Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Feedback XL-Item

Reactie op rondetafelgesprek 'Integriteit en matchfixing' 26 mei 2015

door: prof. dr Ben van Rompuy

Op 21 mei organiseerde de Tweede Kamer een hoorzitting over het Wetsvoorstel kansspelen op afstand (Wok). Tijdens het blok 'Integriteit en matchfixing' werd ingegaan op de vraag of er bijkomende maatregelen voor het voorkomen en aanpakken van matchfixing in de wet moeten worden opgenomen.

De Tweede Kamer heeft in dit dossier altijd al een voortrekkersrol gespeeld en ik was verheugd dat - ondanks het korte tijdsbestek (dertig minuten) - dit onderwerp opnieuw aandacht kon genieten. Gelet op mijn eigen bezorgdheden en onderzoeksinteresse in het beschermen van de integriteit van sport, keek ik uit naar de discussie. Ik heb veel respect voor de uitgenodigde belanghebbenden en experten en was dan ook erg geïnteresseerd in hun bijdragen.

"Ik voel me als auteur van het rapport genoodzaakt de inhoud ervan te verdedigen"

In de discussie was er veel aandacht voor een recent onderzoeksrapport van het Asser Instituut, 'The Odds of Matchfixing: Facts and figures on the integrity of certain sports bets'. Dit rapport was bedoeld om een bijdrage te leveren aan de beleidsdiscussies rond de integriteitsgevaren van bepaalde online sportweddenschappen. In die zin lijkt het in zijn opzet geslaagd. Als het over matchfixing gaat heeft helaas niemand sluitende antwoorden, dus de uitwisseling van inzichten, ervaringen en kritische reflectie is net wat ons allen vooruit helpt. Echter, de conclusies van het rapport werden in de Tweede Kamer dermate verkeerd voorgesteld dat ik me als auteur van het rapport genoodzaakt voel de inhoud ervan te verdedigen.

De opzet van de studie
Wanneer het gaat over de regulering van het aanbod van sportweddenschappen wordt vaak gesteld dat bepaalde typen van sportweddenschappen een verhoogd risico inhouden voor manipulatie, in het bijzonder:

  • Weddenschappen op bepaalde elementen in een wedstrijd ('side bets') zoals het aantal hoekschoppen, welke speler een gele kaart zal krijgen, wie de volgende goal zal scoren, etc.
  • Live weddenschappen (‘live betting’) die geplaatst kunnen worden tijdens het verloop van de wedstrijd.
  • Weddenschappen op bepaalde sportwedstrijden zoals jeugdcompetities en vriendschappelijke of amateurwedstrijden.

Ook al klinken sommige onderliggende argumenten voor het verbieden van deze weddenschappen best aannemelijk, buikgevoel is niet de beste raadgever voor regelgeving. Ik vroeg me daarom af of er ook bewijs is dat deze argumenten ondersteunt. Met andere woorden: bestaat er een significant verband tussen gokgerelateerde matchfixing en dit type sportweddenschappen? Uit die vraag kwam mijn onderzoek voort.

Helaas zijn systematisch verzamelde, betrouwbare primaire bronnen over matchfixing niet beschikbaar. Doorgaans zijn persberichten de enige bron van informatie over vermeende of zelfs bewezen gevallen van matchfixing. Voorgaand onderzoek, zoals bijvoorbeeld van de Sorbonne Universiteit, 1 onderzocht de integriteitsrisico’s van specifieke sportweddenschappen op basis van een theoretische analyse. Dat is waardevol, maar kent evident ook zijn beperkingen. Onze studie beoogt een stap verder te gaan.

"Sportradar analyseert voor onder meer de UEFA en FIFA al vijf jaar op grote schaal gokpatronen bij voetbalwedstrijden"

De voornaamste bron voor het onderzoek
Ik klopte daarom aan bij Sportradar, een bedrijf dat voor onder meer de UEFA en FIFA al vijf jaar op grote schaal gokpatronen bij voetbalwedstrijden analyseert. Waarom Sportradar? Zij beschikken over de omvangrijkste dataset en zijn onafhankelijk - in tegenstelling tot andere monitoringssystemen (bv. van de loterijen of van private gokoperatoren).

Het spreekt voor zich dat de signalering van opmerkelijke gokpatronen geen bewijs is van matchfixing maar louter een indicatie dat er mogelijk iets aan de hand is. Toch is het belangrijk te benadrukken dat het aanmerken van een wedstrijd als ‘verdacht’ door Sportradar het resultaat is van een grondige analyse. Bijvoorbeeld, als er grote inzetten op een specifieke eindstand worden opgemerkt, wordt vervolgens op basis van alle beschikbare informatie over de betrokken wedstrijd op zoek gegaan naar een alternatieve logische verklaring.

