Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De iOlympus als exclusief keizerrijk in de cloud is een feit 19 juli 2011

door: Harm Rozie

In vier velletjes met veertien richtlijnen moedigt het IOC sporters en anderen met een accreditatie voor Londen aan om straks via het web met blogs en tweets hun belevenissen te melden. Een en ander natuurlijk in lijn met de Olympische waarden en mits commerciële en reclame boodschappen achterwege blijven. Een mooie uitnodigende zinsnede, maar slechts lippendienst aan de vrije meningsuiting in het digitale tijdperk, zo blijkt uit de door het IOC opgestelde regels. De angst voor de atleet als zendmast zit diep bij de sportbestuurders op de Olympus.

De regels voor commerciële communicatie zijn nog het duidelijkst, want in lijn met codes die al sinds jaar en dag worden gehanteerd bij grote sportevenementen om inbreuk en ambush te voorkomen. Dit is trouwens niet het terrein van de sporters of officials maar dat van de strategen en creatieven van de reclamebureaus. Na de attributencommunicatie van het WK in Zuid Afrika verwacht men in Londen nieuwe verrassende vondsten en fenomenen.

Zonder er uitputtend op in te gaan - iedereen kan ze hier zelf lezen - stel ik vast dat het IOC een soort ‘nieuwspraak’ in de Olympische gemeenschap tracht op te leggen. Zelfs de stijlvorm is bindend: de monologue interieur zoals die eind 19e eeuw is geïntroduceerd in de literatuur en veelvuldig gekopieerd in dagboeken. De jas van journalist is verboden. Sporters en officials mogen dus geen verslag doen van wedstrijden of hun mening geven over het verloop ervan, of zich uiten over doen en laten van andere deelnemers en begeleiders. De persoonlijke levenssfeer van eenieder is eveneens taboe. En natuurlijk zijn vulgair taalgebruik en obscene beelden verboden.

De optelsom van de regels is een nauwsluitend korset dat de geestelijke bewegingsvrijheid behoorlijk lijkt te beperken. Bij de totstandkoming van de regels is dat blijkbaar niemand met kennis en ervaring van het burgerrecht vrije meningsuiting opgevallen (onze eigen vertegenwoordigers in het IOC hadden een aardige bijdrage kunnen leveren door leentjebuur te spelen bij de Staatscommissie Grondwet die eind vorig jaar rapporteerde en onder meer dertig pagina’s heeft gewijd aan de burgerrechten – inclusief vrije meningsuiting – in het digitale tijdperk).
De regels van het IOC zitten op het randje van censuur. Weliswaar eist men nog net geen inzage vooraf , maar door de gestelde beperkingen en aanwijzingen voor ‘zelfcensuur’ schept het Olympisch bestuur een sfeer van onvrijheid en repressie. Voor je het weet – zo lopen die dingen immers – gaan nationale bondsbestuurders en andere officials en voorlichters sporters ‘helpen’ om ze voor de Twittertoorn van het IOC te behoeden.

Het hoge woord komt er pas uit bij richtlijn nummer 12 van de 14: het Internationaal Olympisch Comité gaat atleten en officials bespieden en afluisteren via hun activiteiten op Facebook, Twitter en andere sociale media. En vervolgens dreigt de ‘wereldsportregering’ met doem en verderf en vervolging, claims en straffen voor wie inbreuk maakt op iets uit de regels voor het gebruik van sociale media. Er komen zo nodig nog meer of andere regels, want in de laatste strofe behoudt het IOC zich het recht voor de regels tijdens de spelen in voorkomende gevallen aan te passen. De uitleg en de uitvoering van de richtlijnen berust in laatste instantie bij het uitvoerend comité van het IOC. Met dit slotakkoord om elke publieke rechtstoetsing uit te sluiten is de iOlympus als exclusief keizerrijk in de cloud een feit: een virtuele totalitaire staat als communicatiegareel om de gevoelens en gedachten van topsporters en hun begeleiders te beteugelen.

Het zal duidelijk zijn: van mij mogen overbodige (fatsoens)regels achterwege blijven. Ze getuigen van het lijden dat men vreest en houden veel moois en spontaans aan persoonlijke en collectieve groei tegen.
In de echte wereld kiezen instituties inmiddels voor heel andere methoden in de omgang met nieuwe media. Net zoals we allemaal hebben geleerd met pen en papier te communiceren wordt geleerd hoe je de mogelijkheden van de sociale media kunt benutten. Een mooi voorbeeld is de Dell’s Social Media and Community University. Daar zou ik de Olympiërs heen sturen. Of pleeg ik nu inbreuk op de richtlijnen?

Harm Rozie werkt bij Communication Concert uit Weesp. Van 1994 tot 1998 was hij ‘manager communicatie betaald voetbal’ bij de KNVB. Daarvoor werkte hij tweeënhalf jaar als hoofd communicatie bij het Wereld Natuur Fonds, en gedurende anderhalf jaar als interim-manager bij de Informatie Beheer Groep, onder meer om de invoering van de OV-studentenkaart publicitair in goede banen te leiden. Nog eerder was Rozie bij het ministerie van VROM woordvoerder van zowel Pieter Winsemius als Ed Nijpels.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst