Jongeren in sportbesturen
De besturen van sportverenigingen en andere sportorganisaties bestaan nog steeds voornamelijk uit 'oudere' mannen. Vrouwen maar zeker ook jongeren zijn er sterk in de minderheid. Terwijl een divers samengesteld bestuur - op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, ervaring en opleiding - wellicht beter kan inspelen op veranderende sportbehoeftes van (potentiele) leden en daarmee de toekomst beter tegemoet kan treden.
In de rubriek 'De jonge sportbestuurder' komt steeds een jongere aan het woord die de nodige ervaring heeft met bestuurswerk in de sport en andere jongeren wil stimuleren daar op zijn minst ook eens over na te denken. Door te laten zien hoeveel plezier ze eraan beleven maar ook hoeveel meerwaarde hun inbreng heeft voor de club én henzelf.
Vandaag in 'De jonge sportbestuurder':
Luuk van Schijndel, voorzitter van de jeugdwerkgroep bij tennisvereniging De Kienehoef.
1. Kan je jezelf kort introduceren?
"Ik heet Luuk van Schijndel, ben 28 jaar, geboren in Sint-Oedenrode (Noord-Brabant) en lid van tennisvereniging De Kienehoef (St-Oedenrode). Ik heb het gymnasium gevolgd in Sint-Michielsgestel, daarna ben ik Scheikundige Technologie gaan studeren in Eindhoven (TU). Vervolgens, na een kort uitstapje als docent scheikunde op mijn oude middelbare school, ben ik gaan werken bij Océ - onderdeel van Canon - waar ik werk aan inktontwikkeling en kwaliteitsborging van inkten."
"Ik tennis (6 single, 5 dubbel) bij TV De Kienehoef en beleef daarnaast veel plezier aan hardlopen (halve marathons, Zevenheuvelenloop etc.). De laatste tijd is het aantal loopmomenten wat ingezakt, maar ik hoop in 2017 weer wat PR’s te verbreken."
2. Welke taken heb je binnen het bestuur van je vereniging?
"Binnen TV De Kienehoef zit ik sinds 2006 in de jeugdwerkgroep en ben ik sinds 2009 voorzitter daarvan. Daarnaast zit ik sinds april 2015 in de bondsdistrictsraad van Oost-Brabant, waarbij ik ook de post ‘jeugd’ vervul."
3. Hoe ziet de rest van het bestuur bij TV De Kienehoef en de bondsdistrictsraad er uit?
"Het bestuur van TV De Kienehoef bestaat inclusief mijzelf uit negen bestuursleden, drie vrouwen en zes mannen. Men is redelijk jong. Er zijn nog drie anderen van ongeveer mijn leeftijd, de rest is tussen de 40 en 65 jaar. De opleiding is vaak HBO/universitair. Het bestuurslid op ledenadministratie zit er het langst, zo’n zeventien jaar, daarna kom ikzelf met zeven jaar. Door wat recentelijk verkozen nieuwelingen hebben we qua ervaring een nog relatief onervaren bestuur. Dat geeft op sommige punten een frisse wind, maar is soms ook even wennen omdat ik in mijn beginjaren in het bestuur ook veel heb geleerd van wat meer ervaren leden. Het bestuur van de bondsdistrictsraad bestaat uit slechts vier leden, een vrouw en drie mannen, die allemaal een stuk ouder zijn dan ik, zo tussen de 45 en 70 jaar."
4. Hoe lang denk je nog bestuurslid te blijven in beide gevallen?
"Bij TV De Kienehoef moet ik dit jaar gaan beslissen of ik nog een periode van vier jaar in wil gaan, je wordt per vier jaar gekozen of herkozen). Bij het district is de benoeming voor twee jaar, dus ook daar ben ik dit jaar officieel aftredend."
"Besturen is enorm leuk. Uiteraard – daar moeten alle bestuurders eerlijk in zijn – doe je het in de eerste plaats voor jezelf"
5. Wat was voor jou de reden om in het bestuur toe te treden?
"Bij TV De Kienehoef werd ik in 2006 benaderd door onze trainer, Cees van den Boer. Hij vroeg me of ik binnen de vereniging wat activiteiten mee wilde helpen begeleiden en organiseren in de jeugdwerkgroep. Daar was ik eigenlijk meteen wel enthousiast over. Langzaam maar zeker ben ik toen steeds meer gaan doen. In 2009 wilde de toenmalige voorzitster jeugdzaken na vier jaar stoppen en heeft ze mij benaderd om het stokje over te nemen. Daar heb ik toen niet lang over na hoeven denken. Het leek me leuk om in het bestuur plaats te nemen om me ook bezig te kunnen houden met andere zaken die binnen de vereniging spelen. Daar heb ik nooit spijt van gehad."
"Met de districtsraad ben ik in aanraking gekomen door mijn rol als toezichthouder bij de Districts Jeugdkampioenschappen in 2014. Dit is een evenement waar de beste spelers van een district tegen elkaar strijden om de titel 'Districtskampioen'. De organisator van dit evenement kende ik al via De Kienehoef en vroeg me of ik het toernooi het jaar daarna wilde organiseren. Na even nadenken heb ik daar 'ja' op geantwoord. Aangezien hij ook stopte binnen de districtsraad, heb ik ook die positie toen overgenomen."
6. Welke verdere plus- en eventuele minpunten ervaar je als verenigingsbestuurder?
"Besturen is enorm leuk. Uiteraard – daar moeten alle bestuurders eerlijk in zijn – doe je het in de eerste plaats voor jezelf. Je krijgt zelf een goed gevoel als je een mooie activiteit hebt georganiseerd, als je nieuwe initiatieven ontplooid, als je mee kan helpen om beleid te bepalen, enzovoorts."
"Kinderen zeggen dat ze het druk hebben, ouders vinden dat kinderen huiswerk moeten maken in plaats van moeten sporten. Daar kan ik echt heel slecht tegen"
"Daarnaast doe ik het omdat ik het belangrijk vind dat kinderen kunnen sporten, er uit kunnen halen wat erin zit, zich thuis kunnen voelen op een tennisvereniging. Het is helaas verdomd lastig om dat tegenwoordig voor elkaar te krijgen; vroeger moesten tientallen kinderen worden teleurgesteld die zich hadden ingeschreven voor een tennistoernooi omdat er zoveel animo was, tegenwoordig moet je bijna smekend vragen of spelers alsjeblieft mee willen doen."
"Dat maakt het in de huidige tijd wel lastig en vreet wel aan je eigen enthousiasme; kinderen zeggen dat ze het druk hebben, ouders vinden dat kinderen huiswerk moeten maken in plaats van moeten sporten. Daar kan ik echt heel slecht tegen. Als kinderen geen tijd hebben om te sporten leren ze op een te hoog niveau. Het is lastig om daar mee om te gaan; je kunt dit maar heel moeilijk doorbreken. Voor kinderen die nog wel snappen dat sporten belangrijk en vooral heel leuk is, is het vervelend dat er maar weinig anderen zijn die intensief meedoen."
"Het afgelopen jaar heb ik dit ook gemerkt bij medebestuursleden. Deelnemers aan toernooien en leden worden steeds veeleisender en gaan daarbij soms over de rug van de vrijwilliger. Soms heb je dan het gevoel dat je alleen maar dingen fout kan doen. Als je daar niet goed mee om kunt gaan, gaat het knagen en verlies je je plezier volledig. Daar moet je voor waken."
"Los van dit soort frustraties waarmee je moet dealen, heeft het natuurlijk veel pluspunten: je haalt veel voldoening uit samenwerkingen met trainers, bestuurs- en werkgroepsleden, je leert hoe je goede activiteiten kunt neerzetten, je leert opkomen voor je eigen mening en tegelijkertijd ontvankelijk te blijven voor andere standpunten. Daarnaast zijn er natuurlijk ook veel mensen die wél waardering hebben voor wat je doet en dat ook laten blijken. Dat geeft natuurlijk een erg goed gevoel."
7. Voor welke bestuurlijke uitdagingen sta je vooral in dit jaar?
"Het jaar 2016 was voor TV De Kienehoef - hopelijk - de ommekeer van de ledendaling in de afgelopen vijf à tien jaar. Landelijk zijn er veel tennissers - KNLTB-leden - gestopt en ook wij hebben dat gemerkt. Afgelopen jaar groeiden we echter weer een beetje en dat geeft een goed gevoel. Het komende jaar is het belangrijk dit door te zetten: veel jeugdleden - en natuurlijk ook senioren - welkom kunnen heten en laten zien hoe leuk tennissen is."
"Het is daarbij belangrijk dat de vereniging ook blijft vernieuwen: kun je nieuwe competitievormen aanbieden voor beginners, kun je ze direct laten instromen bij activiteiten en toernooien, willen ze zich meteen inzetten als barvrijwilliger of op andere wijze meteen heel direct 'in' de vereniging te komen staan?"
"Daarnaast wil ik beter gaan inspelen op de doelgroep 13-18 jarigen. De KNLTB heeft hiervoor o.a. Funmasters ontwikkeld, waarbij jeugdleden zelf een leuke vrijdagmiddag met tennis en andere activiteiten inrichten. Dit initiatief wil ik binnen de vereniging ook neerzetten en samen met de accountmanager in ons district van de KNLTB - Edwin Giethoorn - kijken of we dit bij meerdere verenigingen kunnen uitrollen."
"Verder wil ik de toernooiparticipatie vergroten. Onze selectiespelers moeten verplicht minimaal vier toernooien per jaar spelen, maar voor alle andere spelers geldt dat niet. Die spelers spelen uit zichzelf erg weinig wedstrijden en dat is zonde; daardoor blijven ze vaak op een matig niveau hangen en ontwikkelen ze zichzelf niet als wedstrijdspeler, terwijl daar heel veel plezier aan te beleven is. De vereniging moet deze kinderen de voordelen van wedstrijden spelen laten zien en toernooideelnames beter faciliteren."
"Binnen de districtsraad richten we ons komend jaar veel op verenigingsbezoeken. Naast de bezoeken die vanuit het professionele kader worden gedaan, is de taak van de districtsraad ook om te achterhalen wat er speelt bij verenigingen. Daarom houden we sinds kort onze vergadering bij een club in Oost-Brabant en zitten we daarna met bestuursleden van die vereniging en omliggende verenigingen om tafel en bieden we een luisterend oor. Het verslag daarvan krijgt het bondsbestuur rechtstreeks onder ogen en kunnen er - indien gewenst - passende acties worden ondernomen."
"Het is onmiskenbaar zo dat jongeren vaak andere competenties bezitten dan de oudere generaties. Alleen daarom is het al belangrijk dat het bestuur een mengelmoes is"
8. Beveel je andere jongeren aan om ook bestuurder te worden?
"Zeer zeker! Allereerst is het belangrijk voor verenigingen dat er jongeren in het bestuur zitten. Vroeger werd vaak geroepen dat een bestuur een afspiegeling moet zijn van de vereniging. Enigszins is dat belangrijk, maar belangrijker is nog dan mensen met verschillende competenties worden samen gezet. Het is onmiskenbaar zo dat jongeren vaak andere competenties bezitten dan de oudere generaties. Alleen daarom is het al belangrijk dat het bestuur een mengelmoes is."
"Voor jongeren zelf is het een mooie uitdaging om in vier jaar iets moois op je eigen terrein op te bouwen. Je hebt de kans je eigen identiteit in te brengen binnen een vereniging; het is mooi om mensen te laten zien waar je voor staat en je daarvoor in te zetten."
9. Wat moet er volgens jou gebeuren om méér jongeren richting bestuur te krijgen?
"Tegenwoordig is het 'hip' om vrijwilligers voor specifieke projecten te benaderen. Mensen worden immers niet enthousiast vrijwilliger wanneer ze een waslijst met taken in hun handen gedrukt krijgen. Met een beknopt projectje dat te overzien is, is de slagingskans groter. Laat mensen vervolgens een tijdje meedraaien in een werkgroep; je ziet dan vanzelf welke mensen echt iets met passie doen en welke wel wat willen bijdragen, maar niet heel veel tijd er voor willen opgeven. Met beide categorieën ben je natuurlijk blij, maar de eerstgenoemde brengt vaak de uiteindelijke bestuursleden voort."
"Wanneer je ziet dat mensen steeds meer betrokken zijn en steeds meer taken op zich nemen, wordt het makkelijker ze te benaderen om bestuurslid te worden. Bovendien helpt het ook om prestatietennissers te benaderen. Spelers die gemotiveerd zijn om meer dan gemiddeld te trainen, vinden het vaak ook leuk om betrokken te worden bij beslissingen van de vereniging."
"Daarnaast moet je als bestuur openstaan voor nieuwe initiatieven en leden de ruimte geven om deze te ontplooien. Indien je dat uitstraalt en toelaat, wordt het steeds leuker voor leden om zich als vrijwilliger in te zetten en kun je ze met een beetje geluk lang behouden."
"Tot slot moeten we op zoek gaan naar manieren om kinderen ook al als vrijwilliger in te zetten. In andere sporten is het niet meer dan normaal dat je vanaf een bepaalde leeftijd wat voor andere verenigingsleden doet in de vorm van training geven, wedstrijden fluiten of activiteiten begeleiden. Bij tennisclubs gebeurt dat nauwelijks. Dat is zonde. Het kan enorm bijdragen aan een goed verenigingsgevoel wanneer spelers jongere spelers ondersteunen bij de training, helpen bij kennismakingslessen of worden betrokken in bepaalde projecten."