Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De toekomst van de Olympische Spelen (deel I) 2 september 2014

Hoe kunnen de Olympische Spelen overleven in een radicaal veranderende wereldwijde samenleving? Dat thema staat centraal in een driedelige reeks artikelen geschreven door Bastiaan Bretveld. Als student Environmental & Infrastructure Planning (technische planologie) is hij vanaf het derde bachelorjaar steeds meer geïnteresseerd geraakt in de Olympische Spelen. Enerzijds als fantastisch sportevenement dat elke vier jaar plaatsvindt, maar anderzijds ook met de keerzijde van de enorme investeringen in infrastructuur, stadions en daaruit volgende gevolgen voor de ruimtelijke ordening. Daarom vormen de Olympische Spelen een relevant onderzoeksobject en dat was de reden voor Bastiaan Bretveld om zijn scriptie erover te schrijven. Hieruit heeft hij een drieluik artikelen gedistilleerd dat op Sport Knowhow XL gepubliceerd wordt, om te beginnen vandaag deel 1.


door: Bastiaan Bretveld

De samenleving is sterk aan het veranderen. Dit gebeurt de laatste jaren enorm snel door de ontwikkeling van nieuwe technologie en communicatiemogelijkheden. Hierin speelt het milieu een steeds belangrijkere rol; het wordt wereldwijd meer en meer als een uitdaging gezien om duurzaam te produceren. Dit onder meer vanwege stijgende energieprijzen, de omstreden winning van schaliegas, de toename van luchtverontreiniging en de eindigheid van fossiele brandstoffen.

Volgens de Nederlandse hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans is wereldwijd geen sprake van een bankencrisis en energiecrisis, maar van een systeemcrisis 1. Dit geeft aan dat het complete systeem onhoudbaar wordt op de lange termijn en dat er gezocht moet worden naar en geëxperimenteerd moet worden met een ander systeem. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de rol van Uber die de taxibranche anders laat denken 2.

Een sector draait straks niet meer op een aantal grote spelers die de markt in handen hebben, maar op een grote hoeveelheid kleine maatschappijen die lokaal georganiseerd zijn. Door experimenten in bijvoorbeeld de voeding- en energiesector worden er stappen gezet en lessen geleerd in deze verandering, ook wel transitie genoemd. Zie als voorbeeld de energiemaatschappijen die aangesloten zijn bij de Duurzame Energie Unie 3.

Ook in de organisatie van de Olympische Spelen worden soortgelijke experimenten uitgevoerd, denk hierbij aan de ambitieuze ambities van London2012 4. In het huidige olympische landschap ontbreekt het echter op dit moment aan het actief promoten van dergelijke initiatieven. Het IOC zou moeten meegroeien met de tijd.

Het IOC is een in 1894 opgericht orgaan, met als doel door middel van sport te zorgen voor internationale broederschap en vrede. Dit ideaal is in de loop der jaren verder uitgewerkt tot wat nu bekend staat als het olympisme 5. Dit is de ideologische basis waaruit de Olympische Spelen en het IOC zijn ontstaan en welke sinds 1894 nauwelijks zijn veranderd 6.

De ideologische basis is een van de aspecten die bepalen waarom het IOC méér dan een orgaan is voor het organiseren van sportevenementen. Dit is anders dan bij sportbonden zoals de FIFA of UCI. Daarnaast is er bij de organisatie van de Olympische Spelen sprake van een utopische potentie. Ofwel, het organiseren van de Olympische Spelen is een uitdaging voor een stad waarbij het onmogelijk is dit te doen zonder een visie op de toekomst. Dat heeft namelijk een enorme symbolische waarde, het brengt veel prestige met zich mee en wordt veelal gezien als een teken voor vooruitgang.

De ideologische en utopische kenmerken hebben ertoe geleidt dat het IOC zich heeft ontwikkeld tot een non governmental organization (NGO) die zich positioneert tussen de FIFA (als sportbond) en de VN (als belanghebbende buiten de sport). Dit zal ik verder verklaren.

Het IOC begon onder leiding van Pierre de Coubertin als ‘International Committee for the Olympic Games’ waarin De Coubertin samen met vijftien vrienden bedacht dat het mooi was om elke vier jaar op een vredige manier tegen elkaar te strijden. Hier ontstaat dan ook het idee om meer te doen dan alleen het organiseren van een sportevenement, de pijlers ‘sport’ en ‘cultuur’ zijn vanaf dat moment onderdeel van het geheel. Vanaf 1990 is de pilaar ‘milieu’ hieraan toegevoegd.

Wat begon als een vrijwillige organisatie van mannen die het IOC wereldwijd representeerden, heeft zich ontwikkeld tot een orgaan waarin de leden nog steeds het IOC wereldwijd vertegenwoordigen, maar waarin de leden hun land niet vertegenwoordigen in het IOC. Nieuwe leden worden gekozen door middel van geheime stemmingen en op basis van een voordracht van oud-leden. Dit is grotendeels gelijk aan de gang van zaken van de beginperiode.

De centrale doelstelling van het IOC is altijd geweest om het olympisme verder te verspreiden. Wat dit precies inhoudt wordt niet echt duidelijk uit het Olympisch Handvest 7+8. Mede door deze onduidelijkheden heeft het IOC de afgelopen dertig jaar wat problemen gehad om de doelstelling te bereiken.

Begin jaren tachtig, rond de verkiezing van de Spelen van 1984, was Los Angeles de enige kandidaat. Los Angeles wilde het organiseren op één voorwaarde: dat er meer commercialisatie zou worden toegestaan. Televisierechten en sponsoring werden de kurk waarop het businessmodel van de Olympische Spelen zouden blijven drijven. Dit was opeens heel wat anders dan een evenement gebaseerd op vrijwillige amateursporters zoals het geweest was. Hieruit komt ook de splitsing van de Zomer- en Winterspelen: elke twee jaar een evenement in dienst van de sponsoren en de televisieprogrammering.

Ondanks deze hele andere manier van de Olympische Spelen organiseren bleef het IOC een vrij gesloten bolwerk. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het IOC door de veranderingen in eerste instantie overvallen werd. Het IOC wist niet voldoende raad met de ontwikkelingen en de nieuwe situatie en dat blijkt direct uit het volgende grote probleem waar het IOC mee te kampen kreeg: als er ergens meer geld in omgaat en meer belangen mee gemoeid zijn, daar is ook meer kans op corruptie.

Dat was dan ook het geval rond de verkiezingsperiode van de Winterspelen van 2002. Een kwart van de IOC-leden werd verleid met reisjes, geld en studiebeurzen om voor een bepaalde kandidaat te kiezen. Onderzoek wees uit dat de beschuldigingen van machtsmisbruik eerder niet serieus genomen waren 9. Na grote druk vanuit sponsoren en het Amerikaanse congres zijn de regels aangescherpt en moesten er tien IOC-leden opstappen. Ook werd er gesuggereerd dat het niet voor het eerst gebeurde; er is immers geen enkele organisatie die het IOC en haar werkwijze controleert en waar naar verluidt een cultuur van corruptie heerste omdat niemand ze iets kon maken. Dit is ook terug te zien in de keuze van de gaststad. Na een lang proces van adviesrapporten wordt er in een geheime stemming een keuze gemaakt, de argumenten hierachter blijven onbekend.

Hieruit blijkt dat het IOC een uniek orgaan met haar eigen normen en waarden is dat na vele tientallen jaren nauwelijks is meegegaan met de tijd. Het is in haar doen en laten ook niet te vergelijken met een sportbond. De macht van het organiseren van het mega evenement ligt tot op heden in handen bij een select, ondemocratisch gekozen gezelschap waarbij de sport niet altijd de belangrijkste positie inneemt. Het IOC zou ook flexibeler moeten omgaan met veranderingen die er in de wereld plaatsvinden.

Een andere constatering die gedaan kan worden is het IOC op dit moment geen raad weet met de complexiteit van het proces waar het onderdeel van is. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de keuze voor gaststeden. Beijing, Sochi en Rio, allemaal steden waarin de politiek van het IOC minder bekritiseerd wordt, waar het volk minder invloed heeft en waar er zaken gedaan kan worden met slechts enkele stakeholders, iets wat het minder complex en dus makkelijker maakt. Maar ook hierin wordt zichtbaar dat het IOC niet de macht heeft om haar eigen merk, ‘The Olympic Games’ te beschermen. Waarom een fakkeltocht houden door Taiwan en Tibet onderweg naar Beijing bijvoorbeeld? Het IOC heeft op dit moment niet de macht om hierin de complexiteit te overzien en daar naar te handelen.

Om de Olympische Spelen te laten overleven onder leiding van het IOC en weer echt in haar handen te krijgen zou het goed zijn als het evenement minder complex, duur en groot wordt. Hiervoor zou een duurzame transitie een reële suggestie zijn. Lees hierover meer in deel 2 van deze reeks.

Noten:
1. Rotmans, J. (2012) In het oog van de oorkaan: Nederland in transitie. Boxtel: Aeneas
 
2. Zie Nieuwsuur , 14 juli 2014

3. Zie www.duurzameenergieunie.nl

4. Zie hier
 
5. Zie www.nocnsf.nl/olympisme
 
6. Zakus, D. & Skinner, J. (2008) Modelling Organizational Change in the International Olympic Committee, European Sport Management Quarterly, 8(4): 421-442.

7. Zie Olympic Charter (pdf)

8. Horne, J. & Whannel, G. (2012) Understanding the Olympics. New York: Routledge

9.  Jennings, A. (2000) The great Olympic swindle: When the world wanted its games back. London: Simon & Schuster.

Bastiaan Bretveld heeft de studie Master Environmental & Infrastructure Planning gevolgd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is daar dit jaar afgestudeerd op de transitie van de Olympische Spelen en focust zich met name op de rol die de stedelijke ontwikkeling en legacy zou moeten krijgen. Hij is verder lid van de Vonken van 2028 en zelf actief hoogspringer. Bretveld is op dit moment op zoek naar een uitdaging in de richting van planologie of evenementenorganisatie met een bovenmatige interesse in duurzaamheid. Voor meer informatie: sw.bretveld@gmail.com of www.bastiaanbretveld.nl

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst