door: Lennart Bloemhof

Het uitbreiden van de Meer dan Voetbal-beweging met maatschappelijk actieve amateurclubs is een belangrijke doelstelling van de stichting Meer dan Voetbal sinds het voetbalseizoen 2012/'13. Inmiddels zijn bijna honderd amateurverenigingen lid van de beweging, naast alle betaald voetbalclubs. Elke maatschappelijk actieve voetbalclub kan zich bij het initiatief aansluiten. Sport Knowhow XL sprak met twee amateurverenigingen die dat gedaan hebben. Wat waren hun beweegredenen om lid te worden van de Meer dan Voetbal-beweging, op welke manier(en) zijn zij maatschappelijk actief en wat kunnen ze leren van - of delen met - de beweging?

Uit recent onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat 58 procent van de Nederlandse amateurverenigingen maatschappelijk actief is. Stichting Meer dan Voetbal wil via de Meer dan Voetbal-beweging zoveel mogelijk van deze clubs met elkaar in contact brengen en daarnaast gebruiken als etalage om ándere amateurverenigingen inspireren.

DZC’68
Volgens Jeroen Sanders - manager breedtesport bij de Doetinchemse voetbalclub DZC’68 - paste aansluiting bij de beweging bij wat de club wil zijn: méér dan alleen voetbal. DZC’68 was al druk bezig haar maatschappelijke activiteiten uit te breiden. Sanders: “De Meer dan Voetbal-beweging leek ons een goed platform om onze activiteiten te etaleren. Verder kunnen we via het netwerk van de beweging in contact komen met activiteiten van andere clubs en vervolgens nieuwe ideeën opdoen.”

Sanders beschrijft DZC’68 als een maatschappelijk geëngageerde vereniging. De club heeft onder meer een jeugd G-voetbalteam waarvoor het samenwerkt met twee andere Doetinchemse verenigingen. Ook vaardigt de vereniging een team af in de Dutch Career Cup: een re-integratieproject voor Wajongers. Daarnaast staan er nieuwe projecten op de agenda, zoals ‘Verbinden door koken is je goal’. Met het kookproject worden asielzoekers en vluchtelingen die recent zijn gevestigd in de gemeente Doetinchem geholpen om te integreren in de samenleving. De projectdeelnemers koken in de ochtend, lunchen samen en volgen in de middag een sportprogramma bij DZC’68.

Of door al die maatschappelijk projecten de bestaansreden van de club - namelijk voetbal - niet in het gedrang komt? “Nee”, zegt Sanders stellig. “Onze eigen leden gaan altijd voor. Voordat het seizoen start, steken we veel tijd in het opstellen van training- en wedstrijdschema’s voor de teams zodat activiteiten niet met elkaar in gedrang komen. Daarnaast moeten al onze activiteiten verband met sport houden.”

Bezette clubaccommodatie
De voetbalclub uit de Achterhoek begon in eerste instantie met het organiseren van maatschappelijke activiteiten om de clubaccommodatie doordeweeks te bezetten. Onder meer een buitenschoolse opvang zetelt in het gebouw en een fysiotherapeut huurt een paar uren per week een ruimte.

“Een vaak bezette accommodatie is een groot voordeel voor de club”, zegt Sanders. “Via de huur krijg je inkomsten binnen. Met maatschappelijke activiteiten bind je vervolgens mensen aan je vereniging en je imago wordt tegelijkertijd beter. Daarmee wordt je aantrekkelijker voor sponsoren en gemeente en je kunt natuurlijk iets bijdragen aan je omgeving.”

AORC/Lebo Vastgoed
Het leveren van bijdragen aan de omgeving was voor zaalvoetbalvereniging AORC/Lebo Vastgoed de hoofdreden om maatschappelijke activiteiten te ontplooien. Hoofdsponsor Lebo Vastgoed beheert een groot deel van het vastgoed in Amsterdam Nieuw-West (het stadsdeel waarin AORC is gehuisvest) en opereert met de slogan ‘De betrokken huisbaas van Nieuw-West’.

Het bedrijf heeft vanuit die gedachte Nick van Teeffelen als fulltime verenigingsmanager van de club aangesteld en hij organiseert een waslijst aan maatschappelijke activiteiten namens AORC. De club werd vanwege haar maatschappelijke bezigheden in maart door de KNVB voorgedragen als Nederlandse inzending voor de UEFA Grassroots Awards: de prijs waarmee de Europese voetbalbond maatschappelijke voetbalactiviteiten beloont.

AORC zet bij al haar activiteiten spelers in van het eerste elftal, dat speelt in de eredivisie en ook enkele (oud-)zaalvoetbalinternationals telt. Het stadsdeel Nieuw-West wordt gekenmerkt door veel allochtonen. Veel spelers hebben een soortgelijke achtergrond en Van Teeffelen legt uit dat basisschoolkinderen uit de wijk - waar de vereniging haar activiteiten op concentreert - de AORC-spelers als rolmodellen zien: “Ze identificeren zich met hen en de spelers zijn daarom een positief voorbeeld”.

De vereniging organiseert via haar eigen stichting AORC-Lebo maatschappelijke projecten in Amsterdam. Daaronder vallen schoolcompetities en wijkactiviteiten in de vorm van straatvoetbaltrainingen en -toernooien. Hoofddoelen? Kinderen enthousiasmeren voor straatvoetbal, normen en waarden aanleren en op vroege leeftijd kinderen in beweging krijgen en houden via de vereniging.

Recent is de club ook gestart met zaalvoetbaltrainingen voor meiden. “Dan is de gymzaal even verboden terrein voor de jongens”, zegt Van Teeffelen. “De hoofddoeken gaan dan af en daar mogen geen jongens bij zijn. Het is belangrijk dat je met dat soort zaken rekening houdt als club.”

Win-winsituatie
De aanmelding bij de Meer dan Voetbal-beweging omschrijft Van Teeffelen vooral als een verbreding van het netwerk van zijn club. Van Teeffelen: “Maar een centraal punt zoals Meer dan Voetbal is ook goed om initiatieven te delen en we blijven via de beweging op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op maatschappelijk gebied. Daarmee is aansluiting op het netwerk voor ons een win-winsituatie: én een netwerk opzetten én ervaringen delen.”

De verenigingsmanager denkt andere verenigingen via de beweging van dienst te kunnen zijn bij het opzetten van maatschappelijke activiteiten. Hij benadrukt bijvoorbeeld dat verenigingen de tijd die ze denken kwijt te zijn aan het organiseren van projecten niet moeten onderschatten.

Van Teeffelen: “We hebben bij AORC geluk dat ik hier fulltime mee bezig kan zijn. Anders is het niet te doen. Vroeger kreeg je veel makkelijker een zak met geld om een activiteit uit te voeren. Nu moet je een uitgebreid plan schrijven. Het gaat tegenwoordig veel professioneler.”

Volgens Jeroen Sanders van DZC’68 is het belangrijk voor clubs om te beseffen dat maatschappelijke activiteiten in essentie vraaggericht moeten zijn. “Het is een valkuil als je denkt: ‘We hebben een leuk idee en dat gaan we uitrollen’. Je moet weten dat er vraag is, anders heb je kans dat je het voor niets doet.”

Beide mannen zeggen dat de gemeente een belangrijke partij is om aan boord te hebben bij het organiseren van maatschappelijke activiteiten. Daarna hangt het van de doelgroep en het soort activiteit af, welke partijen er nog meer aangetrokken moeten worden.

Tips
Tegelijkertijd hopen Van Teeffelen en Sanders via de Meer dan Voetbal-beweging tips binnen te krijgen voor moeilijkheden waar zij nog mee worstelen rond hun projecten. DZC’68 werkt bijvoorbeeld in de kantine nog met een trage ISDN-internetverbinding omdat er geen glasvezel- of andere internetkabels naar de clubaccommodatie zijn getrokken. Sanders: “We willen graag dat zzp’ers bij ons op de club kunnen werken en daarna gaan sporten. Daar heb je wel snel internet voor nodig. Alleen wie betaalt dat en wie legt de kabels?”

AORC wil graag de ouderparticipatie opkrikken. Van Teeffelen: “Dat proberen we bijvoorbeeld al door ouders van leden gratis kaartjes voor wedstrijden van het eerste elftal aan te bieden. Maar alsnog voelen weinig ouders zich betrokken bij de club en er helpen daarom weinig mee als vrijwilliger. Misschien kan de Meer dan Voetbal-beweging ons daarbij helpen.”

Voor meer informatie: www.dzc68.nl en www.stichting-aorclebo.nl