Succes in sport is tegenwoordig vaak een vrouwenzaak. Waar wij vrouwen het echter minder goed doen is op het bestuurlijke vlak in de sport. Van de 76 bij NOCNSF aangesloten sportbonden had tot voor kort alleen de basketbalbond een vrouwelijke voorzitter. Ook vrouwelijke bestuursleden van sportverenigingen zijn ver in de minderheid.
Dat is jammer, want diversiteit in besturen zorgt voor een betere besluitvorming. De verbindende kracht van vrouwen kan besturen van sportverenigingen in alle opzichten goed helpen. Ze zijn goede teamspelers, hebben niet een heel groot ego en hun hang naar macht is geen drijfveer. Maar hoe komt het dan dat besturen van sportverenigingen grotendeels uit mannen bestaat? Steken de vrouwen hun vinger niet omhoog als er nieuwe bestuurders worden gezocht? Ontbreekt hen ambitie? Zijn ze te bescheiden? Of zoeken mannelijke bestuursleden liever iemand uit hun eigen mannennetwerk?
Het zal een combinatie van dat alles zijn. Maar dat vrouwen een inhaalslag moeten maken in sportbesturen moge duidelijk zijn. In de veranderende wereld om ons heen zijn transparantie, integriteit, communicatie en samenwerking van het grootste belang. En laten dat nu net kwaliteiten zijn waar veel vrouwen in uitblinken. Kwaliteiten die sportverenigingen hard nodig hebben om leden te binden en te behouden. Dus bij deze een oproep voor meer vrouwen in sportbesturen.
Minder polderen in topsport
Nederland staat al eeuwenlang bekend als polderland. De tijd van polderen lijkt echter voorbij. Voor topsporters was het jaren schipperen. Moet ik wel of moet ik niet. Er voor gaan, wel te verstaan. Wat als ik de top niet haal? En zo werd er vaak op twee gedachten gehinkt, en gesport. Een slechte zaak voor het behalen van succes.
"Mijn wens is dat steeds meer sporttalenten het poldermodel los durven laten"
Gelukkig hebben onze topsporters het nu beter voor elkaar. Dankzij goed sportbeleid zijn er allerlei regelingen om van topsport echt je beroep te maken. Maar durven ze ook? Mijn wens is dat steeds meer sporttalenten het poldermodel los durven laten en hun droom om de beste van de wereld te worden achterna gaan. Ook al betekent dat bijvoorbeeld: niet studeren en verhuizen naar het buitenland.
Sport een vak in de klas
Maar mijn grootste droom is heel simpel. Laat kinderen een half uur per dag bewegen op school. Of beter nog maak van sport een vak in de klas. Met informatie over Olympische Spelen, Wereldkampioenschappen, Nederlandse sporthelden, sportbeoefening in het algemeen, blessurepreventie en natuurlijk ook over voeding en gezondheid. Waarom niet? Misschien krijgen we dan in Nederland ooit nog eens een (top)sportcultuur.
Marcella Mesker was van 1979 tot 1988 professioneel tennisster. Zij werd zeven maal Nederlands kampioen, behaalde een WTA-titel en reikte tot de 31ste plek op de wereldranglijst. In het dubbelspel won Mesker tien titels en haalde zij de finale van het Australian Open in 1979. Nadat zij was gestopt, werd Mesker tenniscommentator bij de NOS. Als speelster was zij bij de WTA al actief in het bestuur en ook na haar actieve tennisloopbaan bleef zij zich op bestuurlijk gebied inzetten voor de sport. Sinds 2014 is zij bestuurslid van NOC*NSF.