Sportvereniging levert bijdrage aan ‘Buurthuis van de Toekomst’ 12 juli 2012

Harde bezuinigingen op welzijnswerk betekenden vorig jaar het einde van veel Haagse buurthuizen. Om bewoners van aandachtswijken desondanks niet aan hun lot over te laten werd daarna het concept ‘Buurthuis van de Toekomst’ ontwikkeld. Daarbinnen is een belangrijke rol weggelegd voor sportverenigingen. De vraag is nu in welke mate zij daar voor open staan.

Met een inkrimping van 4,3 miljoen euro van het budget voor welzijnswerk, maakte de gemeente Den Haag zich vorig jaar niet bij iedereen even populair. Er kwam vanuit de politiek en het maatschappelijk middenveld kritiek op het voorzieningenniveau voor bewoners van moeilijke wijken. Mede om dat nu op peil te houden, ondersteunt diezelfde gemeente nu het idee voor een ‘Buurthuis van de Toekomst’ met een financiële bijdrage van twee miljoen euro. De centrale gedachte is dat sportverenigingen naast hun primaire taak – het beoefenen van sport – speciale programma’s gaan ontwikkelen voor mensen die om verschillende redenen ondersteuning kunnen gebruiken. “Er is niet één ‘Buurthuis van de Toekomst’, er kan van alles onder vallen”, zegt Daniel Klijn van organisatieadviesbureau Koerseigen. Hij schreef het boek ‘Besturen met een visie’, dat bestemd is om bestuurders van sportverenigingen in hun kracht te zetten, waardoor zij zich beter kunnen inzetten voor hun wijk.

Deuren open
De titel van het boek is uiteraard niet zomaar gekozen. Het vereist namelijk de nodige visie om een alleen op sport georiënteerde club om te turnen tot een organisatie die veel breder georiënteerd is. “Het gaat om verenigingen die hun deuren openen voor bijvoorbeeld ouderen, allochtonen en mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Mochten ze daarvoor - en de programma’s daar omheen - hun accommodatie moeten aanpassen, dan kunnen ze rekenen op subsidie van de gemeente. Maar dat is niet enige dat telt. Belangrijker is de gedachte erachter. Clubs die grootse plannen hebben om hun accommodatie te verbouwen maar niet weten waarom precies, komen niet in aanmerking voor het ‘Buurthuis van de Toekomst’.”

De visie van een vereniging is belangrijker dan ingenieuze bouwplannen. Overigens, zelfs als er een heldere zienswijze is wil dat niet zeggen dat er een club onderweg geen problemen tegenkomt. Klijn: “Het is belangrijker dat er heel duidelijk een stip aan de horizon staat, dat er een punt is waar mensen naar toe kunnen werken.” Veel verenigingen hebben vanuit ervaring en expertise binnen de organisatie voldoende steun aan Move 2.0; een door Kennispraktijk en NISB Consult ontwikkelde methode die hen helpt om tot maatschappelijk beleid te komen. In andere gevallen kunnen zij terugvallen op de hulp van de afdeling Sportsupport van de gemeente Den Haag, die in veel gevallen telefonisch kan zorgen voor raad en daad.

Route naar Buurthuis van de Toekomst
Sportverenigingen met meer ambitie dan ervaring gaan een intensiever traject van Sportsupport in. Zij kunnen afhankelijk van hun plannen één op één worden begeleid door de daar onlangs aangestelde adviseur Buurthuis van de Toekomst of terecht komen in groepsbijeenkomsten waarin zij met een paar clubs onder leiding van de adviseur Buurthuis van de Toekomst samen met andere clubs de route uitstippelen. Klijn is tevreden over de belangstelling tot nu toe. “Natuurlijk zijn er in Den Haag veel clubs die van zichzelf vinden dat ze hier niet geschikt voor zijn, of die er simpelweg geen tijd in willen stoppen. Het zou gek zijn om dat erg te vinden. Het is namelijk hun goed recht. Er is geen enkele verplichting. Het gaat ons nu om de verenigingen die hier wel heel positief tegenover staan en graag hun plannen met ons delen. Er zijn meerdere verenigingen enthousiast, over drie van hen kunnen we zeggen dat ze al aan alle voorwaarden voldoen om uit te groeien tot een breed ‘Buurthuis van de Toekomst’.”

Dat deelname aan het project verenigingen veel tijd en wellicht een beetje geld kost, hoeft Klijn niet te ontkennen. Belangrijker is dat het wat hem betreft ook behoorlijk wat oplevert. “De sport staat voorop en dat zal altijd zo blijven, maar clubs moeten niet vergeten dat ze een belangrijke rol vervullen in hun wijk. Vaak draaien ze grotendeels op de vrijwilligers die daar, in de directe omgeving, wonen. Door de ontwikkeling tot ‘Buurthuis van de Toekomst’, doen de verenigingen iets terug en dragen ze bij aan hun bestaansrecht. Ik vind dat de gemeente Den Haag een mooi en goed initiatief genomen heeft.”