door: Thomas van Zijl | 28 november 2013
Minister Schippers van VWS geeft tot en met 2016 jaarlijks 250 duizend euro extra subsidie aan het Jeugdsportfonds. Die komt bóvenop de bijdrage die het ministerie van Sociale Zaken heeft gereserveerd om kinderen die opgroeien in armoede te laten sporten. Met deze extra bijdrage kan de landelijke organisatie de financiële administratie van lokale vestigingen (fondsen) beter voeren en hen beter ondersteunen bij fondsenwerving, campagnes om meer kinderen te bereiken, de politieke lobby en communicatie.
Het aantal kinderen dat met behulp van het Jeugdsportfonds lid kan worden van een sportvereniging ligt nu op 25 duizend per jaar, in 2016 moeten dat er ongeveer 40 duizend zijn. Die beoogde stijging betekent een toename van de administratieve druk op de lokale fondsen en zij zullen nog ondernemender moeten opereren om meer kinderen te bereiken en de benodigde middelen hiervoor te vinden.
Extra subsidie
“Met deze extra subsidie kunnen we twee belangrijke zaken realiseren. Ten eerste ervoor zorgen dat de administratieve last bij de lokale fondsen weggenomen wordt, omdat dit deel van het takenpakket uitgevoerd gaat worden door het landelijk bureau”, zegt directeur Monique Maks. Zij ziet het als een vorm van good governance om nadrukkelijk in te zetten op kwalitatief goede financiële administratie, controle en verantwoording. “Goede doelen liggen de laatste tijd meer dan ooit onder een vergrootglas. Ik wil dat wij onder alle omstandigheden inzichtelijk kunnen maken wat we doen met welk geld. We laten onze cijfers niet voor niets controleren door accountant EY en we zijn aangesloten bij het CBF-Keur dat allerlei strenge eisen hanteert. “Het is in deze sector vooral belangrijk het risico op fouten te minimaliseren. Op deze manier hopen we dat te doen.”
Ten tweede kan het landelijk bureau door de steun van de overheid de lokale fondsen ook ondersteunen bij fondsenwerving, campagnes, de politieke lobby en communicatie. Concreet komt dat neer op het verspreiden van goede voorbeelden en het ontwikkelen van campagnes en communicatiemateriaal. Het wiel hoeft niet overal opnieuw uitgevonden te worden.
Meevaller
Dat het ministerie van VWS juist in deze tijden van bezuinigingen toch nog extra geld over heeft voor het Jeugdsportfonds is voor Maks een aangename meevaller, maar geen complete verrassing. Het feit dat de organisatie niet volledig drijft op overheidsgeld zou wel eens een doorslaggevende factor kunnen zijn. “Wij halen ook veel geld uit de markt. Die verhouding publiek/privaat is nu ongeveer 70/30. We streven naar nog meer inkomsten via commerciële partijen waardoor we de komende tijd kunnen opschuiven naar 60/40.”
Bijkomend gegeven is dat de het Jeugdsportfonds veel kinderen bereikt via het netwerk van professionals die betrokken zijn bij hun opvoeding of begeleiding. Leerkrachten, jeugdzorgmedewerkers, maar ook sportbuurtcoaches zetten zich vrijwillig in om de sportwensen van kinderen in te vullen en een aanvraag in te dienen. Op die manier zijn kinderen niet meer afhankelijk van hun ouders of verzorgers. Het komt vaak voor dat die zich schamen, te veel zorgen hebben of de wegen naar een sportvereniging niet weten te vinden.
Ook sport voor arme kinderen
Met het door overheden en bedrijfsleven opgebrachte geld kan het Jeugdsportfonds ervoor zorgen dat een groot aantal van de 150 duizend kinderen die in Nederland in armoede opgroeien, toch kunnen sporten. Het gaat om kinderen uit gezinnen die moeten rondkomen van maximaal 120% van het sociale minimum. Het Jeugdsportfonds betaalt de bijdrage voor de kinderen rechtstreeks aan de sportvereniging. Hoeveel geld er beschikbaar is om voor deze kinderen contributie van een sportclub te betalen verschilt per gemeente.
Maks: “Decentralisatie is de trend, op allerlei vlakken. Denk aan jeugdzorg, thuiszorg en ook voor ons verandert er het nodige.” Nu er op gemeentelijk niveau afspraken gemaakt moeten worden, wordt de lobby steeds belangrijker en zal het Jeugdsportfonds eens te meer zijn toegevoegde waarde over het voetlicht moeten brengen. “Een deel van de subsidie van VWS zullen we besteden aan campagnes, fondsenwervingen aan de lobby. Alles om toekomstbestendig zijn.”
Sociaal netwerk
Het belang van sport voor kinderen mag volgens Maks niet onderschat worden. “Het is meer dan een paar uur per week gezond bezig zijn en genoeg bewegen. Juist voor kinderen uit armere gezinnen betekent het ook deelnemen aan een ander sociaal netwerk. Dat kan hen nieuwe vrienden opleveren, of een bijbaantje. Het is heel belangrijk voor hun ontwikkeling. Voor het bijbrengen van discipline en het nakomen van afspraken.”
Sportclubs zien deze kinderen graag komen. Het zijn leden die zonder tussenkomst van het Jeugdsportfonds niet hadden gesport. Voor de clubs betekent hun lidmaatschap een extra inkomstenbron. Ondanks de eerste voorzichtige tekenen van economisch herstel denkt Maks dat het Jeugdsportfonds de komende jaren nodig is.
“Het zou fantastisch zijn als er ooit een moment komt dat er geen Jeugdsportfonds meer nodig is. Dat betekent dat er geen kinderen meer in armoede zouden opgroeien. Maar dat is nog lang niet aan de orde. Zelfs als wij erin slagen om het aantal kinderen dat via het Jeugdsportfonds lid wordt van een vereniging te verdubbelen blijft er een grote groep voor wie dat niet is weggelegd. Wij zullen dus in het hele land keihard ons best moeten blijven doen om meer kinderen een kans te geven om te sporten.”
Voor meer informatie: www.jeugdsportfonds.nl