Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Werkende wetenschap-Item

Olympische succesnummers, teleurstellingen, reserves en beloften 24 juli 2012

door: Vana Hutter

In de Nederlandse olympische equipe bevindt zich een aantal ware olympische veteranen zoals Anky van Grunsven, Diederik Simon en Edith Bosch. Maar de ploeg kent ook een aantal jonge debutanten zoals Elaine Pen, Céline van Gerner en Dafne Schippers. Hoe zou het voor ‘oude rotten’ en debutanten zijn om op de Spelen te staan en te willen presteren? De sportpsychologen Stambulova, Stambulov en Johnson werken/werkten met vele Russische en Zweedse olympiërs - met name in esthetische sporten - en delen hun ervaringen.

De auteurs laten de lezer niet lang wachten op advies, de titel van hun artikel luidt namelijk: ‘Believe in yourself, channel energy and play your trumps’: Olympic preparation in complex coordination sports’. Om kort te gaan geven zij olympiërs het advies om in zichzelf te geloven, hun energie te richten en hun troefkaarten te spelen. Maar in het artikel geven ze vooral een interessante karakterschets van vier verschillende categorieën olympische sporters.

De eerste scheiding die gemaakt wordt ligt voor de hand: die tussen sporters die al eerder Olympische Spelen hebben meegemaakt en olympische debutanten. Beide groepen splitsen zij nog verder in tweeën op basis van de palmares van de sporters, resulterend in vier categorieën:
1. olympische succesnummers;
2. olympische teleurstellingen;
3. olympische reserves;
4. olympische beloften.

Ad. 1: olympische succesnummers
‘Olympische succesnummers’ zijn sporters die al eerder aan de Spelen hebben deelgenomen en toen succesvol zijn geweest. Het betreft niet alleen medaillewinnaars, maar alle sporters die op eerdere Spelen naar of boven verwachting gepresteerd hebben. Denk in de huidige equipe bijvoorbeeld aan de 4x100 estafette zwemsters, de golden girls van Beijing.

Sporters in de categorie ‘olympische succesnummers’ hebben volgens de auteurs veel vertrouwen in hun eigen kunnen, zijn zelfverzekerd, passen zich flexibel en succesvol aan aan uitdagende omstandigheden en zijn gericht op succes. Veelal hebben deze sporters direct na hun eerdere succes op de Spelen een pauze ingelast, voordat ze aan de voorbereiding op de huidige Spelen begonnen. Ze namen de tijd om te herstellen, tijd door te brengen met hun vrienden en familie en hun succes te delen met fans, sponsors en de media. Tijdens deze break hebben ze besloten hun sportcarrière voort te zetten tot aan de volgende Spelen.

De belangrijkste uitdaging in hun olympische voorbereiding is de terugkeer - na de break - naar het zware trainingsregime dat het leven van een topsporter kenmerkt. Zij moeten opnieuw een algemene strategie bepalen om zich op de Spelen voor te bereiden. In de complex motorische sporten waarin de auteurs werken zien zij dat ‘olympische succesnummers’ zich vooral richten op het verder aanscherpen van technieken die ze beheersen en minder bezig zijn met het aanleren van nieuwe technieken om de moeilijkheidsgraad van hun prestaties te verhogen. Als we dat generaliseren naar andere sporten zouden we kunnen zeggen dat sporters die eerder olympisch succes behaald hebben vooral inzetten op het nog verder verbeteren van hun al aanwezige sterke punten. Dit in tegenstelling tot de ‘olympische teleurstellingen’ die juist op zoek gaan naar een ‘nieuwe’ sleutel tot succes.

Ad. 2: olympische teleurstellingen
Deze categorie sporters heeft ook eerder aan de Spelen mee gedaan, maar heeft daar helaas een teleurstellende prestatie neer gezet. Het kan zijn dat ze ‘slechts’ brons wonnen (of helemaal buiten de prijzen vielen) terwijl goud voorzien was, of dat ze anderszins hun normale prestatieniveau niet haalden. De teleurstellende prestatie van de herenhockeyers in 2008 maakt hen een voorbeeld van deze groep sporters.

Het typische psychologische profiel van ‘olympische teleurstellingen’ vertoont volgens de auteurs een enorme motivatie om hard te werken, maar ook overmatige angst om te falen en beschadigd zelfvertrouwen. Zij zijn sterk gericht op ‘het anders moeten doen’, en zoeken daarom naar aanvullende hulpmiddelen en methoden of andere oplossingsstrategieën.
 
Deze groep sporters vormt voor sportpsychologen de grootste uitdaging. Zij hebben de consequenties van een tegenvallende prestatie op de Spelen aan den lijve ervaren en kunnen daar veel stress van ondervinden. Doordat zij zoekende zijn naar een nieuwe sleutel tot succes en willen ontsnappen aan de ontstane stress lopen deze sporters het risico zich te overwerken of over te leveren aan risicovolle trainingsmethoden. Overtraining, blessures, eetstoornissen of drugs/dopinggebruik liggen vooral voor deze groep op de loer.