Hierbij doen ze ook een beroep op freelancers in het betreffende land. Pas wanneer alles er dan nog altijd op wijst dat er mogelijk sprake is van matchfixing, wordt een analytisch verslag naar de sportbond gestuurd. Het zijn die verslagen die de grondslag vormden voor mijn onderzoek. Vandaar de consistente verwijzing naar ‘waarschijnlijk gemanipuleerde wedstrijden’ in het rapport.

"Rapporten over verdachte gokpatronen zijn slechts een aanknopingspunt voor een bijkomend en diepgaand onderzoek door de sportbond of andere autoriteiten"

Monitoringsystemen zijn niet onfeilbaar. Heel wat bewezen gevallen van matchfixing zijn onder hun radar gebleven en uiteraard zullen er ook regelmatig ‘false positives’ zijn. Rapporten over verdachte gokpatronen zijn slechts een aanknopingspunt voor een bijkomend en diepgaand onderzoek door de sportbond of andere autoriteiten. Maar het is de enige systematische empirische bron die we kunnen aanspreken om een eventuele link tussen (in dit geval waarschijnlijk) gemanipuleerde wedstrijden en bepaalde sportweddenschappen (op welke de verdachte patronen betrekking hebben) te onderzoeken.

Ook deze bron kent dus zijn beperkingen en er moet dus zorgvuldig mee worden omgegaan. Maar systematisch verzameld, empirisch materiaal over waarschijnlijk gemanipuleerde voetbalwedstrijden (2009-2014) vormt een nuttige, complementaire bron om meer te leren over het fenomeen matchfixing. Dat ik hun primaire data niet mag ontsluiten is nogal evident. De in de Tweede Kamer geponeerde stelling dat dit de conclusies ‘semiwetenschappelijk’ zou maken gaat mijns inziens te ver. Dit was het eerste onderzoek dat toegang vroeg tot de data van Sportradar om ze onafhankelijk te kunnen analyseren, maar is hopelijk niet het laatste dat naar dezelfde en/of andere betrouwbare bronnen op zoek gaat. De kern van de kritiek loopt bovendien mank als positiepapers van belanghebbende partijen, evenmin verifieerbare interviews, statistisch niet representatieve enquêteresultaten of citaten uit krantenartikelen in vergelijking wél ‘wetenschappelijk’ betrouwbaar geacht worden. 2

Misverstand 1: kwetsbaarheid van lagere divisies
Toen het rapport werd gepubliceerd, suggereerden sommige mediaberichten (inclusief quotes die ik niet heb kunnen nalezen of corrigeren) dat het rapport zou concluderen dat matchfixing vooral in de hoogste divisies van voetbal voorkomt. Dit werd in de Tweede Kamer ‘nonsens' 3 genoemd omdat er recente tegenvoorbeelden konden worden opgesomd.

Zoals meermaals aangegeven in het rapport: een van de beperkingen van de gebruikte dataset is dat Sportradar alleen de eerste en tweede divisie van de voetbalcompetities in Europa op systematische wijze monitort. Het rapport concludeert dat de meeste door Sportradar als verdacht aangemerkte voetbalwedstrijden betrekking hadden op de eerste divisie (78%) en dus niet de tweede divisie. Vermoedelijk is dit de oorzaak van verwarring. De conclusies van het rapport stellen evenwel helder dat er op basis van de gebruikte dataset geen uitspraken kunnen worden gedaan over derde en lagere divisies, jeugdwedstrijden of vriendschappelijke wedstrijden. 4

Misverstand 2: gokken op eigen wedstrijden en spotfixing
Het is moeilijk te begrijpen hoe het Wetsvoorstel kansspelen op afstand de Nederlandse sport meer kwetsbaar zou maken voor manipulatie door georganiseerde goksyndicaten. Het is haast ondenkbaar dat professionele fixers hun weddenschappen zullen gaan plaatsen bij de straks gereguleerde operatoren in Nederland. Enigszins aannemelijker is het dat Nederlandse sporters straks gemakkelijker zullen kunnen gokken op hun eigen wedstrijden, wat ook tot gokgerelateerde matchfixing kan leiden. Tijdens de hoorzitting klonk de kritiek dat het rapport deze bedreiging over het hoofd ziet. 5

"Nederlandse sporters kunnen vandaag al online gokken op hun eigen wedstrijden"

Laten we duidelijk zijn: Nederlandse sporters kunnen vandaag al online gokken op hun eigen wedstrijden. En als Nederland straks restricties zou invoeren voor bepaalde sportweddenschappen (die anders door kwetsbare sporters of scheidsrechters zouden kunnen worden misbruikt, in het bijzonder side bets) 6 dan kunnen ze dat nog altijd doen bij online operatoren zonder Nederlandse vergunning. Als Belg kan ik bevestigen dat de wereld niet eindigt aan de Nederlandse grens.

Hoe dan ook, een van de voornaamste conclusies van het rapport is dat de monitoringstatistieken van Sportradar heel duidelijk aangeven dat haast al het verdachte gokgedrag betrekking heeft op de eindstand van voetbalwedstrijden en het doelpuntenverschil in het bijzonder. Dit is trouwens in lijn met theoretische beschouwingen uit voorafgaand onderzoek: vooral die markten waar qua volume het meest wordt op ingezet zijn interessant voor fixers want hoge bedragen vallen hier minder snel op en beïnvloeden minder snel de odds. 7

Het rapport concludeert daarom dat het risico van spotfixing niet kan worden uitgesloten, maar erg beperkt is. Het gokken van sporters op elementen van een wedstrijd die ze individueel kunnen manipuleren (die doorgaans alleen op topwedstrijden worden aangeboden) kan hen kleine winsten opleveren. 8 Ook dat is matchfixing en dus volstrekt onaanvaardbaar, maar het punt hier is dat het rapport hier dus wél op in gaat, in veel detail zelfs. Er bestaan trouwens alternatieve maatregelen om het verbod voor sporters om op eigen wedstrijden te gokken, zoals opgenomen in de reglementen van de grootste sportbonden, praktisch te handhaven. 9

"Risico’s voor de integriteit van de sport moeten een factor zijn bij het bepalen welk soort sportweddenschappen moeten worden toegelaten"

Conclusie: een pleidooi voor laissez-faire?
Neen. Zoals aangegeven in de introductie van het rapport: risico’s voor de integriteit van de sport moeten een factor zijn bij het bepalen welk soort sportweddenschappen moeten worden toegelaten (ook al bieden nationale restricties weinig of geen soelaas want in de rest van de wereld kan het wel). Maar er is een andere belangrijke factor om in overweging te nemen. Matchfixing en gokken op sportweddenschappen zijn een globaal fenomeen. Alleen het gereguleerde aanbod kan je controleren en biedt instrumenten om matchfixing op te sporen. Niemand is dus gebaat bij een lokaal aanbod dat minder aantrekkelijk is dan dat van niet-gereguleerde kansspeloperatoren: het zou de kanalisatie naar het vergunde aanbod alleen maar verkleinen. Daarom hebben landen zoals Italië of Spanje hun restricties net versoepeld of afgeschaft. 10

Ons rapport was in wezen een pleidooi voor een evidence-based benadering bij het maken van deze cruciale afweging. We zijn op zoek gegaan naar objectief, systematisch verzameld empirische materiaal dat, hoewel niet perfect is, kan helpen om het nodige inzicht te krijgen in de samenhang tussen bepaalde typen van sportweddenschappen en fraude. Op basis van de gebruikte bron vond de studie geen bewijs om een verbod op wedmogelijkheden zoals side bets of live betting te legitimeren.

Hopelijk zijn de klaarblijkelijke misverstanden over het rapport nu de wereld uit.

Noten:
1.    Université Paris I Panthéon-Sorbonne and ICSS, ‘Fighting against the manipulation of sports competitions’ (2014).

2.    Marjan Olfers, ‘Notitie hoorzitting kansspelen op afstand: Pandora’s box’, mei 2015.

3.    Zie ook idem, p. 2.

4.    T.M.C. Asser Instituut/ASSER International Sports Law Centre, ‘The Odds of Matchfixing: Facts and figures on the integrity risk of certain sports bets’, p. 36.

5.    Marjan Olfers, ‘Notitie hoorzitting kansspelen op afstand: Pandora’s box’, mei 2015, noot 15.

6.    Idem, p. 3.

7.    Zie bv. Université Paris I Panthéon-Sorbonne and ICSS, ‘Fighting against the manipulation of sports competitions’ (2014) p. 103-104 (‘The low liquidity levels observed in (side bets) markets lead us to relativize the actual level of threat of these categories of betting formulas’); David Forrest, ‘Match Fixing: An Economics Perspective’ in M.R. Haberfeld and Dale Sheehan, eds.) Match fixing in International Sports: Existing Processes, Law Enforcement, and Prevention Strategies (Springer, New York 2014) p. 188-189.

8.    T.M.C. Asser Instituut/ASSER International Sports Law Centre, ‘The Odds of Matchfixing: Facts and figures on the integrity risk of certain sports bets’, p. 34.

9.    Ben Van Rompuy, “The role of the betting industry” in Transparency International, Global Corruption Report: Sport (Routledge, forthcoming 2015), http://www.transparency.org/files/content/feature/3.2_RoleBettingIndustry_VanRompuy_GCRSport.pdf

10.    T.M.C. Asser Instituut/ASSER International Sports Law Centre, ‘The Odds of Matchfixing: Facts and figures on the integrity risk of certain sports bets’, p. 9-16.

Prof. dr Ben Van Rompuy is senior onderzoeker en consultant internationaal en Europees sportrecht aan het T.M.C. Asser Instituut/ASSER International Sports Law Centre.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst