Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Slechts één jaar schorsing voor Yuri van Gelder: meten met twee maten 15 november 2011

door: Klaas Faber

De dopingzaak van Yuri van Gelder blijft twee jaar na dato de aandacht trekken omdat het een landelijk overbekende topsporter betreft. Hoe zat het ook al weer? Na langdurig gebruik van cocaïne liep Van Gelder uiteindelijk pas tijdens het NK van 2009 tegen de gevoelige dopinglamp. Enkele dagen ná het inleveren van het ‘positieve’ plasje bekende hij cocaïne te hebben gebruikt.

Volgens de Wereld Anti-Doping Code - in het kort aangeduid als de Code - is die bekentenis te laat voor een strafvermindering. Niettemin legde de tuchtcommissie van de gymnastiekbond KNGU aan Van Gelder een verkorte schorsing op – van één jaar in plaats van twee jaar, de straf die voor deze overtreding staat -  én bleef deze straf tot mijn grote verbazing ook nog eens gehandhaafd. Het herhaaldelijk klagen door andere sporters - die er voor een vergelijkbare overtreding minder genadig vanaf kwamen - heeft mij er toe gebracht om onregelmatigheden in deze dopingzaak onder de aandacht van een groter publiek te brengen. Het lijkt mij sterk dat mijn verbazing niet door velen wordt gedeeld na het lezen van onderstaande feitelijke informatie.

De schuldbekentenis kwam aantoonbaar te laat voor de toegepaste strafvermindering
Herman Ram - directeur van de Dopingautoriteit - antwoordde op Sport Knowhow XL op de vraag of een sporter die openlijk bekent doping te hebben gebruikt minder zwaar gestraft wordt dan iemand die dat niet doet: ‘Dat hangt er vanaf op welk moment de sporter bekent. Als de bekentenis gedaan wordt zonder dat de sporter al betrapt is (dat wil zeggen: zonder dat de sporter weet of kan weten dat er bewijs tegen hem is gevonden), dan geldt zo'n bekentenis als een grond voor strafvermindering. Een sanctie van twee jaar schorsing kan dan verlaagd worden naar één jaar (of iets tussen één en twee jaar in). Maar als een sporter bekent nadat het bewijs geleverd is, dan kan die bekentenis niet meer tot strafvermindering leiden. De sporter is dan ‘te laat’.’

Dit blijkt een accurate samenvatting te zijn van hetgeen gesteld wordt in de Code (Comment to Article 10.5.4). Kan het duidelijker? Nee, dat niet. Het is gewoon twéé jaar, tenzij er een andere grond voor strafvermindering gehonoreerd kan worden.

Waarom geen beroep door de Dopingautoriteit?
Mijn verbazing was dan ook groot toen ik in maart 2010 vernam dat de Dopingautoriteit niet in beroep was gegaan tegen het vonnis, althans niet écht. Er werd slechts bezwaar gemaakt tegen een onzorgvuldige formulering in het vonnis, die vervolgens zonder mankeren in een schriftelijke ronde werd aangepast.

Opmerkelijk is nu juist dat het de laatste jaren voor de Dopingautoriteit ‘vaste prik’ is geworden om in beroep te gaan, met een hogere straf als beoogd doel. Diverse tuchtcommissies hebben in het verleden namelijk een reglementair onjuiste, te lage straf opgelegd. Dat viel internationaal slecht. Werk aan de winkel dus voor de Dopingautoriteit, zie het artikel in de Volkskrant van Mark van Driel van 17 september 2010 (‘Sportbonden te mild over doping’). Voor een juridische leek als mijzelf betekent het nastreven van een andere straf pas écht in beroep gaan. Schoonheidsfoutjes als onzorgvuldige formuleringen kunnen mij niet boeien.

Meten met twee maten?
Ik zal me beperken tot twéé onbekende sporters die er door kordaat ingrijpen van de Dopingautoriteit minder genadig vanaf kwamen dan Van Gelder, te weten Alexander Schekkerman en Nick Zuijkerbuijk. Zij waren beiden voor een vergelijkbare overtreding (gebruik van XTC respectievelijk cocaïne) gestraft, maar zagen in tegenstelling tot Van Gelder hun aanvankelijk opgelegde éénjarige schorsing verdubbeld worden. Zo vernam ik van de vader van Nick Zuijkerbuijk dat Herman Ram in een telefoongesprek aangaf de schorsing van één jaar persoonlijk in Zwitserland bij het sporttribunaal CAS te gaan ‘rechtzetten’. Aldus geschiedde, Zuijkerbuijk werd in tweede instantie voor twéé jaar geschorst.

De bijzonderheden van de CAS-zaak van Nick Zuijkerbuijk zijn in Sport FM besproken door Michiel van Dijk, de voorzitter van de Auditcommissie Doping van NOC*NSF die vaak als advocaat in dopingzaken optreedt voor de aanklagende partij. Om voor mij onverklaarbare redenen slaat Van Dijk de plank volledig mis door juist te benadrukken dat de schuldbekentenis van Zuijkerbuijk - zogenaamd anders dan die van Van Gelder - te laat was, namelijk ‘nadat de overtreding was vastgesteld’.

Tja, voor de duidelijkheid nogmaals: Van Gelder heeft óók pas bekend ‘nadat de overtreding was vastgesteld’. Het beslissende plasje was immers al lang ingeleverd. Van Gelder heeft nota bene in interviews laten optekenen dat hij wist dat hij ‘positief’ was.

Waarom ging het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) niet in beroep??
Ik heb zélf vervolgens nog wat navraag gedaan bij het WADA omdat het mij bevreemdde dat zij niet in beroep was gegaan tegen de aantoonbaar onterechte strafvermindering van Van Gelder. Olivier Niggli - de Director Legal Affairs - meldde mij op 21 juni 2010 dat als strafverminderingsgrond was ingebracht dat Van Gelder meegewerkt zou hebben aan de strijd tegen doping (Article 10.5.3 van de Code):

An anti-doping organization with results management responsibility for an anti-doping rule violation may, prior to a final appellate decision under article 13 or the expiration of the time to appeal, suspend a part of the period of ineligibility imposed in an individual case where the athlete or other person has provided substantial assistance to an anti-doping organization, criminal authority or professional disciplinary body which results in the Anti-Doping Organization discovering or establishing an anti-doping rule violation by another Person or which results in a criminal or disciplinary body discovering or establishing a criminal offense or the breach of professional rules by another Person.

Dit is bizar. Van een dergelijke medewerking – belastende informatie over ‘another Person’ – is ten eerste geen sprake, zoals eenieder kan verifiëren. Ten tweede, en veel ernstiger: die strafverminderingsgrond staat niet eens in het vonnis!

Reactie van de Dopingautoriteit
Voor mij was zo langzamerhand het tijdstip aangebroken om dit terug te koppelen met de instantie die het in Nederland voor het zeggen heeft. De reactie van Dolf Segaar - de voorzitter van de Dopingautoriteit en kantoorgenoot van Van Dijk - liet niets aan duidelijkheid te wensen over:

Vriendelijk dank voor uw e-mail. U vraagt mijn mening over een specifieke zaak, waarover de Commissie van Beroep van de KNGU geoordeeld heeft. Als voorzitter van het bestuur van de Dopingautoriteit past het mij niet om te oordelen over vonnissen van tuchtcolleges, zeker niet als die definitief geworden zijn zoals in casu het geval is. Ik neem uw e-mail dan ook voor kennisgeving aan.

Kortom: zand erover. Segaar gaat hier wel heel makkelijk voorbij aan het feit dat zowel de media als het WADA verkeerd zijn ingelicht. De lezer oordele zelf: zit de Dopingautoriteit hier op de stoel van de rechter?

Meten met twee maten!
Voor het Dopingreglement zijn alle sporters gelijk – zelfs leeftijd speelt geen rol - , maar sommigen zijn in Nederland blijkbaar meer gelijk dan anderen. Tenminste, dat concludeer ik uit het handelen van enkele hierboven met naam genoemde personen. Mij hebben geen signalen bereikt waaruit ik kan afleiden dat Yuri van Gelder zélf heeft bedacht dat hij meer gelijk is dan anderen. Helma Neppérus -  voormalig woordvoerder Sport van de VVD - sprak van ‘meten met twee maten’ en dat is het natuurlijk ook.

Aangezien ik vraagtekens te kort kom, blijf ik concluderend zitten met de volgende vraag: hoe is dit ‘creatief’ omgaan met strafmaten vanuit ethisch oogpunt te verdedigen?

Het zal me benieuwen wie deze handschoen opneemt.

Klaas Faber is in 1994 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen gepromoveerd in de chemometrie. Hierop volgden twee jaar onderzoek in de VS. Tussen 1996 en 2002 heeft hij chemometrisch en statistisch advies gegeven binnen het Nederlands Forensisch Instituut (Rijswijk) en de Agrotechnology and Food Sciences group (Wageningen). Vanaf 2002 voert hij deze activiteiten zelfstandig uit, zie www.chemometry.com. Daarnaast onderhoudt hij contacten met meer dan tien verschillende universiteiten voor het verder ontwikkelen en toepassen van methoden voor onderzoek.

« terug

Reacties: 1

-
15-11-2011
Dit ruikt inderdaad naar klassenjustitie. Ik ben benieuwd hoe de Dopingautoriteit hierop reageert!

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst