blijkt geen obstakel te zijn om competitief te zijn aan de top.
Het is een realiteit dat deze nieuwe, digitale sportmarkt direct al te maken krijgt met grote kwesties rondom doping en matchfixing
Natuurlijk is het sportbonden en IOC ook simpelweg te doen om het bereiken van een nieuwe generatie, die nu eenmaal meer plezier beleeft aan het kijken naar gamers dan naar veel andere sporten. Dit roept altijd voorspelbare reacties op (vooral over bewegingsarmoede), maar deze voorkeur is ook een commerciële realiteit. Zoals het ook een realiteit is dat deze nieuwe, digitale sportmarkt direct al te maken krijgt met grote kwesties rondom doping en matchfixing. Het zijn juist deze morele kwesties die de doorslag gaven om de activiteiten als sport te beoordelen.
Nuancering
Met een eenvoudige uitsluiting werden ook verantwoordelijkheden voor dit soort kwesties wel heel eenvoudig terzijde geschoven. Toen het wel heel veel op sport begon te lijken (inclusief de trainingscentra, scouting, talentscholen, coaching), moest het ook als sport behandeld en beoordeeld worden. Toezicht bleef wel ingewikkeld vanwege het ontbreken van een verenigingscultuur. Regels worden vooral opgelegd door de industrie zelf.
In 2029 verschijnt er een app, zo simpel, dat de populariteit ervan lastig te verklaren is
De discussie over de relatie tussen langdurig gamen en gezondheid is ook genuanceerder geworden. Die nuancering werd een handje geholpen door een veelbesproken rapport van de Gezondheidsraad, enkele jaren daarvoor, over de medische risico’s van topsport voor jonge kinderen. Daarbij viel de aandacht voor de tabletnek in het niet. Overheidsinvesteringen in topsport voor kinderen - met de nationale medaillespiegel als hoger doel - kwam daarna al snel in het rijtje van roken, vuurwerk en Zwarte Piet. Merkwaardig, dat er een tijd was dat we dat normaal vonden.
In 2029 verschijnt er overigens ook een app, zo simpel, dat de populariteit ervan lastig te verklaren is. In alle rust, eventueel op een stretcher, kan er worden getuurd naar een virtuele dobber. De juridische discussie loopt nog of het geen illegaal gokspel betreft.
Noot:
- Hilvoorde, I. van & Kleinpaste, J. (red.) (2014). Van tikken naar taggen. Digitalisering van bewegingsonderwijs en sport. Deventer: ...daM Uitgeverij.
Ivo van Hilvoorde is lector ‘Bewegen, School & Sport’ (Windesheim) en docent (sport)filosofie (VU, Amsterdam).