Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Nieuwsberichten-Item

Speeddate stimuleert samenwerking sportmedische disciplines 30 mei 2013

door: Lennart Bloemhof | 30 mei 2013

Volgens Sportgeneeskunde Nederland weten geblesseerde sporters de weg naar sportartsen, -fysiotherapeuten en -masseurs onvoldoende te vinden. Door het stimuleren van samenwerking tussen deze drie sportmedische disciplines via onder meer zogenaamde speeddates moeten sportmedici eerder op de radar komen bij de sporter.

Utrecht was in mei het toneel van zo’n speeddate. 45 sportartsen, sportfysiotherapeuten en sportmasseurs ontmoetten elkaar, met één gezamenlijk hoofddoel: beter met elkaar samenwerken. Sportgeneeskunde Nederland wil met dergelijke kennismakingsbijeenkomsten een betere sportmedische infrastructuur in Nederland opzetten, zodat sporters beschikbare sportzorg eerder vinden.

Kelley Post - marketingcoördinator van Sportgeneeskunde Nederland - legt uit dat speeddates een voortvloeisel zijn van een al langer en breder lopend traject, dat bestaat sinds 2009: “Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport investeerde toen in optimalisering van de zorg voor sporters. In dat plan stond onder meer dat regionale samenwerking gestimuleerd moest worden op sportmedisch gebied.”

Volgens Post functioneert de sportzorg in Nederland goed, maar omdat sportzorgspecialisten elkaar niet altijd weten te vinden is het blessureverloop soms langer. Dat moet veranderen wanneer zorgverleners elkaar beter kennen en zo sneller naar elkaar doorverwijzen. “Het is dan denkbaar dat een fysiotherapeut een sporter doorverwijst naar een masseur, bijvoorbeeld voor de nazorg, terwijl hij dat nu misschien zelf doet.”

Regionale bijeenkomsten
Om die samenwerking te op te zetten, organiseerde Sportgeneeskunde Nederland al eerder regionale bijeenkomsten in onder meer Twente en Gelderland. “Vanaf het begin is het de bedoeling geweest om daarin de keten beter te organiseren en vervolgens actief in de regio te communiceren met de sporter. Als beroepsgroep kunnen wij beter onze sportartsen in de keten promoten, dan wanneer een sportarts dat in zijn eentje doet. Die keten heeft een meerwaarde.”

En in het opzetten van die keten ligt op dit moment in Utrecht de nadruk, legt Post uit. Volgens Post zijn er verschillende fasen in het traject, waarin een keten zich ontwikkelt. Zo was er in februari in Twente een bijeenkomst. “Dat was een kleinere groep dan in Utrecht en die kenden elkaar al aardig; de keten was er al. Nu gaan wij met Sportgeneeskunde Nederland er voor zorgen dat die keten ook bekend wordt bij de doorverwijzer (zoals de huisarts, red.) en sporter. Dat is een volgende fase in het traject.”

Eerste kennismaking
De bijeenkomst in Utrecht was geen feest der herkenning zoals in Twente, aldus Post. “Zo was er geen één sportarts die officieel samenwerkte met een sportmasseur.” Dat die connectie niet bestaat, is voornamelijk spijtig voor de sporters, meent Post. “Er is absoluut zorg beschikbaar voor sporters, maar bonden en verenigingen moeten wel weten dat die zorg er is. Mensen gaan eerder naar een ‘gewone’ fysiotherapeut of huisarts.”

Esther Schoots is een sportarts uit de regio Utrecht. Zij is verbonden aan het Sport Medisch Adviescentrum Utrecht (SMA Utrecht) en organiseerde samen met Sportgeneeskunde Nederland de speeddate in de Domstad. “We willen graag dat sporters in de regio Utrecht straks duidelijk weten bij wie ze terecht kunnen wanneer ze problemen hebben op sportgebied. De fysiotherapeut weten ze vaak wel te vinden, maar de stap naar een sportmasseur is een heel ander verhaal. Die zijn vaak alleen bij een klein aantal verenigingen bekend”, aldus Schoots.

Volgens de sportarts denken sporters dat sportmedici alleen beschikbaar zijn voor topsporters. Ten onrechte, volgens haar. Zij denkt net als Post dat een verbeterde samenwerking tussen de drie sportzorgdisciplines daar verandering in kan brengen.