Volgens Stambulova, Stambulov en Johnson zouden ‘olympische teleurstellingen’ overtuigd moeten worden om na de Spelen een pauze in te lasten, net zoals de ‘olympische succesnummers’ dat doen. Zo’n pauze hebben ook zij - of misschien wel juist zij - nodig om fysiek en psychisch te herstellen. Tijdens de rustperiode kunnen de sporters zich beraden op een aangepaste strategie om zich op de volgende Spelen voor te bereiden en de tijd nemen om lering te trekken uit de doorlopen olympische cyclus. Tijdens de Spelen zelf is deze groep bijzonder kwetsbaar voor het internaliseren van externe druk. Daarmee wordt bedoeld dat druk van buiten (extern, bijvoorbeeld door sponsors of media) er toe leidt dat sporters zichzelf (intern) excessieve druk op leggen om te presteren.

Ad. 3: olympische reserves
Deze groep sporters is weliswaar debutant op de spelen, maar ze zijn zeker geen groentjes in hun sport. Zij zijn eerder dicht bij deelname aan de Spelen geweest, maar hebben het toen niet gehaald, vaak door blessures of andere gezondheidsproblemen. Denk in de huidige ploeg bijvoorbeeld aan Marit Bouwmeester, die nominatie voor 2008 misliep maar regerend wereldkampioen is.

Sporters uit de categorie ‘olympische reserves’ hebben veelal gepresteerd op grote toernooien en een behoorlijke naam opgebouwd, alleen de spelen ontbreken nog op de erelijst. Deze ‘olympische reserves’ zijn er sterk op gebrand hun kunnen te demonstreren, zijn zeer competitief en gemotiveerd. Er moet echter niet vergeten worden dat het ook voor deze ervaren sporters hun eerste Spelen zijn. Zij zullen dus - net als ‘olympische beloften’ - wegwijs gemaakt moeten worden in de onbekende olympische context en moeten oefenen in het omgaan met de specifieke uitdagingen die de Olympische Spelen met zich mee brengen. Op de Spelen is immers alles anders; je maakt deel uit van een groot nationaal team van diverse sporters, het is een gigantisch evenement met veel logistieke uitdagingen en de druk om te presteren is enorm, om maar een paar zaken te noemen.
 
In de aanloop naar hun eerste olympische spelen moeten ‘olympische reserves’ volgens de auteurs gebruik maken van de lessen die ze hebben kunnen leren van de mislukte kwalificatiecyclus. Met name gezondheidsaspecten verdienen aandacht. Individuele methoden om rust en herstel te bevorderen moeten uitgewerkt en geïmplementeerd worden. Ook wordt aanbevolen om met deze sporters te werken aan een harmonieuzere balans tussen alle aspecten van hun leven, zodat de belasting en de stress van alledag afneemt.

Ad. 4: olympische beloften
Dit zijn de jonkies die nog niet eerder deel uit gemaakt hebben van olympische selectieprogramma’s. De olympische setting is volledig nieuw voor hen. Behalve dat ze jong zijn, zijn ze te karakteriseren als ambitieus, optimistisch, nog enigszins onvolwassen en geneigd risico’s te nemen. Begeleiding van deze sporters zou tijdens de olympische Spelen gericht moeten zijn op persoonlijke groei en het ontwikkelen van ‘volwassen’ strategieën. De stappen die deze sporters op technisch vlak kunnen maken zijn vaak nog groot, grote prestatiesprongen zijn daarmee nog mogelijk. Hun uitdaging ligt in de betrouwbaarheid van hun prestatieniveau, consistent leren presteren is een belangrijke sleutel naar succes.

Wat betreft psychologische begeleiding adviseren Stambulova, Stambulov en Johnson om met de ‘olympische beloften’ te werken aan carrièreplanning en aan een goede balans tussen sport en aspecten van het leven buiten de sport. Direct voor en tijdens de Spelen moet er bij deze groep aandacht besteed worden aan het functioneren in het olympisch team. Deze groep kan wat meer hulp nodig hebben om zich op hun gemak te voelen in de olympische equipe.

Overzicht alle Nederlandse deelnemers
Vanaf 27 juli komen olympiërs van allerlei pluimage in actie, sommige zonder olympische bagage, anderen met een rugzak gevuld met eerder succes of falen. Alle Nederlandse deelnemers zijn hier te vinden. Wij gaan ze volgen en hopen dat alle sporters hun wens om optimaal te presteren waarmaken en allen na 13 augustus als ‘olympische succesnummers’ terugkeren in Nederland.

Bron:
Stambulova, N., A. Stambulov & U. Johnson (2012) ‘Believe in yourself, channel energy and play your trumps’: Olympic preparation in complex coordination sports. Psychology of Sport and Exercise, 13, 679- 686. Dit artikel maakt deel uit van het ‘special issue’ in Psychology of Sport and Exercise, een serie gemeenschappelijke artikelen over de olympische Spelen en olympische sporters.

Vana Hutter werkt als docent/adviseur/onderzoeker bij EXPOSZ, faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam. Zij is sportpsycholoog VSPN® en inspanningsfysioloog en kent de sportpraktijk van binnen uit, door haar werk in de top- en breedtesport. Zij is één van de oprichters van de post-academische opleiding tot praktijksportpsycholoog en bestuurslid van de Europese federatie voor sportpsychologie (FEPSAC).
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst