door: Maarten Vrolijk
Op deze site uitte Michiel van Dijk recentelijk zijn zorgen over een rechterlijke uitspraak. In deze uitspraak corrigeerde de rechter een beslissing van de scheidsrechter. Volgens Van Dijk is het in het belang van de sportieve rechtszekerheid dat scheidsrechterlijke oordelen in stand blijven. Slechts binnen de door het Court of Arbitration for Sport (CAS) aangegeven kaders zou een scheidsrechterlijke beslissing met succes kunnen worden bestreden. Deze uitspraak zou niet zonder meer binnen deze kaders passen. In mijn visie is deze uitspraak echter niet in strijd met internationaal sportrecht.
In de bewuste voetbalwedstrijd die leidde tot de rechtszaak werd een speler ten onrechte uit het veld gestuurd. De scheidsrechter verkeerde in de veronderstelling dat hij deze speler reeds eerder een gele kaart had gegeven. Het team moest verder met tien man, verloor de wedstrijd en degradeerde. Protest bij de KNVB haalde niets uit. Ik wijt dat aan het hardnekkige misverstand bij bonden dat beslissingen van scheidsrechters altijd definitief zijn en protest daarmee zinloos.
Internationaal sportrecht: geen beroep bij beoordelingsvrijheid
Beslissingen van scheidsrechters, jury’s of andere officials welke zijn belast met toepassing van spelregels ('field-of-play decisions') worden slechts door CAS beoordeeld indien ter zake van deze toepassing sprake is van willekeur of kwader trouw, bij voorbeeld als gevolg van corruptie (CAS 30 september 2000, OG 2000/013).
Toegepast op een voetbalwedstrijd betekent dit dat de beslissing van de scheidsrechter een gele kaart te geven aan een speler die een overtreding maakt niet kan worden bestreden. Immers, de scheidsrechter mag een gele kaart geven indien hij van oordeel is dat sprake is van een ernstige overtreding. De scheidsrechter komt daarbij beoordelingsvrijheid toe (is sprake van een overtreding en is deze ernstig genoeg?). Deze beslissing is definitief en kan niet worden voorgelegd aan een rechter of arbitragecommissie.
Internationaal sportrecht: beroep bij overtreding dwingende reglementsbepaling
De situatie wordt anders indien de scheidsrechter een dergelijke beoordelingsvrijheid niet toekomt ('aucune margin d'appreciation' - CAS 15 november 1993, CAS 1993/103). In deze zaak bepaalde het reglement van toepassing op een Zwitserse ijshockeywedstrijd dat bij een gelijkspel na drie perioden een verlenging volgde. Anders dan tijdens de reguliere speeltijd dient reglementair bij aanvang van de verlenging geen wisseling van speelhelft plaats te vinden. De scheidsrechter oordeelde anders.
De verliezende club protesteerde vervolgens met succes tegen deze beslissing. CAS oordeelde dat sprake was van een 'erreur technique'. De club diende bovendien aannemelijk te maken dat het wedstrijdverloop door de fout was beïnvloed. Deze eis is begrijpelijk. Anders zou elke (ook onbeduidende) fout leiden tot correctie van wedstrijdresultaten. CAS oordeelde dat hiervan sprake was. De reservebank bevond zich door de wissel van speelhelft niet aan de helft van de klagende club. Coaching van de veldspelers was daardoor moeilijk en wissels namen meer tijd in beslag.
De beslissing van de rechter is in overeenstemming met internationaal sportrecht
Tijdens de voetbalwedstrijd genoemd in de inleiding van dit artikel werd de speler met één gele kaart door de scheidsrechter weggestuurd. Deze beslissing vormt een onjuiste toepassing van reglementsbepalingen door de scheidsrechter. Uit de voorgaande paragraaf blijkt dat een dergelijke beslissing niet definitief is. De beslissing van de rechter is derhalve in overeenstemming met internationaal sportrecht.
Tot slot: Wat is de positie van FIFA en UEFA ?
Van belang is nog de positie van FIFA en UEFA vast te stellen. KNVB dient als lid daarvan hun reglementen in acht te nemen. Bovendien is bekend dat FIFA niet schuwt druk uit te oefenen op nationale bonden om protesten tegen scheidsrechterlijke beslissingen af te wijzen. FIFA-leden dienen de spelregels neergelegd in de International Football Association Board (IFAB) Laws of the Game te volgen (art. 6 FIFA Statuten). FIFA neemt het standpunt in dat alle beslissingen van een scheidsrechter onaantastbaar zijn (Law 5.2 IFAB Laws of the Game): 'The decision of the referee regarding facts connected with play, including whether or not a goal is scored and the result of the match, are final'.
"Anders dan FIFA sluit UEFA in haar reglementen niet uit dat een scheidsrechterlijke beslissing kan worden aangevochten"
Echter, FIFA heeft ook al eens erkend dat een onjuiste toepassing van reglementen door de scheidsrechter ('technical error') leidt tot het overspelen van een wedstrijd. In de WK-kwalificatiewedstrijd Oezbekistan-Bahrein in 2005 besloot de scheidsrechter een vrije trap toe te kennen aan Bahrein, omdat spelers van Oezbekistan te snel met hun eigen strafschopnemer meeliepen. In een dergelijke situatie dient de strafschop volgens Law14 IFAB Laws of the Game echter te worden overgenomen (FIFA, Mediarelease 6 september 2005).
Anders dan FIFA sluit UEFA in haar reglementen niet uit dat een scheidsrechterlijke beslissing kan worden aangevochten. Protesten zijn mogelijk tegen 'obvious violations of a rule by the referee that had a decisive influence on the final result of the match' (art.50.1., UEFA Disciplinary Regulations). Deze regel werd toegepast tijdens een Champions League-kwalificatiewedstrijd tussen FC Tirol en Lokomotiv Moskou in 2001. Een Russische speler kreeg in de 72e minuut zijn tweede gele kaart. De scheidsrechter (Mario van de Ende) noteerde echter dat een andere speler deze gele kaart kreeg. De eerder bestrafte speler werd niet weggestuurd. Derhalve een onjuiste toepassing van de reglementsbepaling dat twee maal geel een rode kaart oplevert.
UEFA oordeelde vervolgens dat FC Tirol door deze fout was benadeeld. FC Tirol had bij een correcte reglementstoepassing niet tegen elf, maar tegen tien man gespeeld. De kans op een overwinning zou dan groter zijn. De wedstrijd diende te worden overgespeeld. (UEFA Appeals Committee 31 augustus 2001). De beslissing van de rechter past in de lijn van UEFA en FIFA, omdat in deze drie gevallen sprake is van een onjuiste reglementstoepassing en de beslissing wordt gecorrigeerd.
Eindconclusie
Wedstrijden dienen bij voorkeur op het veld te worden beslist. Een verlenging in de rechtszaal met correcties van scheidsrechterlijke beslissingen als resultaat waren reeds vóór deze uitspraak niet uitgesloten. In zoverre is deze uitspraak niet opzienbarend.
Maarten Vrolijk is jurist gespecialiseerd in (internationaal) sportrecht. Hij adviseert sporters en sportbonden over onder meer contracten, reglementen, doping en selecties voor kampioenschappen. Daarnaast is hij lid van de tuchtcommissies van de honkbalbond en de jeu de boules bond. Tenslotte is hij schrijver van meerdere boeken over sportrecht (www.celsusboeken.nl). Voor vragen over sportrecht is hij te bereiken via asksportrecht@gmail.com.