door: Gerard Sierksma Met het zeer lage aantal doelpunten, de buitensporig hoge financiële belangen en de media en publiek in de nek is de verantwoordelijkheid van de scheidsrechter bij de belangrijke voetbalwedstrijden buitenproportioneel groot. Eén foute beslissing van de scheids bepaalt te vaak de uitslag van de wedstrijd. Zo miste Ierland door een fout van de scheidsrechter het WK in 2011 en vrijwel iedere zondagavond is een wedstrijdresultaatbeïnvloedende fout van een scheidsrechter onderwerp van discussie.
Het tempo van een voetbalwedstrijd is tegenwoordig bovendien zo hoog dat zelfs meerdere scheidsrechters per wedstrijd te vaak te weinig (kunnen) zien. De roep om taakverlichting luidt dan ook wereldwijd. Maar hoe? Het toepassen van elektronische hulpmiddelen zal slechts een kwestie van tijd zijn, maar deze hebben het nadeel dat ze gepaard gaan met grote financiële investeringen. Bovendien is dit op lagere niveaus lastig te realiseren. Zijn er dan geen simpeler maatregelen, die meer doelpunten opleveren en de taak van de scheidsrechter verlichten? En die ook nog voetbalbreed eenvoudig te implementeren zijn? Je denkt dan al gauw aan het volledig afschaffen van de buitenspelregel, maar zo’n drastische maatregel kent ook veel tegenstanders. Ik pleit ervoor de buitenspelregel te handhaven, echter met een kleine edoch verrijkende versoepeling.
Iedereen die het topvoetbal een beetje volgt, kent het gevoel van opluchting of ontzetting als de scheidsrechter een doelpunt afkeurt voor vermeend buitenspel. Zeker als dat gebeurt in het strafschopgebied. Juist hier is het zo moeilijk om buitenspel nauwkeurig vast te stellen. En juist hier knelt dat het meest. Zodra de bal in het strafschopgebied is worden de ruimtes kleiner en stijgt de spanning. Buitenspel constateren in een strafschopgebied met een hoge concentratie aan spelers is eigenlijk ondoenlijk. Sterker nog, waarom zou je? In zo’n situatie is het oorspronkelijke doel van de buitenspelregel al lang niet meer aan de orde. Vandaar mijn voorstel voor de volgende versoepeling van de buitenspelregel.
De buitenspelregel wordt niet toegepast op spelers van de ene partij, zodra tenminste twee spelers (inclusief de keeper) van de andere partij zich in het eigen strafschopgebied bevinden.
In de praktijk betekent deze regel dat de scheidsrechter niet meer hoeft te letten op het buitenspel staan van aanvallende spelers, zodra tenminste één verdediger van de tegenpartij zich bevindt in het eigen strafschopgebied, omdat de keeper daar eigenlijk altijd wel is. Natuurlijk blijven er grenssituaties bestaan. Stond die verdediger echt wel binnen de ’16‘? Vergeet niet dat zulke situaties zich voordoen bij elke regel, maar deze grenssituatie valt volledig in het niet bij de schimmige huidige binnen–het-strafschopgebied buitenspelsituaties.
En zo slaan we twee vliegen in een klap: de scheidsrechter maakt minder fouten en het publiek krijgt meer doelpunten. Wel jammer dat Jack van Gelder en Jan Mulder dan minder te bespreken zullen hebben op zondagavond bij Studio Voetbal.
Gerard Sierksma is honorair hoogleraar Sportmetriek aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en docent aan het Sport Management Instituut.
? Klik hier voor een reactie op bovenstaand betoog door voormalig topscheidsrechter Mario van der Ende
? Klik hier voor een reactie op bovenstaand betoog door Nicole Edelenbos, sinds vier jaar scheidsrechter bij jeugdvoetbalwedstrijden
? Klik hier voor een eerder gelanceerd voorstel om de buitenspelregel te veranderen door Peter Hopstaken