Dwarsverbanden leggen
Schoots legt uit dat een uitgebreid netwerk tussen de sportmedische experts nog niet bestaat in de regio Utrecht. “Ik ken alle sportartsen in mijn omgeving en aardig wat fysiotherapeuten, maar nauwelijks sportmasseurs. De dwarsverbanden liggen er niet.” De sportarts schetst een voorbeeld waarin dergelijke dwarsverbanden hun nut hebben, bij bijvoorbeeld het doorverwijzen van patiënten.

Schoots: “De meest voorkomende sportblessure is de verstuikte enkel. Dat gaat bijna altijd vanzelf weer over. Als men vragen heeft over hoe te handelen na een enkelverstuiking kan de sporter in eerste instantie advies vragen aan een sportmasseur. Die kan vervolgens het verloop van een dergelijke blessure uitleggen. Als de masseur twijfelt, stuurt hij de patiënt door naar de sportfysiotherapeut.”

Als er nog steeds onduidelijkheid is over de ernst van een blessure, zoals bij vrees voor schade in het enkelgewricht, kan de fysiotherapeut de sporter spoedig naar de juiste specialist doorverwijzen, volgens Schoots. “Dergelijke blessures zijn zeldzaam, maar komen wel voor. Dan komt de sportarts in beeld. Met een getrapt systeem voorkom je dat iedereen naar de huisarts gaat en voorkom je tevens dat mensen rondlopen met slecht herstellende blessures, omdat de juiste diagnose tijdig is gesteld door de juist specialist en waarnodig de sporter op het juiste moment is doorverwezen.”

Twee doelen
Volgens Schoots staan twee zaken centraal in het opzetten van een betere sportmedische infrastructuur: “Het gaat er om dat een sporter de weg weet naar de verschillende sportzorgverleners en dat de disciplines onderling een goed netwerk hebben, zodat de sporter adequaat kan worden doorverwezen.” De speeddate in Utrecht was een eerste stap naar die twee doelen.

Volgende stap van Sportgeneeskunde Nederland en SMA Utrecht is het inventariseren van expertisegebieden van de sportmedici, fysiotherapeuten en sportmasseurs die aanwezig waren op het evenement. Schoots: “Artsen die bijvoorbeeld zijn gespecialiseerd in knierevalidatie of schouderblessures kunnen dan in kleinere groepen hun contacten intensiveren.” Dat gaat via informatieve avonden waarin specifieke onderwerpen centraal staan, zoals tennisblessures. Sportgeneeskunde Nederland financiert en faciliteert deze avonden. SMA Utrecht is als medeorganisator aan het initiatief verbonden.

Positieve respons
Kelley Post van Sportgeneeskunde Nederland vertelt dat de eerste speeddate-bijeenkomst in Utrecht veel positieve respons kreeg. Ze denkt na over landelijke uitbreiding van speeddate-initiatieven. “Dat gaan we denk ik zeker doen, misschien naar steden als Amsterdam. Maar we wachten nog even, omdat we nauwkeurig kijken wat interessante regio’s zijn.”

Sportmedici worden via sport- en medische koepels en aankondigingen in onder meer vakbladen vrijblijvend uitgenodigd voor bijeenkomsten.

Sportzorg voor iedereen
Het belangrijkste in het gehele traject volgens Post is het benadrukken dat de sportarts, en in bredere zin de sportzorg, er voor iedereen is.

“Je kunt prima met een sportblessure naar de reguliere fysiotherapeut gaan, maar die focust op het functioneren van iemand in het dagelijks leven en richt zijn behandeling daar op in. Als sporter wil je vaak zo spoedig mogelijk weer op veld staan. Een sportfysiotherapeut is daarin gespecialiseerd en hij of zij houdt rekening met sportwensen. Bij een standaardfysiotherapeut is dat geen garantie.”

Daarnaast ziet Post met een verbeterde sportmedische infrastructuur financiële voordelen voor sportverenigingen. Ze verwijst naar sportmasseurs, volgens haar de grote onbekenden in de Nederlandse sportwereld. “Terwijl ze juist veel werkzaamheden uit handen kunnen nemen op een kosteneffectieve manier”, benadrukt Post. “Veel verenigingen weten dat niet en daarom is sportmedische hulp vaak een sluitpost. Dat willen wij veranderen.”

Voor meer informatie: www.sportgeneeskunde.com en Sportmedisch Adviescentrum Utrecht
« terug

Reacties: 1

-
04-06-2013
Wellicht is het mogelijk ook de link met sportpodotherapeuten te leggen? Wij zien zeer veel sporters in de praktijk en zijn vaak ook op zoek naar een sportmasseur. Cecile van der Sanden, sportpodotherapeut CSPN.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst