Jongeren in sportbesturen

De besturen van sportverenigingen en andere sportorganisaties bestaan nog steeds voornamelijk uit 'oudere' mannen. Vrouwen maar zeker ook jongeren zijn er sterk in de minderheid. Terwijl een divers samengesteld bestuur - op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, ervaring en opleiding - wellicht beter kan inspelen op veranderende sportbehoeftes van (potentiele) leden en daarmee de toekomst beter tegemoet kan treden. 

In de rubriek 'De jonge sportbestuurder' komt steeds een jongere aan het woord die de nodige ervaring heeft met bestuurswerk in de sport en andere jongeren wil stimuleren daar op zijn minst ook eens over na te denken. Door te laten zien hoeveel plezier ze eraan beleven maar ook hoeveel meerwaarde hun inbreng heeft voor de vereniging én henzelf. Vandaag in 'De jonge sportbestuurder': Janneke van Meel, bestuurslid van Hellas Traithlon

1. Kan je jezelf kort introduceren?
“Ik ben Janneke van Meel, 30 jaar en woon in Utrecht. Naast mijn baan als diëtist in een zieken- en verzorgingshuis, ben ik in mijn vrije tijd bestuurslid bij Hellas Triathlon. Daarnaast train ik natuurlijk zelf ook voor triathlons. Komend jaar staan er twee halve triathlons op het programma. In de winter vind ik trailrunnen en mountainbiken door de bossen ook ontzettend leuk.”

2. Welke taken heb je binnen het bestuur van je vereniging? 
“We zijn met z’n tweeën verantwoordelijk voor technische zaken. Dat betekent dat wij zorgen dat alles rondom de trainingen geregeld wordt. Een hele klus bij een vereniging met ruim vijfhonderd leden en dagelijks één of meerdere trainingen op het programma. Gelukkig hebben we voor de praktische uitvoering een technische commissie. Deze commissie bestaat uit twee hoofdtrainers en drie coördinatoren. Samen bepalen wij het beleid van de trainingen en maken afspraken wie wat regelt. Onze rol is om te zorgen dat trainingen aansluiten bij de strategische visie en we houden de begroting in de gaten. Ik vind het ook onze taak om ogen en oren open te houden tijdens de trainingen zodat we weten wat er leeft bij de leden.”

3. Hoe ziet de rest van jouw bestuur er uit?
“Naast twee mensen voor technische zaken bestaat het bestuur uit een voorzitter, penningmeester, secretaris, iemand voor de ledenadministratie en iemand voor de communicatie. Wat betreft onze leeftijden zijn we heel divers en ook onze achtergronden verschillen. We vullen elkaar hierdoor mooi aan. Opvallend is wel dat alle bestuursleden voor een halve triathlon of nog langere afstand trainen.”

4. Hoe lang ben je bestuurslid? En hoe lang denk je het nog te blijven?
“Ik ben pas heel recent begonnen. In juli 2018 ben ik gaan praten met het vorige bestuurslid technische zaken. Vanaf augustus ben ik taken gaan overnemen en vanaf 1 september zijn we echt begonnen. Ik heb niet nagedacht over een termijn om te blijven. Als ik niets meer toe kan voegen of ik haal er geen plezier meer uit dan wordt het tijd om het stokje over te dragen.”

5. Wat was voor jou de reden om tot het bestuur toe te treden?
“Sinds ruim twee jaar ben ik lid bij Hellas Triathlon. Aangezien ik eerst het sporten combineerde met een deeltijdstudie en een baan, had ik de eerste periode geen tijd om binnen de vereniging ergens mee te helpen. Nu ik de studie had afgerond, vond ik het tijd worden om iets voor de vereniging te doen. Zonder vrijwilligers kan een vereniging niet bestaan. Het is dus belangrijk dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Daarnaast is het vanaf de zijlijn makkelijk roepen wat beter kan. Toen ik hoorde dat er een vacature was voor technische zaken ben ik gaan praten. Wat ik leuk vind binnen deze functie is het samenwerken en het uitdenken en uitvoeren van plannen.”

6. Welke verdere plus- en eventuele minpunten ervaar je als verenigingsbestuurder? 
“Het is ontzettend gezellig om in een bestuur te zitten. Je hebt namelijk best wel intensief contact. Daarnaast vind ik het leerzaam. Je hebt met zo veel verschillende mensen te maken en je moet met ontzettend veel belangen rekening houden. Het nadeel is dat je binnen een vereniging met ongeveer vijfhonderd mensen nooit iedereen tevreden kunt houden. Verandering doorvoeren doet altijd bij een groepje mensen pijn. De uitdaging is om er dan zo goed mogelijk mee om te gaan zodat zij zich wel gehoord voelen. Daarnaast kost het bestuur ook gewoon tijd. En die tijd gaat soms af van de uren die ik eigenlijk zou willen sporten. Dat is natuurlijk wel jammer.”

7. Voor welke bestuurlijke uitdaging sta je vooral in dit jaar?
“Ons doel voor komend jaar is om leden meer te betrekken bij de keuzes die wij als bestuur en technische commissie maken. Dit jaar hebben we een voor het bestuur logisch besluit genomen, maar bleek dat de leden die keuze niet konden volgen. Door in gesprek te gaan met de leden hebben we ontdekt dat niet iedereen bekend is met de visie en het strategische plan van de vereniging. Daar ligt dus een mooie uitdaging! Daarnaast willen we ook ons trainersbeleid professionaliseren. De kwaliteit van onze trainingen leunt namelijk op het hebben van goede en gemotiveerde trainers.”

8. Beveel je andere jongeren aan om ook bestuurder te worden?
“Zeker weten. Het is een mooie kans om jezelf te ontwikkelen en een netwerk op te bouwen. Je kunt ervaring opdoen op vlakken waar je misschien in je werk nog niet aan toekomt. Aan de andere kant kun jij als jongere ook veel betekenen voor het bestuur. Je hebt vaak net een andere of frisse blik op zaken waar men misschien al wel jarenlang tegenaan loopt. Maar eigenlijk beveel ik het iedereen aan om eens in het bestuur te gaan. Ongeacht je leeftijd leer je ervan.”

9. Wat moet er volgens jou gebeuren om méér jongeren richting bestuur te krijgen?
“Volgens mij is het voor veel verenigingen überhaupt een probleem om bestuursleden te vinden. Ik denk dat het belangrijk is om uit te dragen wat een bestuur doet en ook te laten zien dat je lol hebt met elkaar. Besturen is geen ‘moetje’, maar juist leuk om te doen en goed voor je ontwikkeling. Daarnaast is het belangrijk dat het huidige bestuur ook bereid is om veranderingen door te voeren. Als je als nieuw bestuurslid (jong of oud) alleen maar wordt tegengewerkt bij het doorvoeren van nieuwe ideeën, dan is je motivatie snel weg.”

10. Wat hebben we je niet gevraagd maar wil je wel graag vertellen?
“Als grote vereniging die eigenlijk een afdeling is van een nog veel grotere atletiekafdeling, zijn we soms traag met het opzetten van nieuwe dingen. Door samenwerkingen kunnen we wel sneller schakelen. Zo werken we met LabC samen om een jeugdafdeling op te zetten. Zij hebben de mankracht en enthousiasme om alles te regelen en op te zetten rondom de trainingen en wij nemen de administratieve kant van de jeugdleden op ons. Een mooie manier om niet te lang in plannen te blijven hangen en gewoon te beginnen. Op de achtergrond hebben wij de tijd om de jeugdafdeling goed neer te zetten.”