Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Nieuwsberichten-Item

Jeugd- en sportcluster Engelerhart voorbeeld voor gemeenten 20 september 2012

door: Thomas van Zijl | 20 september 2012

Waar een klein dorp groot in kan zijn, wordt bewezen door de Brabantse gemeenschap Engelen, onder de rook van ’s-Hertogenbosch. Jeugd- en sportcluster Engelerhart herbergt een voetbalvereniging, jeugd- en jongerenwerk, een basisschool en kinderopvang op één complex. Andere gemeenten laten zich er graag door inspireren.

De clustering van sport- en jeugdactiviteiten in Engelen komt voort uit een probleem dat door de Bestuursraad en alle betrokken partijen al jaren werd gevoeld: ruimtegebrek en de behoefte om maatschappelijke voorzieningen op te waarderen. Samenwerken en de krachten bundelen leek de verschillende maatschappelijke organisaties de beste manier om dat op te pakken. De Bestuursraad en enkele kind- en jongereninstellingen tekende daartoe in 2007 een intentieverklaring die gevolgd werd door een haalbaarheidsstudie van de gemeente ’s-Hertogenbosch.

“Het zijn duidelijk de verenigingen zelf die het initiatief hebben genomen. De kwaliteit van hun dienstverlening stond door ruimtegebrek en verouderde accommodaties onder druk. Het College van B&W raakte in 2007 tijdens een werkbezoek onder de indruk van de plannen die zij gezamenlijk hadden ontwikkeld om daar iets aan te doen”, zegt Godfried van den Braak, projectleider van het Engelerhart. Op initiatief van het gemeentebestuur haakte in een later stadium ook de Jenaplanschool Antonius Abt aan bij de plannen om hun capaciteitsprobleem het hoofd te bieden.

Om van het Engelerhart een succes te maken moesten de gebruikers van het complex hun eigenbelang af en toe parkeren ten gunste van het algehele belang. Volgens Van den Braak is dat – mede dankzij onderling overleg en een extern aangestelde procesbegeleider – goed gelukt. “Het is van belang om de verenigingen er van te overtuigen dat 1+1 niet altijd 2 is, maar af en toe ook 3 kan zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat de voetbalclub de velden deelt met de andere kindorganisaties, maar daardoor worden kosten beperkt, is er minder ruimte nodig en worden de voorzieningen zeer effectief gebruikt.”

De verenigingen en organisaties hebben over alles mogen meepraten en werden nauw betrokken bij het aanstellen van een architect. “Door hen de ruimte te geven, ervan uit te gaan dat ze professioneel genoeg zijn, lag er een gedeelde verantwoordelijkheid om het project te laten slagen. Dat heeft heel goed uitgepakt.”

Van den Braak bespeurt ook bij de bewoners van Engelen enthousiasme ten aanzien van het Engelerhart. “Ook hier geldt dat we ze tijdig op de hoogte hebben gesteld van de plannen en niet ten koste van alles onze zin hebben doorgedrukt. Omwonenden waren bijvoorbeeld niet blij over de weg die zou worden aangelegd om het sportpark te bereiken. Uiteindelijk hebben we gekozen voor een andere variant die meer geld kostte, maar hun onvrede weghaalde. Dat zou er wel eens voor gezorgd kunnen hebben dat er tijdens de procedure van het bestemmingsplan geen enkel bezwaar is binnengekomen.”

Daarnaast voorkomt het Engelerhart mogelijke overlast in andere delen van het dorp. Van den Braak: “Ik zeg niet dat hier grote problemen op de loer lagen, maar de groep jongeren in Engelen wordt de komende jaren steeds groter en het hoort bij de leeftijd dat dat soms gepaard kan gaan met de nodige overlast. Door hen nu een duidelijke plek te geven buiten het centrum van Engelen, is dat wellicht minder. Daar krijgen we de handen dus voor op elkaar.”

Het Engelerhart, waarvan de eerste paal vorig jaar werd geslagen, is voor het grootste deel gefinancierd door de gemeente Den Bosch. Voetbalclub FC Engelen heeft als eigenaar van de kantine ook een bijdrage geleverd. “Natuurlijk is het een forse investering, maar de winst is duidelijk. Met dit complex kunnen we de komende jaren vooruit. Het voldoet aan alle kwaliteitseisen, milieunormen en energievoorwaarden. Daardoor is het veel goedkoper in beheer en verdient het zich deels direct terug.”

Los van het financiële aspect ziet Van den Braak de onderlinge samenwerking tussen organisaties en gemeente als grootste pluspunt. “Mijn advies aan geïnteresseerde bezoekers en ambtenaren uit andere plaatsen is dan ook: laat het initiatief vanuit de gemeenschap zelf komen. Kijk welke ideeën er leven, stimuleer dat initiatief en neem ze niet meteen aan het handje. Een project als dit is gebaat bij een gedeelde visie en breed draagvlak. Daar is geen recept voor, maar gemeenten kunnen het wel stimuleren.”

Voor meer informatie: klik hier

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst