Staat van het land | opleidingen en talent
In een tweeluik geeft Henk Kraaijenhof zijn kritische visie op 'de staat van ons land': de eerste aflevering ging over '
opleidingen', dit tweede deel gaat over het concept 'talent'.
door: Henk Kraaijenhof
'Talent' is het nieuwe toverwoord voor de sport en blijkbaar ook voor een kwijnende economie. Sla de krant maar open: 'Ben jij het toptalent dat we zoeken?' Bekijk congresprogramma’s, het is niet compleet als er niet iets met talent op staat. Talentacademies, met talentprogramma’s begeleid door talentscouts en talent-coaches, het lijkt niet op te kunnen, er is een hele talentindustrie ontstaan. Zo te lezen barst Nederland van het talent, ontdekt of niet.
Vroeger, toen alles zeker niet beter was, noemden we junioren gewoon junioren. Nu heten junioren 'talent', of ze het nu hebben of niet. Ik ken ook geen trainers die geen talentcoaches zijn, immers: wie wil toegeven een groepje talentloze of middelmatige pupillen te trainen of te begeleiden of durft te zeggen dat zijn of haar pupil elk talent ontbeert?
'Iedereen heeft talent' is de kreet die misschien klinkt als een songtekst van de Positivo’s (kent u ze nog?), maar geen verbinding heeft met de realiteit, niet iedereen wordt een Mozart, een Epke Zonderland of een Rembrandt.
Deze verdunning van de begrippen 'talent', 'excelleren' of 'high-performance' hebben te maken met onze samenleving die - zoals we wel beseffen - zijn best doet om alles dat boven de middelmaat uitsteekt naar beneden te halen, te egaliseren, normaliseren, nivelleren, hoe je het ook noemen wilt. Maar tevens alles dat er onderuit valt omhoog te trekken in de warme omhelzing van moedertje middelmaat. Maar helaas: niemand gaat hoger springen door de lat lager te leggen of door 'kanjer', 'kampioen' of 'talent' genoemd te worden. Dit draagt slechts bij aan de middelmatigheid en de zesjescultuur. Het geeft de illusie van al ergens gekomen te zijn zonder daar iets voor te hebben hoeven doen en van een zeker voorrecht.
Ondanks al onze inspanningen blijkt op geen enkele manier uit harde data dat Nederland meer talent heeft, meer talent produceert, meer talent omzet in daadwerkelijke presteerders of efficiënter omspringt met de zeldzame talenten dan elders. Niet het bedrijfsleven, niet in de kunst en cultuur, niet in de sport. Nee, we hebben niet drie Pieter van den Hoogenbands, een opvolger voor Joop Zoetemelk hebben we ook nog niet gevonden, en John de Mol blijft een uitzondering.
Ja, natuurlijk er zijn jonge mensen met potentieel op een bepaald gebied. Maar laten we ze geen talent noemen, laten we methoden zoeken om dat die kwaliteit vroegtijdig op te kunnen sporen, en in een vroegtijdig stadium het kaf van het koren te kunnen scheiden. Dat wil zeggen een database opzetten met alle relevante meetgegevens van toppers, ofwel een individueel topsportprofiel maken met daarin onder meer een genetisch profiel van topsportkwaliteiten - 'genetic profiling' en 'molecular diagnostics' - naast bestaande methodes zoals anthropometrie en klassieke testen. En daarnaast hebben we een complete testbatterij nodig om talent op die manier in kaart te kunnen brengen.
Laten we verder de methodologie ontwikkelen om de potentie van het kleine aantal uitverkorenen om te zetten naar daadwerkelijke prestaties. Op het gebied van de training van toppers valt namelijk nog veel te ontwikkelen. Wat goed is voor de gemiddelde sporter hoeft zeker nog niet te werken voor de toppers die vaak een uitzondering zijn. Dit wordt vaak over het hoofd gezien. Niet iedere coach kan met talenten omgaan, al denken velen van wel. Laten we kijken naar een optimale aanpak voor deze beperkte groep toppers en informatie die beschikbaar is hierover bundelen. Daarnaast is het zaak veel strikter te gaan individualiseren, denk aan trends als 'personalized nutrition' en 'personalized medicine'. Dat zou voor training ook moeten gebeuren, 'personalized training', niet te verwarren met 'personal training', zoals dat in de fitness gebeurt.
Bovengenoemde twee facetten zijn in de stofwolken rond het 'talent-issue' helaas verloren gegaan. Laten we eerst eens teruggaan naar de start van het issue over talent, namelijk 'wat is talent' en 'wat is het niet'. En wat is de waarde van talent voor uiteindelijke topprestaties. Een aantal belangrijke, basale vragen waar snel aan voorbij gegaan wordt en dit leidt tot het gebrek aan efficiency in het hele concept rond talent.
Henk Kraaijenhof is performance consultant bij zijn eigen bedrijf Vortx. Eerder was hij was atletiekcoach van o.a. Nelli Fiere-Cooman, Merlene Ottey, Troy Douglas en Letitia Vriesde. Verder was hij consultant van de Engelse rugbybond, coördinator van de krachttraining van het Nederlands herenhockeyteam, conditietrainer van o.a. tennisser John van Lottum en tennisster Mary Pierce, consultant bij voetbalclub Juventus en bondstrainer van de KNAU bij de heren, dames en junioren. Kraaijenhof is ook één van de oprichters van NLcoach, de belangenbehartiger van trainers en coaches.