Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De sportvereniging miskend als wijkpartner 17 juni 2014

door: Sanne Scholten en Penny Nugteren

Er verandert veel in de zorg. Ouderenzorg, thuiszorg en jeugdzorg moeten anders georganiseerd worden. Meer lokaal en met minder middelen. En mensen moeten weer meer voor zichzelf én voor elkaar gaan zorgen. Dat is de beweging die de Nederlandse overheid heeft ingezet en waar gemeenten vanaf 2015 een grote verantwoordelijkheid voor krijgen.

De zorgtaken kunnen door gemeenten goedkoper worden uitgevoerd, is de gedachte. Dit komt voort uit de visie om inwoners meer gebruik te laten maken van de mogelijkheden en verantwoordelijkheden die mensen en hun netwerk zelf kunnen nemen. Wij menen dat zorgorganisaties ten onrechte de sportvereniging nauwelijks erkennen als wijkpartner om een succesvolle, wijkgerichte aanpak te ontwikkelen.

Dit is voor ons aanleiding om met onze whitepaper ‘Samenwerken met sportverenigingen voor een vitale samenleving: grijp die kans!’ NOOT 1) gemeenten en zorgorganisaties op te roepen de toegevoegde van sportverenigingen te ontdekken en vooral de samenwerking aan te gaan.

De waarden waarop sportverenigingen van oudsher zijn gestoeld, sluiten helemaal aan bij de uitgangspunten van de huidige transities op het gebied van zorg: dichtbij mensen, sterk gestoeld op eigen kracht van mensen en sociale netwerken. Als één van de weinige sectoren in Nederland is de sport nog vrijwel geheel met vrijwilligers georganiseerd.

We zien dat een steeds grotere groep sportverenigingen een bijdrage wil leveren aan het oplossen van de vraagstukken binnen het sociale domein, zoals het tegengaan van overgewicht bij kinderen of het tegengaan van eenzaamheid bij ouderen. Het benutten van de sportvereniging als wijkpartner voor zorgprofessionals heeft uiteenlopende voordelen.

Door de sportvereniging als onderdeel van zorg of ondersteuning in te zetten zijn er ten eerste minder dure uren van zorgprofessionals nodig. Denk bijvoorbeeld aan een beweegprogramma bij de vereniging in plaats van bij de fysiotherapeut. Daarnaast kan sporten en bewegen bij een sportvereniging een gezondere, duurzamere en efficiëntere oplossing zijn voor gezondheidsproblemen en sociale vraagstukken dan medicatieve of therapeutische behandelingen. Van blijven sporten gaat vervolgens ook een preventieve werking voor nieuwe gezondheidsproblemen uit. Er is ook steeds meer wetenschappelijk bewijs dat sporten en bewegen bij een sportvereniging niet alleen bijdraagt aan de gezondheid van kwetsbare doelgroepen. Een vereniging geeft namelijk ook sociale binding. Bij de sportvereniging ontmoet je je vrienden en je buurman. Sporten bij een sportvereniging geeft vaak zelfvertrouwen om ook weer op andere terreinen mee te gaan doen, voorkomt dat ouderen in een sociaal isolement terecht komen en helpt met het verminderen van gedragsproblemen van kinderen.

Toch blijkt het contact vanuit de vereniging met zorgaanbieders moeilijk te leggen of komen projecten onvoldoende van de grond. Zo geeft een voorzitter van een Rotterdamse korfbalvereniging aan: 'We hebben 25 partners uit de wijk uitgenodigd om ze te laten zien wat we kunnen bieden voor kwetsbare doelgroepen. Ik heb ze allemaal nagebeld, maar vaak kom ik niet verder dan de secretaresse'.

Natuurlijk moet er ook aan de kant van de sportvereniging nog een ontwikkeling plaatsvinden. Hier wordt door gemeenten, sportverenigingen en bonden al jaren volop aan gewerkt. Maar wij geloven - door drie jaar ervaring in de praktijk - dat de samenwerking alleen kan slagen als zorgaanbieders ook stappen zetten waardoor een nieuwe en potentieel zeer vruchtbare samenwerking kan ontstaan.

Daarom doen wij graag een handreiking met een aantal suggesties die kunnen bijdragen aan meer en betere samenwerking tussen zorgaanbieders en sportverenigingen.

1. Zet de (voor)oordelen over boord en leer elkaar kennen
Hulpverleners hebben vaak nog een traditioneel beeld van sportverenigingen. Zo zijn er vooroordelen dat iedereen bij een sportvereniging heel sportief is dat de cliënten en patiënten van de zorgaanbieders daar niet tussen passen. Een ander vooroordeel is dat er bij sportverenigingen alleen maar vrijwilligers actief zijn en verenigingen daardoor onvoldoende kwaliteit kunnen bieden voor de zorgvragen. Ook bestaan er drempelverhogende vooroordelen over het moeten meedoen aan wedstrijden of het verplicht draaien van bardiensten.

Bij veel verenigingen past dit beeld echter niet of niet meer. Het loont de moeite om als zorgaanbieder te oriënteren welke verenigingen in de nabije omgeving er klaar voor zijn de zorgdoelgroepen te ontvangen.. Bij de oriëntatiefase kunnen de gemeente of een lokale sportondersteuningsorganisatie vaak hulp bieden.

2. Organiseer samenwerking op alle niveaus
Een voorwaarde om de samenwerking tussen een zorginstelling en de sportvereniging echt te laten slagen is dat zowel bestuur en management van de zorginstelling als de mensen op de werkvloer de meerwaarde van de samenwerking zien en dat het wordt opgenomen in de werkprocessen. Neem de sportvereniging als onderdeel mee in je behandelplan. Of zorg voor sportambassadeurs door de gehele organisatie; mensen die de meerwaarde van de sportvereniging zien en collega’s wijzen op het belang en hoe ze het kunnen organiseren. En neem elkaars werk niet over. Laat de sportvereniging haar werk doen en het sportaanbod organiseren en zorg dat waar nodig professionals meekijken of -doen in de begeleiding van de cliënten.

3. Ga aan de slag
Ga het gewoon doen! Het hoeft niet altijd groots en meeslepend: ga op één locatie, met één groep aan de slag en leer daarvan. Vanuit die ervaringen kun je gaan opschalen naar je hele stad, naar andere dorpen, naar nieuwe doelgroepen.

NOOT 1: De whitepaper ‘Samenwerken met sportverenigingen voor een vitale samenleving: grijp die kans!’ is hier oline te lezen.

Drs. Penny Nugteren is eigenaar van adviesbureau Penderfields dat zicht richt op nieuwe samenwerkingsverbanden tussen overheid, burgers en bedrijfsleven. Van 1999 tot 2007 was zij senior adviseur bij Bestuur en Management Consultants (BMC) en adviseerde vele gemeenten over de uitvoering van hun sport- en welzijnsbeleid. Vanaf november 2012 is zij werkzaam voor Rotterdam Sportsupport, onder meer een periode als coördinator van het Sportplusprogramma.

Drs. Sanne Scholten is als adviseur strategie en beleid werkzaam bij Rotterdam Sportsupport. Zij was verantwoordelijk voor de vormgeving van het Sportplusprogramma en richt zich ook nu nog vooral op de verbinding van sport met andere sectoren. Zij is tevens gemeenteraadslid voor D66 in Utrecht en is onder andere woordvoerder sport. Van 2003 tot 2010 was zij senior adviseur bij Bestuur en Management Consultants (BMC) op het terrein van cultuurbeleid, sportbeleid en sociaal beleid. Zij werkte daarin onder andere mee aan de invoering van de Wmo in enkele gemeenten.

Over Rotterdam Sportsupport
Rotterdam Sportsupport staat voor de kracht van de sportverenigingen en hun bijdrage aan een beter Rotterdam. De stichting zet in op een stad waar iedereen sportief en maatschappelijk kan meedoen. Rotterdam Sportsupport brengt werelden bij elkaar en helpt organisaties letterlijk en figuurlijk in beweging te komen. Hiertoe ontwikkelde de organisatie onder andere het Sportplusprogramma.

« terug

Reacties: 1

-
17-06-2014
Contact voor samenwerking moet je wel zoeken, dan is het zeker te vinden en de moeite waard! In de gemeente Putten is vanuit gymnastiekvereniging Orion het initiatief genomen een beweegproject op te zetten voor ouderen om 'samen thuis' te bewegen en op die manier het onderlinge contact in de buurt te versterken. Het idee werd bij de Stichting Welzijn Putten bijzonder positief ontvangen! De samenwerking verloopt uitstekend. Er werd tevens een fysiotherapeut bij het project betrokken en met behulp van vrijwilligers vanuit de Stichting Welzijn en Orion gaat het project binnenkort daadwerkelijk van start! Annemieke Carbo

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst